We kunnen er niet meer omheen in Europa: de enorme velden met zonnepanelen, zowel op land als op water. Sinds de eerste ‘velden van glas’ in ons land werden aangelegd was er van alle kanten veel kritiek, want men had immers geen idee wat de effecten van deze zonneparken zouden zijn op ecologie en biodiversiteit. Dat weerhield ontwikkelaars er niet van om op grote schaal zonneparken aan te leggen.
In september 2020 waren er 229 zonneparken in Nederland en het aantal groeit exponentieel. Eind vorig jaar lagen er 563 zonneparken in Nederland die groter zijn dan 1000 vierkante meter. In totaal gaat het om 3640 hectare. Dat is net iets minder dan de omvang van Waddeneiland Schiermonnikoog.
Zonneparken, dieren en natuur, gaat dat samen?
Maar hoe slecht zijn die parken voor opwekking van ‘groene energie‘ eigenlijk voor de natuur in de omgeving? Onderzoeker en ecoloog Friso van der Zee, vegetatiekundige van de Universiteit Wageningen:
“Tot 2050 voorzien we de behoefte aan minimaal 30.000 hectare zonneparken op het land. Maar dan moeten we wel weten wat de effecten van verschillende ontwerpen en beheersvormen zijn op de biodiversiteit, de bodem, het landschap en zelfs de voedselproductie. We onderzoeken hoe met parkontwerp en vegetatiebeheer de natuurwaarde en de bodemkwaliteit in nieuwe en bestaande zonnevelden verbeterd kunnen worden. Belangrijke aspecten daarbij zijn lichtinstraling op de bodem en vegetatiebeheer. De resultaten leiden tot richtlijnen voor ontwerp en beheer van zonneparken. Een EcoCertified zonnepark garandeert dat er in dat zonnepark een meerwaarde voor de biodiversiteit en ook voor de samenleving tot stand komt.”
.
Ecoloog Friso van der Zee legt uit dat er meer nodig is om natuurwaarde in zonneparken te krijgen:
“Veel zonneparken worden op voormalige, zwaar bemeste landbouwgrond aangelegd. Daar is de hoeveelheid soorten laag. Met name door stikstof. De planten beconcurreren elkaar om voedsel en licht. Maar als er heel veel stikstof is, zijn er een paar planten die de wedstrijd winnen, zoals Engels raaigras of brandnetels en dan krijgen andere planten geen kans meer. Dus als je hier meer biodiversiteit wilt, meer plantensoorten, is goed beheer van zo’n zonnepark daarbij essentieel. En dat is iets wat op heel veel plekken in Nederland nog een stuk beter kan.”
.
De Rijksuniversiteit Groningen (RUG) onderzoekt op haar beurt ook de effecten van zonneparken op de ecologie; de bodem, de plantensoorten, insecten, zoogdieren en de vogels op het park. Wat blijkt: in zonneparken is het niet zo’n dooie boel al je zou denken. Het zingt, zoemt en ritselt rond de zonnepanelen. Net boven de panelen, aan de randen en eronder leven vele soorten vogels, vlinders en andere diertjes, blijkt uit onderzoek van de ecoloog Raymond Klaassen van de Rijksuniversiteit Groningen:
“Zonneweides hebben de natuur soms meer te bieden dan de akkers waarvoor ze meestal in de plaats komen. We zien hier vogelsoorten bovenop de zonnepanelen zingen om hun territorium af te bakenen. We zijn nu een krap jaar op weg met ons onderzoek en zien al dat bij de zonneparken die wij bestuderen de biodiversiteit toeneemt. Veel meer dan we hadden verwacht.”
.
Ook muizen kunnen gedijen op zonneparken. Marleen van Heumen, student RUG:
“Als ik kijk naar het voedselaanbod voor roofvogels, zijn dit vooral muizen die de vogels vaak vinden in akkerbouwgebieden. Zonneparken worden regelmatig op deze voormalige landbouwgronden aangelegd. Dat klinkt alsof daarmee de locatie van de voedselbron verdwijnt, maar het tegenovergestelde is juist het geval. De veldmuis overleeft meestal de landbouwbewerkingen niet. Zoals ploegen of bemesten. Het gevolg is dat de muizenpopulatie daardoor volledig kan verdwijnen. Omdat op een zonnepark geen landbouwbewerkingen nodig zijn, is dit een betere leefomgeving voor muizen.”
Van Heumen sluit niet uit dat zonneparken een belangrijke voedselbron voor roofvogels kunnen bieden en noemt dat ‘hoopvol’. Dit is wat voorbarig, want er is te weinig data beschikbaar om nu al een wetenschappelijke conclusie te trekken. Welbeschouwd kunnen de zonnepanelen voor een roofvogel ook een obstakel vormen om muizen te vangen.
Trekvogels minder blij met zonnepanelen
Met behulp van het magnetisch veld van de aarde navigeren trekvogels moeiteloos richting hun zomer- of winterbestemming, ook in het donker of bij slecht weer. Helaas is uit recent onderzoek gebleken dat de reflecties van zonnepanelen vogels in de war kunnen brengen en mogelijk hun navigatievermogen verstoren. Bovendien: veel van deze parken worden geplaatst op open vlaktes en langs waterwegen, gebieden die vaak van vitaal belang zijn voor trekvogels tijdens hun migratie.
Zeker is dat zonnepanelen de natuurlijke leefgebieden van trekvogels kunnen verstoren, met name tijdens het broedseizoen. De installatie en exploitatie van zonneparken kan daardoor leiden tot een afname van de broedsuccessen van trekvogels. Om de negatieve impact van zonnepanelen op trekvogels te verminderen, moeten zonneparken strategisch gepland en ontworpen worden, rekening houdend met de migratieroutes en leefgebieden van trekvogels. Dit vergt onderzoek en veel samenwerking tussen ecologen, ingenieurs en beleidsmakers.
Vogelvriendelijke oplossingen
De impact van velden met zonnepanelen op trekvogels is sterk afhankelijk van de locatie. Zonneparken op minder kwetsbare locaties voor trekvogels kunnen de negatieve gevolgen aanzienlijk verminderen, net als het ontwerp van de installaties. Goede voorbeelden zijn ‘vogelvriendelijke’ zonnepanelen, waardoor ze zich minder snel te pletter vliegen tegen de reflecterende oppervlakken van de panelen. Ook komen vogels regelmatig vast te zitten in kieren tussen panelen, wat door een andere opstelling te voorkomen is. Bij met de zon meedraaiende systemen kunnen sensoren zorgen dat de panelen tijdelijk het zichtbare oppervlak verkleinen wanneer er veel trekvogels overvliegen. Deze techniek wordt ook toegepast bij windturbines, die tijdelijk stilgezet worden.
Wat zegt de Vogelbescherming over zonneparken?
De aanleg van zonneparken of het plaatsen van zonnepanelen kan de betreffende locatie geheel of gedeeltelijk ongeschikt maken als leefgebied voor vogels. Het gaat om verlies en aantasting van foerageer-, broed-, rust- en slaapplaatsen op land en water. Het afvangen van licht door de panelen kan ook een negatieve invloed hebben op het onderwaterleven en bodemleven en dat kan weer negatieve effecten hebben op de voedselbeschikbaarheid voor vogels.
Vogelbescherming vindt dat de aanleg van zonneparken onderdeel moet zijn van een integrale aanpak, waarin duurzame energieopwekking en energiebesparing in samenhang worden bekeken én waarin de aanleg van zonneparken onderdeel is van een pakket aan maatregelen. Gevoeligheidsanalyses, (strategische) milieueffectrapportages en natuurtoetsen moeten de basis vormen van de aanleg van zonneparken en alle andere duurzame energieopwekkingsinitiatieven.
Zonneparken kunnen, onder de juiste landbeheeromstandigheden, aanzienlijke voordelen voor de biodiversiteit opleveren. Een goed beheerd zonnepark kan gedurende de gehele levensduur een natuurreservaat worden, omdat het betekent dat land wordt beschermd tegen ander gebruik. Zonneparken kunnen 30 tot 40 jaar blijven staan. Ze bieden onderdak aan soorten en wilde bloemen en vervullen daarmee de Europese verwilderingsmissies, aldus de Vogelbescherming.
Vleermuisactiviteit aanzienlijk lager
De universiteit van Bristol ontdekte een verontrustend verband tussen zonneparken en het activiteitsniveau van zes verschillende vleermuissoorten. De analyse van een diepgravend onderzoek onthulde een aanzienlijke vermindering van het activiteitsniveau van zes specifieke vleermuissoorten, waaronder de gewone dwergvleermuis, de rosse vleermuis, baardvleermuis, kleine dwergvleermuis en Bechsteins (langoor) vleermuis, in vergelijking met de gekoppelde controlelocaties.
Zonneparken op water
Het grootschalig installeren van zonnepanelen op water heeft altijd impact op de omgeving. Natuurmonumenten is daarom geen voorstander:
“Op grootschalige zonnepanelen op water zijn wij zeer kritisch en in veel gevallen raden wij dit, op dit moment, af.”
Door zonnepanelen die het water bedekken kan zonlicht niet langer de bodem bereiken. Dit is nadelig voor allerlei natuurlijke processen en van invloed op algen en waterplanten. Door die verstoring van het ecosysteem kan verandering en verlies van leefgebieden ontstaan.
Bronnen:
- CERO
- Earth.com
- HollandSolar
- Natuurmonumenten
- Pointer KRO-NCRV
- SolarCompare
- Vogelbescherming
- WUR
- Lees ook op AnimalsToday:
.
©AnimalsToday.nl Marianne Miltenburg