De British Trust for Ornithology (BTO) heeft vastgesteld dat 99% van de vogels windturbines vermijden, omdat ze angstig zijn voor contact met de wieken. Maar voorzichtigheid hieromtrent is nog steeds geboden, rapporteert Business Green.
Onderzoek door de BTO en de University of the Highlands and Islands in Schotland, dat deze maand gepubliceerd werd, wijst uit dat de meeste Jan-van-genten niet eens een windmolenpark binnen vliegen, terwijl zeemeeuwen wel het park invliegen, maar niet in de buurt van de draaiende wieken komen.
Het onderzoek, dat werd uitgevoerd op verzoek van de Schotse regering, suggereerde dat meer dan 99% van de zeevogels van richting zou veranderen om botsing met de windmolens te voorkomen, hoewel een klein gedeelte dit ook niet zou doen.
Aonghais Cook, een onderzoeker van BTO, zegt dat meer werk nodig is om de impact op andere vogelsoorten in kaart te brengen (zoals de Jan-van-genten uit het noorden) en hij drukt de ontwikkelaars en planners op het hart om nog steeds heel bedachtzaam om te gaan met nieuwe projecten en de daarmee gepaard gaande risico’s voor dieren goed in te schatten.
“Het is belangrijk niet op het verkeerde been gezet te worden door een vals beeld van veiligheid dat geschetst wordt door deze cijfers,” zegt hij. “Terwijl 99% van de vogels windmolens uit de weg lijkt te gaan, is een botsing nog steeds een significant risico op plaatsen waar grote aantallen vogels voorkomen. Overigens ontbreekt er nog steeds voldoende kennis over sommige kwetsbare soorten.”
Het rapport werd verwelkomd door Nick Medic, directeur van vernieuwende energiebronnen op zee bij Renewable UK, die zegt dat hieruit blijkt dat de grote meerderheid van vogels niet geschaad wordt door de aanwezigheid van turbines op zee.
“Ontwikkelaars doen hun uiterste best om zeker te stellen dat hun projecten met de meeste zorg worden ontwikkeld om vluchtroutes uit de weg te gaan en enig potentieel impact te minimaliseren,” zei Medic. “Er worden gedetailleerde milieu-impact inschattingen uitgevoerd, uiteraard op minutieus niveau. Wij zullen blijven samenwerken met wildlife organisaties om te garanderen dat we de Engelse prachtige windenergiebronnen in zee ontwikkelen op een manier die de biodiversiteit beschermt.”
Aedán Smith, hoofd planning en ontwikkeling bij de Royal Society for the Protection of Birds (RSPB) Schotland, vindt het rapport een enorme stap voorwaarts in het blootleggen van de impact van windmolenparken in zee. Echter, onderstreept hij, “enorme onzekerheden” blijven bestaan voor enkele soorten. Smith:
“De kleine hoeveelheid vluchten die resulteert in een botsing, kan nog steeds elk jaar zorgen voor de dood van vele duizenden vogels en zou zelfs de totale populaties van enkele soorten kunnen reduceren. Daarom is het van groot belang dat afzonderlijke ontwikkelingen de belangrijkste gebieden van zeevogels mijden. De impact op zeevogels moet significant worden verminderd als zeewind haar volle potentieel aan de zwaar benodigde duurzame energiebronnenlevering moet realiseren.”
Sommige onderzoeken met vergelijkbare bevindingen suggereren onder meer dat de funderingen van turbines als kunstmatige riffen kunnen dienen en zo een habitat bieden voor jonge vissen.
Bron ©PiepVandaag.nl Ildiko Bischot