Een plaag vernietigt een van onze gevaarlijkste zeeroofdieren in zee: de zeester. Zeesterren verliezen armen, ontwikkelen witte verwondingen en vallen uit elkaar als een stroperige brij.
Vorige zomer rapporteerden duikers en wetenschappers over het fatale ‘smelten’ van zeesterren bij de Noord-Amerikaanse kusten – van Brits Columbia tot zuid Californië in de Pacific en van New Jersey tot Maine in de Atlantische Oceaan. Niemand weet wat het smelten veroorzaakt, maar de plaag heeft wel een naam: het Zeester Verspillings Syndroom.
Voor het ecosysteem zijn zeesterren heel belangrijk. Deze stekelhuidigen zorgen zelfs dat de ecosystemen goed functioneren. Zonder hen zou het ecosysteem instorten. In 1969 was ecologist Robert T. Paine de eerste die met de term Zeester Verspillings Syndroom kwam. Hij kreeg het idee door te experimenteren met een aantal zeesterren. Paine nam al de paarse zeesterren (pisaster ochraceus) die hij kon vinden en gooide ze in de oceaan in zijn studiegebied. Hij deed dit drie jaar lang en ontdekte dat zonder zeesterren zijn studiegebied zo vol mossels zat dat niets anders kon overleven.
De paarse zeesterren zorgen dat de mosselbedden het niet overnemen. Wat eerst een rijke gemeenschap met 28 soorten dieren was langs Tatoosh Island, werd daarna een mosselmonocultuur. En er kan meer van deze mosseldominantie onderweg zijn, omdat de paarse zeesterren een van de vijftien soorten zeesterren is die op het moment tot moes worden verpulverd.
Er bestaan nu ongeveer 1900 soorten zeesterren, waarvan veel geduchte jagers zijn. Pete Raimondi van het U.C. Santa Cruz’s Long Marine Lab hielp om een website op te zetten dat incidenten van dit verspillingssyndroom op de kaart zet. Raimondi:
“Maar weinig dieren eten zeesterren. Veel van de soorten waar we over praten zijn echte roofdieren boven aan de voedselketen.”
Een ander roofdier dat hetzelfde lot ondergaat is de zonnebloemster (Pycnopodia). Deze enorme stekelhuid kan uitgroeien tot bijna een meter in diameter. Evolutionair bioloog en taxonoom Christopher Mah:
“De Pycnopodia straalt zo’n kenmerkende geur in het water af dat dieren de geur uit de weg gaan. Kleine dieren bewegen hemel en aarde om te voorkomen dat de armen van de zonnebloemster ze zal vernietigen.”
Mah was een van de eerste experts die de uitroeiing van de zeesterren rapporteerde. Hij denkt dat de zonnebloemsterren in grote getalen overlijden door het verspillingssyndroom.
“Waar ik bang voor ben, is dat we iets over het hoofd zien dat zo klein is dat we er geen aandacht aan besteden.”
Net als met Paine’s experiment kunnen er jaren voorbij gaan voordat wetenschappers de consequenties inzien, maar in plaats van mosselmonoculturen verdenkt Mah dat het doodgaan van de zonnebloemsterren resulteert in een zeebodem vol van verstoken leven. Dit wordt ook wel gezien als onvruchtbaar.
Zonnebloemsterren zorgen dat het aantal zee-egels in stand blijft. Zonder deze zeesterren knabbelen zee-egels kelpplanten van boven tot beneden af. Als er te veel zee-egels aan de onderkant van een plant gaan zitten, dan kunnen ze de wortel doorknagen en kan de plant wegdrijven. Het resultaat is hetzelfde als het wegwerken van een bos. Alle levensvormen die daar wonen, zoals vissen en krabben, zullen dan ook verdwijnen.
Raimondi en zijn collega’s hopen deze vernietiging te kunnen vermijden door hun website voor het verspillingssyndroom met een interactieve plattegrond waar duikers en wetenschappers alle data op kunnen zien. Hij werkt daarnaast met Ian Hewson, een biologische oceanograaf van Cornell University, om te kijken of deze die-offs ook in andere plaatsen te vinden zijn en hoe ze beginnen. Maar het zal niet makkelijk zijn. Hewson:
“Als je kijkt naar virussen die vleermuizen, koeien of honden infecteren, dan zijn er mensen die daar al eeuwen naar kijken. Maar met zeesterren weten we het gewoonweg niet. We weten niet waar ze natuurlijk in leven, laat staan dat we weten wat hetgeen is dat ze ziek maakt.”
Om meer antwoorden te vinden moeten Hewson en zijn team eerst alle bacteriën die in de zeesterren leven identificeren en dan achteruit werken om te zien welke er zorgen dat de zeesterren smelten. Het team heeft al wat data en een paar experimenten zullen binnenkort beginnen. Hewson wil echter niets vertellen tot zijn testen compleet zijn, maar hij zegt te denken dat de schuld ligt bij verschillende virussen.
“Het is gewoon dat niemand ooit echt heeft gekeken.”
De crisis is een wake-up call voor iedereen, dat zelfs de kleinste en langzaamste schepsels een grote invloed kunnen hebben op de wereld om hen heen. Het is tijd om deze soorten wat meer respect te geven.
Bron: On Earth ©PiepVandaag.nl Barbara Schriek