We zijn eraan gewend om dieren in te delen in categorieën. Zo spreken we van proefdieren, gezelschapsdieren, veehouderijdieren of bijvoorbeeld van ongedierte. Deze categorieën zijn gebaseerd op de rol van het dier ten opzichte van de mens. Dus waar wij ze voor willen gebruiken is daarin leidend, niet de natuurlijke eigenschappen of behoeftes van het dier zelf.
Opvallende bijkomstigheid is dat vaak ook de regels voor dieren zo bepaald worden. Dat kan vreemde gevolgen hebben voor dieren die in meerdere categorieën vallen. Het konijn bijvoorbeeld: het ene konijn dient voor onderzoek, een ander woont gezellig thuis en weer een ander is een stuk vlees. En voor een proefkonijn geldt andere wetgeving dan voor een vleeskonijn, enzovoorts.
Lang geleden, voor de mens zich ermee ging bemoeien, was er eigenlijk maar één categorie dier: het wilde dier. Dit dier komen we nog steeds tegen, zowel in het wild als in gevangenschap. Ook bij de wilde dieren in gevangenschap hebben mensen de neiging uit te gaan van de rol van het dier ten opzichte van de mens in plaats van de natuurlijke behoeften van het dier zelf. Dat leidt tot discussies over de definitie ‘wild’ versus ‘gedomesticeerd’. Een zinloze discussie, want domesticatie vereist selectieve en gecontroleerde voortplanting over vele generaties. De relatief korte periode dat deze wilde dieren in gevangenschap zitten, heeft niks veranderd aan hun natuurlijke behoeftes.
Een belangrijke dag voor de wilde dieren dus, toen Diederik Samsom en Mark Rutte op 29 oktober 2012 aankondigden het gebruik van wilde dieren in circussen te verbieden. Een belofte dat eindelijk de natuurlijke behoeften van deze dieren de leidraad voor hun behandeling zouden worden, in plaats van de wens van mensen om ze kunstjes te laten doen. Helaas loopt de invoering van het verbod nu vertraging op omdat het Ministerie aanvullend onderzoek laat doen… naar de zeeleeuw!
Dat er vragen zouden zijn over het al dan niet wild zijn van bepaalde diersoorten was te verwachten, maar de zeeleeuw? Een dier dat duidelijk niet gedomesticeerd is en waarvan het evident is dat het natuurlijk gedrag ernstig wordt belemmerd in het circus. De top 3 redenen:
- In het wild maakt een zeeleeuw zwemtochten van wel honderd kilometer per dag. Hierbij verblijven de dieren negentig procent van de tijd onder water op diepten van vijftig tot honderd meter. In het circus deelt de zeeleeuw een kaal bassin van zo’n 50 vierkante meter en 1,2 meter diep;
- Tijdens de transporten is de leefruimte van de zeeleeuw nog veel beperkter. Het transportverblijf voor twee dieren is slechts zo’n 4 bij 2,2 meter, en maar 1 meter diep;
- In het circus ontbreekt het zeeleeuwen aan natuurlijke stimuli. Er is een gebrek aan een complexe sociale structuur, uitdagende huisvesting en de mogelijkheid om te jagen. Als gevolg hiervan vertonen zeeleeuwen vaak stereotiepe gedrag, een gevolg van verveling en frustratie.
Een zeeleeuw hoort net zo min in het circus als een leeuw. Niet alleen is het een wild dier; het is een dier dat in de zee thuis hoort. Lange afstanden zwemmen, diep duiken en jagen is voor de zeeleeuw soorteigen gedrag dat erfelijk bepaald is. Alle wilde dieren – in de natuur en in gevangenschap – hebben de natuurlijke drang om hun soorteigen gedrag te vertonen.
De resultaten van het aanvullend onderzoek worden deze maand verwacht. Wat mij betreft had het beloofde verbod op wilde dieren in circussen daar niet op hoeven wachten. De categorie wilde dieren kan simpelweg voor geen enkel dier samenvallen met de categorie circusdier. En die zeeleeuw, die is wild. Ongeacht welk kunstje wij hem graag zouden zien doen.
©PiepVandaag.nl Barbara van Genne, mariene bioloog. Werkzaam als Head of Programs bij Stichting VIER VOETERS en als voorzitter bij Vereniging Wilde Dieren de Tent Uit.
Strijd mee tegen dierenleed!
Related posts
1 Comment
Comments are closed.
Mooi stuk van Barbara. Ze heeft natuurlijk volkomen gelijk. Opnieuw valt Sharon Dijksma (PvdA) door de mand.
Eén kanttekening: van het woord “ongedierte” zijn fatsoenlijke mensen afgestapt. (De Partij allicht ook.) We spreken tegenwoordig van: plaagdieren.
Beste Barbara,
twee vragen:
Zijn honden gedomesticeerd? Of hebben ze toch nog heel vaak de behoefte om net als hun voorvaders (de wolven) in roedels te leven en vinden ze het dus vervelend als de baasjes ’s ochtends van huis gaan. En hebben ze moeite met nieuwe dieren in de roedel (en vallen ze daarom wel eens baby’s/kinderen aan? Wanneer ben je als dier volledig gedomesticeerd. Is het niet ene utopie om te denken dat je natuurlijk gedrag uit wezens haalt? Zelfs de mens heeft nog vele natuurlijke neigingen (jagen, samenwerken, vechten,), alleen vullen we dat hedendaags anders in. Via sporten bijvoorbeeld.
tweede vraag: Die zeeleeuw die honderd kilometer per dag zwemt: Wil hij dat of moet hij dat? Kortom is het noodzakelijk natuurlijk gedrag of een gedrag dat een dier graag doet. Een voorbeeld: een koe loopt in het wild veel kilometers, maar zet je m in een weiland en leg je er elke dag een hoop hooi naast dan loopt ie nauwelijks meer. Hij vindt het dus niet specifiek PRETTIG om te lopen. Het lopen is noodzakelijk natuurlijk gedrag. Een varken daarentegen wroet in het wild om eikels te vinden maar doet dat in gevangenschap ook (graag). Hij WIL gewoon wroeten omdat ie het lekker vindt.
Vroeger liep de mesn wel 50km per dag om naar voedsel te zoeken. Ik denk dat velen die nu achter hun computer zitten blij zijn dat dat niet meer hoeft…
Wat de hond betreft: jouw opvatting is m.i. gelijk aan die van Barbara. De hond is gedomesticeerd, maar daarmee nog steeds een dier met een eigen aard. (Voor zover niet eruitgefokt.)
Heeft nog altijd behoefte aan veel beweging in de buitenlucht bijv. Aan het rennen achter een (denkbeeldige) prooi aan.
Een koe in een weiland is als dier bijna onherkenbaar geworden. De stier heeft zijn oorspronkelijke karakter beter bewaard (net als het paard). Wilde dieren zijn GEBOUWD op overleven, op trektochten. Opsluiting maakt dieren geestelijk kapot: er ontstaan gedragsafwijkingen. Lichamelijk: kans op ziekten. Mond- en klauwzeer bijv.