Ieder jaar belanden er heel veel katten in het asiel. Een deel daarvan is afgestaan door eigenaren die zich geen raad weten met het gedrag van hun kat. Dat is jammer want ‘gedragsproblemen’ zijn meestal goed op te lossen, maar daarover in volgende columns meer.
Wat ik nu graag onder de aandacht wil brengen is hoe je een asielkat zo succesvol mogelijk herplaatst in een huis met andere katten. Veel eigenaren hebben tenslotte al een kat in huis als ze in de opvang een nieuw huisgenootje uitzoeken en dat kan nogal eens voor problemen zorgen.
Als de nieuwkomer mee naar huis gaat, wordt hij vaak direct in de woonkamer uit zijn mandje gelaten. Voor de kat die al aanwezig is kan dat heel bedreigend zijn; plots is daar een indringer in zijn territorium! Het gebied waar hij slaapt en eet en dat hij probeert veilig te stellen door het te markeren en te patrouilleren. Ook voor de nieuwkomer kan het stressvol zijn om in een nieuwe omgeving direct met een andere kat geconfronteerd te worden.
Een dergelijke abrupte introductie kan tot een conflict leiden waarbij de eerste kennismaking direct verpest is en iedereen, inclusief de eigenaar, in de stress schiet. Het kan ook de start zijn van een langdurige intolerantie tussen de katten en in sommige gevallen zó veel problemen veroorzaken, dat de eigenaar besluit de nieuwkomer terug te brengen naar het asiel.
Om dit te voorkomen kunnen eigenaren de nieuwkomer beter geleidelijk introduceren en de katten elkaar de tijd geven om aan elkaar te wennen. Dit kan het beste door de nieuwkomer eerst in een aparte ruimte te plaatsen, geuren uit te wisselen en vervolgens de katten steeds meer aan elkaar bloot te stellen.
Een stapsgewijze introductie vergroot de kans op succes maar het is ook belangrijk om vooraf een zo goed mogelijke match te maken. Zo zijn katten die niet goed gesocialiseerd zijn met andere katten niet geschikt om samen te leven met andere katten. Ze hebben vaak onvoldoende sociale vaardigheden ontwikkeld en gedragen zich a-sociaal naar andere katten. Ook kunnen grote leeftijdsverschillen problemen geven.
Een oudere kat kan angstig, agressief of gestrest worden als er een jonge kat in huis komt omdat de jonge kat zijn spelgedrag op de oudere kat richt. Wat betreft geslachtsverschillen is het niet aan te geven of katers/katers, poezen/poezen of katers/poezen beter samen gaan. Door te matchen op sociale vaardigheden en spelbehoeften, en geleidelijk te introduceren, komt men echter al een heel eind in de richting van een succesvolle adoptie.
©PiepVandaag.nl Yvon Sweere, psycholoog/gedragstherapeut katten
Strijd mee tegen dierenleed!
Related posts
4 Comments
Comments are closed.
hoi Yvon, goed verhaal! maar ik wil graag iets toevoegen aan je suggestie/advies aan het eind dat misschien ‘geslachtsverschillen niet zo veel uitmaken’ . Wat wel degelijk uitmaakt, is of een kater gecastreerd is of nog een open kater…in dat geval geven (nieuwe) katers met elkaar vaak wél problemen.
Hallo Greta, zie nu pas je reactie! Dank daarvoor. Ik ben uitgegaan van gecastreerde katten, aangezien er vanuit het asiel geen ongecastreerde katten ter adoptie worden aangeboden.
Hallo Yvon, sinds kort is het helaas niet meer vanzelfsprekend dat een niet-gecastreerde kat of niet-gesteriliseerde poes en kittens voor adoptie geholpen wordt. Wel kun je dat dan vaak voor een gereduceerde prijs bij het asiel alsnog regelen.