Wolvenkenner Diederik van Liere van het Institute for Coexistence with Wildlife analyseert de uitkomst van een onderzoek naar jonge wolven en hun interactie met mensen: spelen ze op dezelfde manier met ons als honden? En zo ja, wat kunnen wij daarvan leren om co-existentie van mensen en wolven te verbeteren?
Recent is in iScience een cursus wolvenopvoeden beschreven:
- Neem een wolvenjong van een roedel uit de dierentuin nog voor het dier de ogen open heeft (jonger dan 10 dagen);
- Houd haar zonder soortgenoten, maar wijk vervolgens 24 uur per dag niet van haar zijde;
- Geef het jong de fles en slaap ermee;
- Kijk na 8 weken of ze interesse toont in spelen met een vreemde persoon;
- Breng het jong terug naar de dierentuin.
Dit is in het kort wat er in een test met 13 wolvenjongen van twee verschillende wolvenparen is gebeurd. Ik vind het helemaal geen leuk verhaal voor de betreffende wolven, want die zijn in sociale zin waarschijnlijk voor het leven verknipt geraakt. Maar waarom werd dit dan toch gedaan?
Wolven zouden beperkte sociale vaardigheden hebben en niet kunnen spelen met een andere soort zoals de mens. Honden zouden deze eigenschap wel hebben, verworven in de loop van de domesticatie. Die stelling werd nu getest in een prikkelarme kamer met alleen witte wanden en een vreemde persoon: zouden wolven in een spel aanwijzingen van die persoon kunnen begrijpen?
In het spel wordt een tennisbal weggerold om te zien of het dier ermee speelt en om te zien of ze de bal daarna op aanwijzingen van de persoon weer terugbrengt. Bij drie wolvenjongen lukte dat bij drie tests minstens twee keer. Twee wolven speelden, maar hadden geen neiging op de persoon te letten. Acht wolven speelden helemaal niet met de bal.
De sociale vaardigheid om signalen van mensen te interpreteren blijkt dus bij wolven aanwezig, zij het dat niet elke wolf dat laat zien. De oude hypothese blijkt onjuist, want domesticatie lijkt domweg voortgebouwd op de sociale vaardigheid die al bij wolven aanwezig was. Ik vind dat echter niet echt nieuw, want de basis van spelen met een andere diersoort is ook al beschreven in de relatie tussen wolven en raven. Wolvenjongen spelen graag met raven en een wolvengezin trekt vaak op met een ravengezin.
Wat ik wel interessant vind, zijn de verschillen tussen de jongen. De een speelt, de ander niet. Niet alleen de testpersoon was vreemd, maar ook de steriele kamer. Hoe zou jij dan zijn? Het ene individu houdt zich bedeesd en kijkt de kat uit de boom. De ander wordt niet geremd door die vreemde omgeving en gaat het wegschietende voorwerp achterna. Twee volledig verschillende reacties die van veel meer diersoorten (inclusief mensen) bekend zijn.
Het interessante zou nu juist zijn te zien of die verschillen aanblijven, ook al worden de wolvenjongen ouder en meer ervaren. Ik denk van wel. Het nu spelende jong zal later minder makkelijk van haar stuk gebracht of verjaagd kunnen worden. Ze zal anders leren dan het bedeesde jong. Belangrijke informatie voor het beïnvloeden van het leerproces van wolven, nodig om co-existentie van mensen en wolven te verbeteren. Kijken of ik de onderzoekers voor een vervolg kan motiveren.
.
©AnimalsToday.nl Diederik van Liere – Institute for Coexistence with Wildlife