Het wolvenplan is door de gezamenlijke provincies goedgekeurd. Prima dat er een plan is en dat de provincies samen optrekken. Het afstemmen moet een beste klus geweest zijn. Ook goed dat er aangegeven wordt dat de wolf overal verwacht kan worden. Niet alleen in natuurgebieden; volgens het plan ook in landbouwgebieden en de Randstad.
Stel er is een wolf gesignaleerd in de buitenwijken van Utrecht, Rotterdam of Amsterdam? Wat zegt het plan dan? Dat er een mogelijke probleemsituatie kan ontstaan. Een open deur, maar open blijft de vraag voor wie. Voor de wolf of voor de mens? Dat wolven in bebouwd gebied komen, ’s nachts, overdag, al of niet mensen observerend, wordt als normaal gedrag beschouwd. Dat is helemaal juist, vanuit het dier gezien. Maar wel een probleemsituatie. Want de burger is geen wolven gewend en het gaat goed tot het fout gaat.
De klos
De keuze van wolven voor de menselijke omgeving is de opmaat voor een potentieel gevaarlijke situatie. Een huisdier wordt gegrepen of een kind gebeten. En de wolf is dan de klos. Want dan wordt hij gedood. Bovendien is de wolf van belang voor de Nederlandse natuur en zou zich dus helemaal niet in de bebouwde kom moeten begeven.
Wolven zouden om deze redenen zich niet moeten richten op de menselijke omgeving. Daar is beleid voor noodzakelijk, maar het plan gaat hier niet op in. Laat staan dat de vraag beantwoord wordt waarom de wolf eigenlijk in de bebouwde kom komt. Dat doet hij of zij zelfs overdag. Waarom is hij niet schuw, waarom mijdt hij niet mensen en hun omgeving?
Het makkelijke antwoord is dat hij niet anders kan, want Nederland is dichtbebouwd. Maar er is meer dan een verklaring op basis van kans: de wolf ervaart, herinnert en kiest. Zelfs rond en in de genoemde steden zijn er parken, weilanden, routes langs kanalen en vaarten, waarmee hij zich in het donker aan het zicht kan onttrekken. Neem Bennekom, waar in februari 2018 een wolf dwars doorheen trok, tussen de fietsers door:
Kijk maar op Google maps: je ziet dat er om Bennekom de wereld aan bossen en weilanden zijn. Blijkbaar kiest de wolf Bennekom zelf. Dus moeten we aannemen dat het dier kiest op grond van een positieve relatie met de menselijke omgeving: er is weinig van mensen te vrezen, ze bieden goed begaanbare, vaak overzichtelijke paden en er valt bij mensen wat te halen. Dat kan afval zijn, maar ook vee, zo is vaak genoeg gezien.
Die positieve relatie met en keuzes van wolven voor een bebouwde kom en vee komen voort uit een normaal leerproces bij een wolf, maar het is voor de wolf uiteindelijk niet goed. In de USA en Canada zeggen ze over beren: ”A fed bear is a dead bear”. Dat plaatje gaat ook op voor de wolf.
“A fed bear is a dead bear”
Het wolvenplan mist dan ook op een cruciaal punt een aanbeveling: gemeentes dienen voor een dienst te zorgen die direct in actie kan komen om de wolf uit de bebouwde kom te verjagen. Gemeentes helpen dan in preventieve zin wolven af te leren in de buurt van de menselijke omgeving en haar bronnen te komen. Verjagen, niet alleen voor de ongeruste burger, maar feitelijk vooral voor de bescherming van de wolf. Hoe paradoxaal dat ook klinkt.
©AnimalsToday.nl Diederik van Liere – Institute for coexistence with wildlife