De wilde zwijnen die het gebied in en om de Japanse stad Fukushima na de kernramp in maart 2011 hebben overgenomen worden nu massaal door jagers afgeslacht. Nadat alle mensen noodgedwongen het gebied hebben moeten verlaten zijn de zwijnen uit de nabij gelegen bergen en masse naar het rampgebied getrokken voor voedsel en beschutting. Het radioactieve gebied is nu hun thuis, ze voelen zich er veilig en krijgen er hun kinderen.

radioactief
Fukushima ©DigitalGlobe

Vanaf eind deze maand wordt het gebiedsverbod opgeheven en kunnen de bewoners terugkeren naar Fukushima. Tamotsu Baba, burgemeester van het dorp Namie gelegen in de buurt van Fukushima, legt uit waarom de zwijnen moeten worden afgemaakt:

“Het is nu niet duidelijk wie de baas is hier, zwijnen of mensen. Als we ze niet verwijderen wordt Namie nog wilder en onbewoonbaar dan het nu is.”

Voor de ramp werden er volgens de jagers slechts een vijftigtal zwijnen per jaar gevangen genomen en gedood. In de afgelopen maanden dat de jagers het gebied zijn ingetrokken hebben zij al meer dan 300 wilde zwijnen doodgeschoten. Voor de ramp aten de japanners het vlees van de wilde zwijnen, maar dat is nu verboden. De zwijnen eten van gewassen die radioactieve stralen absorberen. Hierdoor zijn ze mogelijk besmet geraakt en vormen ze een gevaar voor de volksgezondheid. De gedode zwijnen worden naar een speciale fabriek gebracht waar ze met behulp van bacteriën ontbinden.

Geschat wordt dat er nu zo’n 13.000 wilde zwijnen in het gebied leven. De zwijnen zouden het voornaamste obstakel zijn voor mensen om terug te keren. Veel van de mensen hebben echter ergens anders al een nieuw leven opgebouwd en zijn ook nog steeds bang voor de radioactieve stralingen in het gebied en keren ook om die reden niet terug.

Bron: Nieuwsblad ©AnimalsToday Lianne Raat