Afgelopen zaterdag kwamen de eerste wilde Afrikaanse cheeta’s aan in India, als onderdeel van een nieuw project om het dier te herintroduceren in het land. Het project wordt door natuurbeschermers bekritiseerd.
De Afrikaanse cheeta’s verhuisden afgelopen zaterdag vanuit Namibië naar India, als onderdeel van een project om de katachtigen te herintroduceren in het land. Het gaat om vijf mannetjes en drie vrouwtjes. De dieren kwamen 17 september ter viering van de verjaardag van de verjaardag van premier Narendra Modi. In oktober komen er nog twaalf cheeta’s uit Zuid-Afrika. De dieren gaan eerst een maand in quarantaine, waarna ze worden vrijgelaten in de bossen van het Kuno National Park in Madhya Pradesh. Dit park van 465 vierkante kilometer is gekozen om de grote hoeveelheid prooien en het graslandschap.
Onderhandeld
Vroeger leefden er in India Aziatische cheeta’s, maar die werden in 1952 als uitgestorven verklaard in het lang wegens verlies aan habitat en de jacht. Nu leeft er alleen nog een kleine populatie in Iran. Wereldwijd zijn er nog minder dan 7.000 cheeta’s over. De dieren zijn ook als kwetsbaar gekenmerkt op de Red List van de International Union for Conservation of Nature (IUCN). In de jaren zeventig werd onderhandeld over het ruilen van Indiase leeuwen tegen Iraanse cheeta’s, maar door de Iraanse revolutie was dat plan van tafel. Later zijn meerdere pogingen gedaan om cheeta’s weer naar India te brengen, maar er was vaak kritiek. Nog steeds maken experts zich zorgen.
Kritiek
Die kritiek heeft vooral betrekking op de overlevingskansen van de cheeta’s. Critici zijn bang dat de dieren moeite hebben met aanpassen aan de nieuwe omgeving en dat er mogelijke conflicten uitbreken met de luipaarden die al in het gebied leven. Adrian Tordiffe, een diergeneeskunde professor aan de Universiteit van Pretoria die betrokken is bij het cheeta project:
“Ik denk niet dat het een groot probleem wordt voor de volwassenen… die kunnen prima samenleven met andere roofdieren. Maar mogelijk vormt het wel een probleem voor de overleving van welpen.”
Ook verwachten critici dat de dieren snel buiten de grenzen van het park dwalen, waar ze vrijwel zeker gedood worden door mensen, honden of sterven van de honger. Ullas Karanth, directeur van het non-profitcentrum voor Wildlife Studies:
“Ik ben niet tegen dit project, ik ben tegen het tunnelvisie-gedoe om gewoon cheeta’s te brengen en ze te dumpen in het midden van India. Het is de kar voor het paard spannen.”
Vincent van der Merwe, die betrokken is bij de Zuid-Afrikaanse tak van het project:
“We zullen enorm veel dieren verliezen, dat weten we.”
Van der Merwe adviseert India om regelmatig cheeta’s uit Afrika te halen. Het zou dan gaan om minimaal vijfhonderd tot duizend individuen. Natuurbeschermers wijzen erop dat dit geen duurzame manier is van natuurbehoud.
Ecotoerisme
Voorstanders van het project wijzen op de voordelen voor de lokale economie en de rol die de cheeta’s spelen in natuurbehoud. Yadvendradev Jhala, die bij het project betrokken is:
“De cheeta is een prachtig dier, het is een grote magneet voor ecotoerisme.”
Volgens S. P. Yadav, directeur-generaal van de Indiase Tiger Authority, steunt de lokale gemeenschap het project ook omdat de cheeta’s naar verwachting een toestroom aan inkomsten opleveren. Jhala zegt geen oppositie tegen het project gehoord te hebben van Indiase politici of de samenleving, alleen van collega-natuurbeschermers. Hij noemt natuurbeschermers de ergste vijanden van natuurbehoud.
Bronnen:
- The Animal Reader
- National Geographic
- Lees ook op AnimalsToday:
©AnimalsToday.nl Sophie Jongma