Als wij “koekoek koekoek” horen, meestal ergens vanaf half tot eind april, weten we dat deze mooie zomervogel weer in het land is. De roep is dan ook makkelijk herkenbaar. Helaas horen wij hem veel minder dan vroeger. De soort is in West-Europa erg achteruitgegaan, misschien wel de helft van de vogels is verdwenen. In 2017 werd de koekoek daarom uitgeroepen tot soort van het jaar.
Tussen half april en begin juni komt de koekoek, vanuit zijn winterverblijf in Afrika, naar Europa. Volwassen vogels houden het echter al snel weer gezien in hun overzomeringsgebied en na de eerste eileg trekken zij weer naar Afrika. Hun jongen volgen meestal veel later, tot in september aan toe.
Koekoeken leggen enorme afstanden af:
Waardvogel
Bij aankomst in hun broedgebied maken de vrouwtjes geen eigen nest, maar zoeken zij een nest van een “waardvogel” (gastouder, red.), zoals de kleine karekiet, heggenmus, graspieper of witte/ gele kwikstaart. Eén van de eieren van deze waardvogel wordt uit het nest gekieperd en het koekoeksei in het nest gelegd naast de overige eieren. Elk koekoeksvrouwtje specialiseert zich in een waardvogelsoort (haar ei lijkt altijd op dat van “haar” waardvogel).
Tijdens het opgroeien van het koekoeksjong werkt deze de andere jongen uit het nest. Na ongeveer 17 dagen verlaat hijzelf ook het nest. Wel wordt hij nog tot drie weken daarna gevoerd door zijn ouders. Meestal bestaat het voedsel uit rupsen, maar ook andere insecten vindt hij heerlijk.
Minder koekoeken
Twee jaar geleden, tijdens het jaar van de koekoek, werd uitgebreid onderzoek gedaan naar de snelle achteruitgang. Ondanks veel uitgevoerde onderzoeken door de Vogelbescherming in Zeist en SOVON is tot nu toe niet één oorzaak gevonden. Niet alleen klimaatverandering, intensivering van de landbouw en jacht worden gezien als oorzaak, maar ook de afname van dag- en nachtvlinders. Daarnaast werd gekeken naar de trek en de omstandigheden in de overwinteringsgebieden.
In het Verenigd Koninkrijk vond men een relatie tussen afname van insecten, intensivering van de landbouw en de afname van de koekoek. Volgens de onderzoekers speelt deze oorzaak ook in Nederland een rol. Verder spelen de “eigen”waardsoorten een rol in het voortbestaan van de koekoek. In moerasgebieden gaat het goed met vogels als kleine karekiet en rietzanger en doen ook koekoeken het goed. In het boerenland echter gaat het slechter met soorten als gele -en witte kwikstaart en graspieper. Ook de koekoek heeft hieronder te lijden. Toch zegt dit nog niet alles. Uit onderzoek in het Verenigd Koninkrijk blijken soorten als heggenmus en kleine karekiet te zijn toegenomen, terwijl het aantal koekoeken ver achterblijft.
Klimaatverandering
Een oorzaak van de afname kan klimaatverandering zijn. Dankzij het warmere voorjaar van de laatste jaren broeden veel vogelsoorten ook eerder. Vogels als de graspieper komen gemiddeld vijftien dagen eerder aan in hun broedgebied, dan veertig jaar geleden. Met andere woorden: koekoeken komen te laat aan in hun broedgebied om nog eieren te leggen bij “hun” waardvogel. Dit blijft echter nog een aanname.
Ook in Afrika neemt het aantal landbouwgebieden gestaag toe. Iets waar de koekoek een enorme hekel aan heeft. Een andere optie zou kunnen zijn dat de koekoeken minder fit naar het noorden vertrekken, zodat zij ook minder fit in Nederland aankomen. Wetenschappers hebben dus nog vele vragen, waar zij nog geen antwoord op hebben. Vast staat dat zij in ieder geval nog veel onderzoek moeten doen naar de koekoek. Wellicht vinden zij in de toekomst de reden van achteruitgang en wordt de afname van het aantal koekoeken een halt toegeroepen.
Bron:
©Animals Today Walter Eijndhoven
Strijd mee tegen dierenleed!
Related posts
Blog Karen Soeters
Strijd mee tegen dierenleed!
Door (maandelijkse) donateur te worden, bied je een constante stroom van hulp die essentieel is voor redding en verzorging van oorlogsdieren in Oekraïne. Elke bijdrage, groot of klein, eenmalig of periodiek, maakt een verschil. Help je ook mee?