Wie kent de spreeuw niet? Ogenschijnlijk een saai gekleurd vogeltje van ongeveer 20 centimeter lengte, ongeveer even groot als een merel. Maar als je hem beter bekijkt, komt zijn kleurenpracht pas echt goed naar voren: zwarte veren, met een gloed van paarse, blauwe en groene kleuren. De spreeuwen uit het noorden en die in het najaar en de winter arriveren, zien er iets anders uit, pikzwart, met een paarsgroene gloed grote, witte spikkels.
De spreeuw is een van de meest voorkomende broedvogels in Nederland. De dieren broeden van half april tot juni. Als het een goed broedseizoen betreft, kunnen spreeuwen zelfs twee nesten grootbrengen, met ieder 4 tot 6 eieren. Spreeuwen broeden graag met een paar soortgenoten, bij elkaar in de buurt. Na 13 dagen komen de eieren uit en worden de jongen zo’n 19 tot 24 dagen door de ouders gevoed. Na het uitvliegen voeren de ouders hun jongen nog 4 à 5 dagen en dan moeten zij op eigen poten kunnen staan. Volgens Sovon Vogelonderzoek Nederland broedden in Nederland in 1998-2000 tussen 500.000 en 900.000 broedparen. Behalve in boomholtes, broeden spreeuwen ook in nestkasten en in gaten en kieren van gebouwen.
Vogeltrek
Spreeuwen eten van alles en nog wat, veel insecten en hun larven, maar in het najaar en de winter ook veel bessen en fruit. In deze tijd van het jaar, in september en oktober, kun je ze veel zien: honderdduizenden overtrekkende spreeuwen. De dieren die in het voorjaar en de zomer in Nederland hun jongen hebben grootgebracht, trekken in het najaar weg om de winter door te brengen in België, Noordwest-Frankrijk en het zuiden van Engeland. De spreeuwen uit Scandinavië en het oosten van Europa nemen in de winter de plaats in van “onze” spreeuwen.
Niet alle “grote aantallen spreeuwen” zijn echter trekker. Buiten het broedseizoen vormen spreeuwen gigantische zwermen, van soms wel tienduizenden exemplaren. Vooral in de avondlucht is dat een spectaculair gezicht. Maar dan opeens vallen zij in, op hun slaapplaats. En moet de verbijsterde toeschouwer weer wachten tot de volgende dag.
Achteruitgang
Helaas neemt het aantal spreeuwen in Nederland schrikbarend af. Vooral door verdroging van weilanden en de intensivering van de landbouw verdwijnt geschikt broedgebied. Veel jongen sterven al in hun eerste levensjaar. Over de jaren 1984-2012 nam de broedpopulatie gemiddeld met 4% per jaar af. Daardoor broedt nu nog maar 40% van het aantal broedparen van medio jaren ’80. In de laatste 10 jaar is de negatieve trend afgezwakt naar 2% per jaar. De Vogelbescherming probeert met de actie Red de Rijke Weide aandacht te vragen voor de achteruitgang van de spreeuw. Zij staat een ander soort landbouw voor, natuurlijker met een hoger waterpeil. 2014 werd door Vogelbescherming en Sovon daarom uitgeroepen tot Jaar van de Spreeuw, om meer aandacht te vragen voor de soort en een onderzoek te starten naar de precieze oorzaken van de achteruitgang.
Bronnen: Vogelbescherming, Sovon Vogelonderzoek Nederland ©PiepVandaag.nl Walter Eijndhoven