Stel je een zeenaaktslak voor, drie tot zes centimeter groot, die een ongeveer tien keer grotere staatkwal (Portugees oorlogschip) niet alleen opeet, maar diens gif ook nog opslaat in zijn eigen uitsteeksels! Waarmee deze slak nog giftiger wordt dan zijn slachtoffer! Bestaat dat? Jazeker, het dier heet de blauwe draak en is even mooi als fascinerend.
Zoals gezegd is de blauwe draak (Glaucus atlanticus) een zeenaaktslak. In het Engels heeft hij veel verschillende namen, maar Blue (sea)dragon is er in elk geval een van. Hij wordt ook wel zeezwaluw genoemd, omdat zijn tentakels lijken op een soort vleugels. Hij is ontdekt op de tweede grote zeereis van James Cook (1772-1775) en beschreven door twee natuuronderzoekers, vader en zoon Forster, die meevoeren op deze reis. In 1777 zijn hun bevindingen officieel gepubliceerd.
De blauwe draak maakt deel uit van de orde der naaktslakken (Nudibranchia) en behoort tot het geslacht Glaucidae. Hij lijkt sprekend op de Glaucus marginatus, maar, de naam zegt het al een beetje, deze is kleiner van stuk en leeft vooral in de Indische en Grote -of Stille Oceaan. Onze blauwe draak komt voor over de hele wereld in tropisch en gematigd warm, open zeewater. Dus van Europa tot Zuid-Afrika en van Mozambique tot Australië. Ze trekken niet de oceanen over, maar blijven in hun eigen diepzeebassins.
Hoe ziet een blauwe draak eruit?
De blauwe draak heeft een langwerpig lichaam van zo’n drie tot zes centimeter groot. Hij heeft drie extremiteiten (uitsteeksels) aan elke kant van zijn lichaam. Deze zien eruit als een soort vleugels of poten, die eindigen in waaiervormige, vingerachtige cerata. Cerata (enkelvoud ceras) komt uit het Grieks en betekent ‘hoorn’. Het zijn dus een soort hoornvormige uitsteeksels. Met deze vleugels of poten kunnen ze goed zwemmen. Meestal laat de blauwe draak zich meevoeren door de stroom of de wind. Ze hebben een speciale blaas in de maag, die ze zelf kunnen vullen met lucht, waardoor ze kunnen drijven, maar als ze een prooi zien kunnen ze dus ook zwemmen.
De blauwe draak heeft een zilvergrijze rug, een prachtige licht- en donkerblauwe buik en donkerblauwe strepen op de kop. Omdat ze op hun rug drijven en zwemmen, zorgen deze kleuren voor een zogenaamde omgekeerde schaduwwerking. Dit wordt ook wel de Wet van Thayer genoemd, naar de ontdekker ervan: Abbott Henderson Thayer. Deze wet zegt iets over de vorm van camouflage, waarbij het dier aan de bovenkant donker is en aan de onderzijde licht. Daarmee wordt het voor zowel vijanden uit de zee, als uit de lucht, moeilijk om het dier te onderscheiden. Een haai is een goed voorbeeld hiervan. Deze vis is namelijk van onderen wit, waardoor de dieren die hem van onderen zien denken, dat het het wateroppervlak is. Van boven is de haai grijs, dus de dieren die hem van bovenaf zien, denken dat ze de zeebodem zien. Zo is het ook met de blauwe draak. Als hij in de omgekeerde houding ligt, wijst de licht- en donkergekleurde blauwe buik naar boven, waardoor het de kleur van zeewater heeft. De lichte onderkant van onderaf gezien, lijkt op de zon weerkaatsing in het water.
De blauwe draak heeft, net als andere weekdieren, een radula (rasptong) als mond. In deze mond vind je verder nog veel, hele kleine tandjes, die gemaakt zijn van een zeer hard soort mineraal, zoals magnetiet. In combinatie met een sterke kaak, kan deze zeenaaktslak zich vastbijten in zijn prooi en kleine stukjes afscheuren om op te eten.
Voortplanting
Over de voortplanting is niet heel veel meer bekend dan dat ze hermafrodiet zijn. Dat betekent dat ze zowel mannelijke als vrouwelijke voortplantingsorganen bezitten. Ze kunnen alleen niet zelf hun eieren bevruchten, dus ze zullen voor de voortplanting wel moeten paren. Het mannelijk voortplantingsorgaan is bij de blauwe draak erg groot in verhouding tot zijn lichaam, en er zit een soort hoek in, waardoor ze tijdens de paring niet in de buurt komen van de met gif gevulde uiteinden van hun poten of vleugels. In tegenstelling tot de meeste naaktslakken, paren blauwe draken met hun buikzijdes naar elkaar toe. Na bevruchting kunnen alle exemplaren eieren leggen, meestal zijn dat er zo’n twintig. Ze leggen deze in een oud stuk hout of in een half vergane prooi. Er is niets bekend over het ouderschap van deze dieren.
Blauwe draak is heel giftig
Het meest intrigerende onderdeel van de blauwe draak is misschien wel dat hij, als een van de weinige dieren in de oceaan, immuun is voor het gif van zijn favoriete prooi: de staatkwallen. De lievelingsprooi is een grote staatkwal genaamd Portugees oorlogsschip (Physalia physalis). Dit dier is zo’n negen tot dertig centimeter groot. Het is geen echte kwal, maar een complexe kolonie van honderden poliepen. Al die poliepen hebben verschillende taken. Zo kan het dier met een aantal poliepen drijven, weer andere zorgen voor de lange tentakels waarmee hij zijn prooien vangt. In die tentakels zitten ook kleine harpoentjes die gif bevatten, waarmee hij zijn prooien verlamt. Daarnaast zijn er nog poliepen die zorgen voor de spijsvertering en de voortplanting. Maar het interessante met betrekking tot de blauwe draak is, dat deze staatkwal een heel ander soort gif heeft dan andere kwallen. Bij mensen kan dit leiden tot pijn, brandwonden, koorts, shock en ademhalingsproblemen. Soms verdrinken mensen zelfs, als ze verstrikt raken in de enorm lange tentakels van wel tien tot dertig meter! Niet veel dieren zijn immuun voor dit gif, behalve schildpadden – vanwege hun dikke huid – en dus de blauwe draak.
.
.
De blauwe draak eet een exemplaar van het Portugees oorlogsschip helemaal op, inclusief de giftige harpoentjes. Hij lijkt de grotere harpoentjes met gif te selecteren en op te slaan in speciale zakjes aan de uiteinden van zijn uitsteeksels. De kleinere harpoentjes eet hij gewoon op. In die zakjes concentreert zich dus een flinke hoeveelheid harpoentjes met gif. Dit gif is daarmee nog sterker en gevaarlijker, dan het in eerste instantie al was in de kwal zelf. De blauwe draak gebruikt dit gif tegen zijn vijanden. Uit zichzelf is de blauwe draak dus niet giftig, maar hij wordt dit, door het gif van zijn prooi op te slaan en te gebruiken.
Blauwe draken hebben daarmee een goed beschermingsmechanisme tegen vijanden, maar toch worden ze vaak niet groter dan drie centimeter en niet ouder dan een jaar. Soms komen blauwe draken ook in een groep voor, dat wordt in het Engels een blue fleet genoemd (een blauwe vloot). Sommige van deze groepen kunnen ook op stranden aanspoelen. Het aanraken van deze kleine, aangespoelde blauwe wondertjes kan echter gevaarlijk zijn! Een prik van het gif kan leiden tot misselijkheid, pijn, allergische reacties, hartkloppingen en huidproblemen. Je bent dus gewaarschuwd!
.
.
Bronnen:
©AnimalsToday.nl Hansje Cozijnsen