De Afrikaanse wilde hond, ook de geverfde wolf (painted wolf) genoemd, is buiten Afrika niet erg bekend. Toch verdient deze underdog wat meer naamsbekendheid, zeker omdat het dier ernstig bedreigd is.
Afrikaanse wilde honden behoren tot de Canidea familie (hondachtigen), maar zijn geen honden of wolven. Ze verschillen genoeg van de hond en de wolf dat ze zich met geen van beiden zouden kunnen voortplanten. De wetenschappelijke naam Lycaon pictus, ‘geverfde wolf’, hebben ze te danken aan hun vacht met bruine, zwarte, witte en gele vlekken. Het patroon is voor elk dier uniek.
Volwassen wilde honden zijn tussen de 79 en 106 centimeter groot en wegen tussen de 18 en 36 kilo. Opmerkelijk aan de dieren zijn naast de vacht, ook de grote, ronde oren en de lange poten. In tegenstelling tot andere hondensoorten, hebben deze dieren maar vier tenen per poot in plaats van vijf.
Habitat
Ooit leefden de wilde honden over de gehele oppervlakte van Afrika, van de woestijn tot de bergen, maar tegenwoordig zijn ze alleen nog te vinden in de sub-Sahara. De dieren leven daar op open vlaktes of in bossen. Nu zijn ze nog te vinden in delen van Botswana, Zimbabwe, Namibië, Zambia, Tanzania en Mozambique.
Roedelleven
De wilde honden leven en jagen in roedels. Daarvoor is het erg belangrijk dat ze goed kunnen communiceren. Ze communiceren door middel van bewegingen, gebaren, aanraking en geluiden zoals tjilpen. Recent onderzoek wijst er op dat de groep stemt om te gaan jagen door te niezen.
Familieleven
De roedel is familie-georiënteerd. Iedereen heeft een eigen taak en wordt als gelijk gezien binnen de groep. Elke roedel heeft een alfaman en alfavrouw, die als monogaam stel voor de voortplanting zorgen. Een langzame of slechte jager wordt niet verstoten. In plaats daarvan krijgt deze de rol van bijvoorbeeld kinderoppas. En ook voor ouderen en zwakken wordt gezorgd. Brandon Davis van Painted Dog Protection Initiative:
“Hun sociale structuur is gewoon fascinerend en is zoals die van een bijen- of mierenkolonie.”
De alfamoeder baart tussen de twee en 20 puppy’s per nest. De jonge dieren krijgen als eerste te eten. Dit is goed voor de overlevingscijfers van de jongen, maar voor volwassen leden van de roedel kan het wel gevaarlijk zijn. Als de groep groter wordt en er niet voldoende eten is, hebben puppy’s de prioriteit. Sommige leden sterven dan door voedseltekort.
Voedsel
De carnivoren leven als nomaden. Om hun eten te volgen moeten ze soms lange afstanden afleggen. Ze eten vooral antilopen zoals impala’s, maar gaan soms ook voor grotere dieren, zoals bavianen. Hun dieet vullen ze aan met knaagdieren en vogels. De wilde honden zijn erg succesvol in hun jacht doordat ze in groepen jagen, met meestal tussen de vijf en vijftien dieren. Hoe groter de groep, hoe efficiënter.
Bedreigingen voor de Afrikaanse wilde hond
Volgens de International Union for Conservation of Nature (IUCN) leven er nu nog maar 1,409 volwassen Afrikaanse wilde honden in het wild. Al jaren staat de Afrikaanse wilde hond op de Rode Lijst van de IUCN als bedreigd. Het grootste probleem is dat de dieren steeds meer naar bewoonde gebieden worden gedwongen. Hier worden ze soms aangereden door voertuigen of gedood door boeren die bang zijn dat de honden hun vee doden. Ook vormen gedomesticeerde honden een bedreiging omdat die ziekten kunnen overdragen.
Een ander groot probleem zijn strikken. Die zijn meestal bedoeld voor antilopen, maar als een wilde hond op een antilope jaagt, raakt het dier zelf erin verstrikt. De andere honden schieten het vastzittende dier te hulp, maar die raken daarbij zelf vaak gevangen in andere strikken. Zo kan een roedel in één keer weg zijn. Volgens de IUCN komt de daling in de populatie door mensen en is het onwaarschijnlijk dat de populatie ooit herstelt tot de oorspronkelijke grootte.
Bekijk ook onderstaand filmpje over de geverfde wolf, ofwel de Afrikaanse wilde hond:
.
.
.Bronnen:
©AnimalsToday.nl Sophie Jongma