Met de arrestatie van milieu- en dierenactivist Erwin Vermeulen is de discussie rond de Japanse praktijken met betrekking tot de dolfijn- en walvisjacht  wederom in alle hevigheid opgelaaid. Japan ligt al jaren onder vuur, niet in de laatste plaats om het weigert de traditionele dolfijnjacht in te perken en het met gestelde regels niet zo nauw neemt. De dolfijnenjacht van Taiji is berucht en Japan geeft maar liefst 23.000 vergunningen om dolfijnen te mogen afslachten.

JapanVolgens Scott West, onderzoeksdirecteur van de in Amerika gevestigde Sea Shepherd Conservation Society (SSCS), was de arrestatie van Erwin Vermeulen, op 16 december 2011 in Japan, bedoeld om Seasheperds Cove Guardians te intimideren. Dit in de hoop dat de dolfijnbewakers zullen vertrekken uit het vissersstadje Taiji waar jaarlijks dolfijnen massaal bijeen worden gedreven en vervolgens bruut worden afgeslacht. Volgens West:

“De kwestie rondom Erwin heeft geleid tot een tegenovergesteld effect in de vorm van steeds meer aanmeldingen van vrijwilligers die willen deelnemen aan de activiteiten om de dolfijn- en walvismoorden te stoppen”.

Door buitenlandse vrijwilligers zoals Vermeulen naar Taiji te sturen, heeft de SSCS zich de toorn van Japan op de hals gehaald, vooral nadat confronterend beeldmateriaal van bloedige dolfijnjachten werd gepubliceerd. De dolfijnenslachtingen van Taiji kwamen in 2010 onder internationale aandacht nadat er een film over het jaarlijkse ritueel was gemaakt met de titel “The Cove” die vervolgens werd bekroond met een Academy Award voor beste documentaire van dat jaar.

Toch bleek, toen Erwin Vermeulen op 22 februari 2012 vrijkwam, volgens de activisten niets veranderd te zijn in de diepgewortelde houding ten opzichte van dolfijn- en walvisjacht in Japan. Kazue Suzuki, een woordvoerder van Greenpeace Japan, zei:

”Vermeulen won zijn zaak omdat hij de wet niet overtrad maar dat betekent niet dat de anti-walvisvaarders eerbied in Japan hebben gekregen. De echte test is of de activisten in staat zijn om de slachtingen op walvissen en dolfijnen in Taiji te stoppen”.

De lokale media schilderen SSCS af als een agressieve organisatie die gebruik maakt van laserstralen en zogenaamde drones om de walvisvaarders te kwellen.

Drones zijn onbemande vliegtuigjes waarmee de groep de Japanse vloot walvisjagers kan opsporen en in het vizier kan houden. Voorheen konden de activisten alleen vertrouwen op een mix van gokwerk, ervaring en assistentie van buitenaf.

Drone
© Seashepherd

In januari, beschuldigde de Japanse krant “Japan Times” de organisatie van het overschrijden van de grens om op vreedzame en redelijke wijze protesten en acties te voeren doordat zij steeds minder vreedzaam de confrontaties met walvisvaarders zouden aangaan waardoor bemanningsleden aan beide zijden gewond kunnen raken.

Echter lijkt het erop dat de controverse in het voordeel van de Sea Shepherd uitpakt. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat op 21 februari van dit jaar een federale rechtbank in Seattle een verzoek van het Japans Institute for Cetacean Research heeft afgewezen. Het instituut had een verzoek ingediend om ervoor te zorgen dat de Sea Shepherd haar anti-whaling activiteiten in de Antarctische Oceaan zou staken. Hoewel Westerse landen, waaronder de VS en Australië, de Internationale Walvisvaart Commissie (IWC) op walvisvangst respecteert, willen zij toch dat Japan stopt met haar zogenaamde “wetenschappelijke expedities”.

Terwijl de IWC, volgens een in 1987 genomen besluit, het doden van jaarlijks duizend walvissen toestaat in de Antarctische Oceaan voor onderzoeksdoeleinden, blijkt toch dat het walvisvlees uiteindelijk grotendeels voor commerciële doeleinden wordt gebruikt.

Activisten hebben Japan de afgelopen jaren beschuldigd van het misbruik maken van de door het IWC vastgestelde quota om op die manier gewoon door te gaan met commerciële walvisvangst waardoor deze zoogdieren ernstig bedreigd worden.

Daarnaast wordt Japan ook beschuldigd van het steunen van walvisjacht met miljarden dollars en het in stand houden ervan dat sterke overeenkomsten heeft met hoe bijvoorbeeld Noorwegen dat doet.

De campagne van de Sea Shepherd waarbij zij de verspilling van publieke financiering ter ondersteuning van de snel verouderende industrie bevecht, heeft Japan eerder gedwongen om haar “wetenschappelijke expedities” in de Antarctische wateren af te blazen.

In 2010 verscheen het boek van de walvisvaartonderzoeker Prof. Yusuke Sekiguchi met de titel “How to Catch Dolphins”. Hierin zegt hij dat de dolfijnenvangst gebaseerd is op het lot en de Japanse cultuur waarbij dieren worden gevangen, gedood en met dankbaarheid worden gegeten.

Naoko Koyama van het Instituut van de biodiversiteit in Japan, een non-overheidsorganisatie in Kyoto, die zich inzet om de levering aan aquaria van levend gevangen dolfijnen te stoppen, zegt dat de Japanse ruiming van dolfijnen en walvissen de voornaamste botsing veroorzaakt tussen de Japanse en westerse culturen. “Als demonstranten moeten we proberen een nauw debat te vermijden”, zei ze. Koyama’s kleine organisatie telt op dit moment 15 leden en baseert haar campagne op het verspreiden van feiten over de negatieve gevolgen voor wilde zoogdieren wanneer zij worden opgesloten in aquaria voor commerciële winst. Volgens Koyama zijn de resultaten bemoedigend omdat steeds meer gelijkgestemden haar organisatie steunen.

Iwao Takayama, die Vermeulen als advocaat vertegenwoordigde, zei:

“Buitenlandse activisten spreken over het respect dat zij hebben voor de wet, dat inderdaad de basis is geweest voor de overwinning in de rechtszaak. Maar om respect in Japan af te dwingen, is het belangrijk om, bij voorkeur in het Japans, de dialoog open te houden om op die manier zaken uit te praten”.

Vooralsnog ziet het ernaar uit dat de weerstand ten opzichte van de dolfijn- en walvisvangst globaal steeds weer groter wordt. Het feit dat, naast de afwijzing van het verzoek van Japan door een federale rechtbank in Seattle, nu ook in Japan geschreven, gedacht en in het geval van Naoko Koyama actief wordt meegedaan ter bevordering van het stoppen van de vangst op aquariumdolfijnen, zijn stappen in de goede richting.

Japan zelf

Wanneer men echter kijkt naar uitkomsten van opiniepeilingen in 2008, die in opdracht van Greenpeace Japan door het Nippon Research Center zijn uitgevoerd met betrekking tot walvisvangst in Japan, reflecteren die helaas een zeer langzame verandering.

Uit een geselecteerde database, waar internetgebruikers zich beschikbaar konden stellen voor interviews voor specifieke projecten, werden willekeurige respondenten geselecteerd. Voor de peiling werd contact opgenomen met 1,051 mensen, van 15 tot 60 jaar en werden er 18 vragen gesteld over walvisvangst. Zo was 31% ten gunste van de walvisvangst, 25% was tegen en 44% was voor noch tegen (geen mening). Toen de resultaten werden geanalyseerd volgens leeftijd en geslacht, bleken vrouwen en jongeren zich meer te verzetten tegen de walvisvaart, waarbij vrouwen tussen 15 tot en met 39 een meerderheid vertegenwoordigde.

De vragen van de peiling waren gelijk aan die van de peiling in 2006. Hieronder de resultaten van beide peilingen.

2006 2008
Voor walvisjacht 35% 31%
Tegen walvisjacht 26% 25%
Geen mening 39% 44%

De peiling gaf de ondervraagden daarnaast ook nog vier andere keuzes:

  1. Japan zou walvisjacht moeten doen op volle zee en aan de Japanse kust.
  2. Japan zou walvisjacht moeten doen aan de Japanse kust maar niet op volle zee.
  3. Japan zou walvisjacht moeten doen op volle zee maar niet aan de Japanse kust.
  4. Japan zou moeten stoppen met walvisjacht.

De uitkomsten van deze vier keuzes:

Walvisjacht volle zee en Japanse kust Walvisjacht Japanse kust en niet op volle zee Walvisjacht op volle zee en niet Japanse kust Stoppen met walvisjacht Anders
21% 45% 3% 26% 5%