Uit onderzoek is gebleken dat vogels ‘voelen’ dat er storm op komst is. Zij zijn heel gevoelig voor veranderingen in luchtdruk. Als de luchtdruk omlaag schiet weten vogels dat zij ‘moeten wegwezen’ en zoeken ze dekking.
Als het stormt, vanaf windkracht 9, houden vogels zich schuil. Zo houden zangvogels zich schuil tussen de struiken of in de bomen. In stedelijke gebieden schuilen zij in de luwte van huizen en gebouwen. Andere vogels, zoals watervogels, verschuilen zich tussen het riet. Zeevogels zijn een beetje wind wel gewend en blijven gewoon op zee.
Ook zijn er vogels die gewoon op voedseltocht gaan. Zo scheren noordse stormvogels vlak over de golven, op zoek naar prooi. Onze kust kan tijdens een storm ook worden aangedaan door het vale stormvogeltje, een echte zeevogel.
Lyall Watson, een Engelse bioloog, heeft een biologische windschaal gemaakt. Met deze schaal kan hij meten wat de invloed van de wind is op dieren en planten. Zo kwam hij erachter dat bij windkracht 8 nog maar weinig vogels in de lucht zijn. Als het stormt, bij windkracht 9, vliegen alleen de zwaluwen en eenden nog. Bij windkracht 10 houden alle vogels het voor gezien en zoeken ze dekking.
Bron:
©AnimalsToday.nl Walter Eijndhoven