De vraag naar huisdieren en dierlijke producten vanuit de Verenigde Staten vormt een bedreiging voor sommige Afrikaanse diersoorten. Dat wijst een nieuw rapport van World Animal Protection uit. Het rapport richt zich op de legale export vanuit Afrika en brengt onverwacht hoge cijfers aan het licht.
We kennen ze allemaal, de schoenen van slangenleer en vloerkleden van dierenhuid. Modeartikelen waarvan steeds meer mensen zich realiseren dat er een in bloed geschreven prijskaartje aan hangt. Dat ook de export van levende dieren de populatie in het land van herkomst ernstig kan schaden, is minder bekend. Voor elk exotisch dier dat levend bij een huisdierbezitter terechtkomt, zijn er anderen tijdens de vangst of het transport gestorven.
Exoot populair als huisdier en ter decoratie
De handel in exotische huisdieren vormt in Afrika inmiddels een reële bedreiging voor het voortbestaan van enkele inheemse diersoorten. Dat wijst het rapport uit dat werd opgesteld door World Animal Protection (WAP), een internationale non-profit organisatie die zich inzet voor dierenwelzijn.
Het rapport richt zich op de bruto export van zowel levende dieren als dierlijke producten die legaal vanuit Afrika worden verhandeld. Er komt ook in naar voren welke diersoorten veelvuldig uit Afrika worden geëxporteerd. Onder andere de koningspython, keizerschorpioen en producten van olifanten blijken gewilde handelswaar.
Veel van de uit Afrika geëxporteerde dieren eindigen als ‘exotisch huisdier’ in de Amerikaanse huisdierenhandel. De vijf meest legaal verhandelde levende dieren in de periode 2011-2015 zijn de koningspython, de grijze roodstaartpapegaai (voor wie in 2016 in verband met ernstige bedreiging van de soort al een totaalverbod op de internationale handel uit het wild werd ingesteld), de keizerschorpioen, het panterschildpad en de steppevaraan. Volgens de cijfers van World Animal Protection werden tussen 2011 en 2015 elk jaar honderdduizenden van deze dieren geëxporteerd. Meer dan de helft ervan was daarbij bestemd voor de Verenigde Staten. Het land is de grootste afnemer van levende wilde dieren ter wereld en importeur van miljoenen dieren per jaar.
Dieren als product gezien
De koningspython, keizerschorpioen en steppevaraan hebben geen bedreigde status. Wel staan ze alledrie bij CITES -de instelling die grensoverschrijdende handel in wilde dieren reguleert- geregistreerd als soort waarvoor handel streng gemonitord dient te worden om te voorkomen dat de situatie escaleert. Voor dergelijke soorten is het exporteren alleen toegestaan wanneer het dier op een legale manier is verkregen en het verhandelen ervan de overleving van de soort niet in gevaar zal brengen.
Toch worden veel van deze dieren als gevolg van de handel met uitsterven bedreigd. Edith Kabesiime, de in Uganda gestationeerde wildlife campagnemanager van WAP, zegt dat “mensen wilde dieren nog steeds vaak als koopwaar zien.” Ze benadrukt dat het feit dat de handel legaal is, nog niet wil zeggen dat deze ook redelijk is:
“Dit zijn wilde dieren, geen goederen die in een fabriek worden gemaakt.”
Dat het mensen echter vaak alleen om het eindproduct gaat, tonen de wrange cijfers uit het rapport: van de Nijlkrokodil, Kaapse pelsrob, Hartmanns bergzebra, olifant en het nijlpaard werden het vaakst huiden geëxporteerd voor de verwerking in gebruiksvoorwerpen als handtassen en tapijten.
Een significant deel van de dierenhuiden van grotere diersoorten (meer dan 40% olifanten en 16% zebra’s) werden tussen 2011 en 2015 naar de Verenigde Staten geïmporteerd. Azië is eveneens groot afnemer; van de nijlkrokodillenhuiden ging 60% daarheen, en Hong Kong alleen ontving meer dan de helft van de nijlpaardhuiden.
Gegevens over internationale handel gebrekkig
Voor hun analyse heeft WAP de database van CITES doorgespit. Daarin staan de gegevens met betrekking tot de handel in miljoenen diersoorten geregistreerd. Critici zeggen echter dat de CITES-handelsdatabase gebreken heeft. Geregistreerde aantallen van exporterende en importerende landen komen vaak niet overeen. Dieren worden mogelijk dubbel gerapporteerd, er zit vertraging in de verwerking van de gegevens, of mensen maken fouten bij het invoeren van de data en de identificatie van diersoorten. Een ander nadeel is dat de database alleen onder CITES geregistreerde soorten bijhoudt. De database is echter de enige in zijn soort en daarom de beste beschikbare bron.
Transport kost levens
Naast exportaantallen en betrokken diersoorten besteedt het WAP-rapport aandacht aan de condities waarin dieren worden getransporteerd. Zo wordt bijvoorbeeld duidelijk dat koningspythons worden verscheept in krappe kratten waar ze veel stress van krijgen. Keizerschorpioenen komen in kleine plastic containers terecht, waarin ze worden gehouden totdat ze worden verkocht. En alsof ze dan nog niet genoeg hebben afgezien, komen de dieren na verkoop waarschijnlijk terecht bij huisdiereigenaren die niet volledig ingericht zijn om in hun behoefte naar een warme en vochtige leefomgeving te kunnen voorzien.
Het sterftecijfer in de wereldwijde handel in wilde dieren ligt zodoende hoog en vormt een realistische bedreiging voor de biodiversiteit. Dieren die uit de natuur worden weggenomen kunnen in hun natuurlijke omgeving niet meer voor nakomelingen zorgen en in het geval van sociaal levende dieren gaat er met het verlies van een individu ook een groepslid met een eigen rol en unieke kennis en ervaring verloren.
Zeker omdat er door de handelaren al bij voorbaat rekening wordt gehouden met het verlies van een bepaald percentage dieren, en dus meer dieren worden verhandeld dan het aantal waar in de markt vraag naar is, ontstaat grotere schade aan de wilde populatie dan het geval zou zijn wanneer vraag en aanbod gelijk zouden zijn.
Consument heeft sleutelrol
Het terugdringen van de vraag naar wilde dieren en dierlijke producten is de belangrijkste kans voor dierenpopulaties om zich te herstellen. WAP hoopt dat consumenten met die wetenschap kritischer gaan kijken naar hun rol in de dierenhandel. Zeker nu de Verenigde Naties onlangs bekend maakten dat de directe exploitatie van organismen als de tweede grootste oorzaak van verandering in de natuur bestempeld kan worden, na veranderingen in het gebruik van land en zee.
We zitten nu op een keerpunt en het is aan ons om te bepalen naar welke kant de weegschaal doorslaat. De Afrikaanse biodiversiteit is ervan afhankelijk.
Bronnen:
©AnimalsToday.nl Merel Roks