De almachtige heerser over fauna en flora heeft gesproken: voor ganzen is geen plek in onze wereld en dus moeten de vogels grotendeels worden uitgeroeid. In ieder geval in Overijssel en Zeeland.
Meer dan de helft van de Noordwest-Europese populaties kolganzen, grauwe ganzen en brandganzen overwintert in ons land. Nederland heeft dan ook een grote internationale verantwoordelijkheid en verplichting voor het bieden van rust, ruimte en voedsel voor deze ganzen. De provincie Overijssel wil nu de populatie grauwe ganzen fors verkleinen, door koppels af te schieten en ruiende ganzen te vergassen. En ook in Zeeland bestaan plannen om ganzen uit te roeien.
Voor ganzen is geen plek
Gedeputeerde Maurits von Martels (BBB) in Overijssel:
“Het aantal grauwe ganzen moet fors terug worden gedrongen. De populatie grauwe zomerganzen in Overijssel ligt nu rond de 40.000. Met de inzet van zwaar geschut moeten dat er uiteindelijk zo’n 14.000 worden, net als in 2005.”
Ruiende ganzen kunnen niet vliegen en worden in containers gedreven om vergast te worden met koolstofdioxide. Per vangactie worden ongeveer 300 ganzen gedood. Andere methoden die in ons land gebruikt worden zijn ‘legselbehandeling’, waarbij ganzeneieren in olie worden gedompeld of er een gaatje in wordt geprikt, waardoor ze niet meer uitkomen. Van sabotage van ganzeneieren tot vergassing en afschot van volwassen dieren, alles lijkt te worden toegestaan om van deze prachtige dieren af te komen. Ganzen zijn nergens meer hun leven zeker.
Geven ganzen echt zo veel schade?
Er wordt gedaan alsof ganzen, de grauwe gans voorop, voor de landbouw (veeteelt eigenlijk) een enorm probleem vormen. Uit onderzoek door Altenburg & Wymenga ecologisch onderzoek, blijkt echter dat ganzen vrijwel geen blijvende schade aanrichten aan grasland. Meerdere studies laten zien dat ‘zichtbare schade’ aan een perceel gedurende de periode dat ganzen aanwezig zijn, niet automatisch leidt tot opbrengstverlies op het moment van maaien of oogsten. Onderzoekers vragen zich zelfs af, gezien alle variaties, of de impact van ganzen op de landbouw überhaupt wel goed te kwantificeren is. De taxatiemethodes zouden moeten worden aangepast, zodat ze in overeenstemming zijn met de werkelijkheid. En hoeveel werkelijke schade kan afschot of vergassing van beschermde dieren überhaupt legitimeren?.
.
BIJ12 start in samenwerking met Altenburg & Wymenga en Sovon vogelonderzoek, wel een landelijke praktijkproef naar de effectiviteit van lasers als middel om ganzen te verjagen. De zogenaamde Agrilasers worden getest op landbouwgrond.
Winterganzen
Uit tellingen van Sovon blijkt dat tegenwoordig op het hoogtepunt van de winter ruim 2 miljoen ganzen in Nederland verblijven, iets minder dan enkele jaren geleden. De meeste ganzen zijn broedvogels uit Noord- en Oost-Europa en de Arctische toendra’s tussen Spitsbergen en West-Siberië.
Zomerganzen
De in Nederland broedende zomerganzen vormen een minderheid onder de wintergasten. Vooral van de grauwe gans, brandgans, grote Canadese gans en Nijlgans broeden ook behoorlijke aantallen in Nederland. De laatst bekende landelijke cijfers kwamen op ruim 600.000 ganzen, voor driekwart bestaande uit grauwe ganzen. Schadevergoedingen worden uitgekeerd op basis van taxaties die door taxatiebureaus worden uitgevoerd in opdracht van BIJ12. BIJ12 is onderdeel van de Vereniging Interprovinciaal Overleg (IPO) en ondersteunt de samenwerkende provincies bij de uitvoering van wettelijke taken en met kennis, informatie en data over het landelijk gebied en de fysieke leefomgeving. Zorg voor de natuur en de omgeving waarin wij leven is één van de taken van provincies. Uitgekeerde schadebedrag Overijssel in 2022: 1.933.534 euro. Het schadejaar loopt van 1 november 2021 tot en met 31 oktober 2022.
Maar BIJ12 zegt ook: in de meeste gevallen mogen dieren alleen gedood worden wanneer ook voldoende preventieve, niet-dodelijke maatregelen zijn genomen. Een goede afwatering van percelen maakt deze minder aantrekkelijk voor ganzen. Ook kan de kans op schade in een volgend gewas verminderen door oogstresten afdoende onder te werken. Wordt daar genoeg aan gedaan, vragen critici zich af.
Betere onderbouwing voor tot afschot wordt overgegaan
Volgens de WUR wordt ganzenschade vaak gerelateerd aan het aantal aanwezige ganzen, niet aan de schade die ze aanrichten, en dus wordt aangenomen dat afname van het aantal ganzen automatisch moet leiden tot minder schade. Ganzenschade is echter afhankelijk van veel meer factoren (weers- en seizoensomstandigheden, timing van beweiding of de oogst).
Studies tonen aan dat het complex is om het precieze opbrengstverlies door ganzenbegrazing te kwantificeren. Ook blijkt dat de gegevens over schade per soort, en de timing van die schade, weinig betrouwbaar zijn door de huidige taxatieroutines. Dit vraagt om een andere benadering van onderzoek naar de relatie tussen aantallen en schade, welke het ook mogelijk maakt om nauwkeurigere voorspellingen te doen over schade-ontwikkeling door ganzen op grote ruimtelijke schaal.
Er zijn nog steeds belangrijke kennishiaten in relatie tot begrazing door ganzen en het optreden van ganzenschade. Voor het leggen van een causaal verband tussen de schade en begrazing door de betreffende ganzensoort is het vanzelfsprekend van groot belang dat de soort, of soorten, die de schade hebben veroorzaakt op een juiste manier worden geïdentificeerd. Op dit moment is het onjuist toeschrijven van schade aan ganzensoorten zodoende een fundamenteel probleem in de taxatieprocedure bij ganzenschade.
Per soort bekijken
Een eerste belangrijke eerste stap is het kwantificeren van de schade per soort. Dit kan eerst op perceelschaal, waarbij de bezoeken aan percelen worden gecombineerd met tellingen van ganzen (of bepalen van keuteldichtheden en bepalen soort via DNA-analyse) en metingen van schade door experimenten, waarbij ook rekening wordt gehouden met verschillen in grasgroeiomstandigheden.
Doel moet zijn om op grote ruimtelijke schaal de schade toe te kunnen schrijven aan soorten, en om de belangrijkste factoren (type grasland of gewas, maand van het jaar, weersomstandigheden, interacties tussen soorten, verjaagintensiteit, voedselaanbod) te identificeren die het meest bepalend zijn voor het ontstaan van schade. Alleen dan wordt duidelijk welke soorten verantwoordelijk zijn voor welk deel van de vraatschade en welke andere oorzaken een rol spelen.
WUR beveelt aan de routine rond de taxatieprocedures verder te ontwikkelen tot een goede kwantitatieve en reproduceerbare (over de jaren en tussen provincies vergelijkbare) standaard, op een wijze die beter aansluit bij het uitvoeren van beleidsevaluaties en scenarioberekeningen.
Maatregelen werken tot nu toe te weinig
Al jaren probeert Overijssel de populatie grauwe ganzen te verkleinen. Bijvoorbeeld door eieren van broedende ganzen in te smeren met maïsolie. Zo zijn vorig jaar zo’n 22.000 eieren onklaar gemaakt. Ook werden circa 9000 ganzen geschoten. Toch zetten deze maatregelen weinig zoden aan de dijk. Daarom komt gedeputeerde Von Martels nu met zwaarder geschut:
“Volgend jaar januari wordt gestart met het afschieten van zogenaamde koppelvormers. Dat zijn paartjes grauwe ganzen die van plan zijn om te nestelen. Zo voorkomen we dat deze paren de komende jaren jongen voortbrengen.”
BIJ12 behandelt namens alle provincies jaarlijks zo’n 6.000 aanvragen voor tegemoetkoming in faunaschade. Het gaat doorgaans om schade aan gewassen door natuurlijk in het wild levende dieren, zoals vermeende schade aan gras door ganzen of schade aan fruit door mezen. In 2021 werd voor ruim 35 miljoen euro aan tegemoetkomingen uitbetaald. De grauwe gans zou conform de aanvragen in 2022 voor ruim 23 miljoen euro aan schade hebben aangericht in Nederland.
Vogelbescherming Nederland is niet te spreken over plannen om ganzen af te maken. Ruud van Beusekom:
“Wij vinden dat je grauwe ganzen moet verjagen van plekken waar je ze niet wilt hebben. Afschieten van vogels kan nooit de bedoeling zijn. Zeker niet in natuurgebieden tijdens het broedseizoen.”
Het massaal doden van deze prachtige wilde dieren, waarbij jaarlijks tienduizenden ganzenfamilies worden verwoest, helpt niet. Integendeel, de populatie groeit nog steeds, zegt onder meer de Dierenbescherming:
“De Dierenbescherming vindt het dan ook onbegrijpelijk en onacceptabel dat jagers, boeren, politiek en overheden de ‘oplossing’ blijven zoeken in het doden van honderdduizenden ganzen per jaar.”
Europarlementariër Anja Hazekamp (Partij voor de Dieren) heeft schriftelijke vragen gesteld aan de Europese Commissie over een Zeeuws plan om duizenden ganzen te gaan vergassen in Europees beschermde natuurgebieden. Hazekamp:
“Het vergassen van ganzen is wreed en onacceptabel. De vergassingen zouden ook nog eens plaatsvinden in beschermde Natura 2000 gebieden en gericht zijn op beschermde vogelsoorten. Dat is schandalig en strijdig met EU-regels.”
BirdAlert om ganzen te verjagen
Een BirdAlert mét knalapparaat is een effectief middel voor het verjagen van ganzen op graslanden. Dit blijkt uit een onderzoek dat BIJ12. De BirdAlert is effectief binnen een straal van 250 meter. Op de BirdAlert kunnen andere apparaten worden aangesloten, zoals een knalapparaat, een opblaasbare vogelverschrikker of een luidspreker met afschrikkende geluiden. Deze apparaten worden geactiveerd op het moment dat de BirdAlert vogelgeluiden hoort.
Bronnen:
©AnimalsToday.nl Marianne Miltenburg