Uit onderzoek blijkt dat bepaalde vogels, zonder zelf voor eigen nageslacht te zorgen, naaste verwanten helpen met het beschermen van een nest. Vooral in gebieden met veel broedparasieten als de koekoek.
Een team van wetenschappers onderzocht hiervoor in Australië een zangvogelsoort, het ornaatelfje. Deze vogels werken samen, in groepen van drie of meer om de eieren en jongen te beschermen. Wetenschappers noemen dit ‘coöperatief broeden’. Dit gedrag schijnt vooral voor te komen bij dieren met monogame relaties in onvoorspelbare en snel veranderende milieus: de overlevingskansen zijn dan groter.
Twee regio’s in de wereld
Voor een soort als het ornaatelfje lijkt er nog een andere reden te zijn, namelijk de aanwezigheid van broedparasieten als de koekoek. Zoals bekend legt deze vogelsoort haar eieren in het nest van andere vogelsoorten.Uit het onderzoek bleek verder dat er twee regio’s in de wereld zijn waar coöperatief broeden en broedparasitisme veel voorkomen, namelijk in Afrika ten zuiden van de Sahel en in Australazië.
De onderzoekers ontdekten dat coöperatief broedende vogels aantrekkelijker lijken voor broedparasieten om een ei bij te leggen. Waarschijnlijk komt dit doordat de samenwerkende vogels beter voor hun eigen jongen zorgen en dus zullen zij ook beter voor het jong van de broedparasiet zorgen. Deze jongen groeien uit tot sterke vogels, dat weer een voordeel is voor broedparasieten als de koekoek.
De wetenschappers kwamen er ook achter dat het andersom werkt. Hoe groter de groep coöperatieve vogels, hoe beter zij bestand zijn tegen broedparasitisme. Voor beiden lijkt het dus handig: de parasieten die een ei in het nest van samenwerkende ornaatelfjes weten te krijgen, kunnen op betere verzorging rekenen, terwijl de ornaatelfjes meer eigen nakomelingen krijgen.
De onderzoekers denken nu dat broedparasitisme een mogelijke factor is in het ontstaan van coöperatieve vogelpopulaties.
Deze week verschijnt het artikel in het blad Science.
Bron: NU.nl ©PiepVandaag.nl Walter Eijndhoven