Vorige week vond ik op zolder een verzwakte dagpauwoog. Om hem te laten aansterken zette ik hem instinctief op een bordje met aangesneden fruit zodat hij hiervan kon drinken. De vlinder buiten zetten leek geen optie, want daar was het immers, zo dacht ik, veels te koud. Dat had ik dus mis toen ik een paar dagen geleden toevallig stuitte op het artikel ‘Help, er zit een vlinder in mijn huis!’ van De Vlinderstichting.
Hoe gek het ook klinkt een vlinder die je in huis vindt kan je beter buiten zetten dan in huis laten zitten. Warme ruimtes zijn namelijk ongeschikt als overwinteringsplaats voor vlinders. Vlinders gaan net als andere dieren ’s winters in winterslaap. Tijdens het in slaap gaan halen zij het vocht uit hun lichaam en brengen ze hun spijsvertering terug tot een minimum en vormen een soort antivries in hun lichaam. Op die manier kunnen ze, in tegenstelling tot wat hun kwetsbare lichaampjes doet vermoeden, temperaturen tot minus 20 graden overleven. Kou is dus geen probleem voor de vlinders.
Waarschijnlijk is de vlinder op mijn zolder in winterslaap gegaan en is hij ontwaakt toen ik de kachel heb aangezet. Het ontwaken uit een winterslaap kost de vlinder veel energie. De vlinder kan zijn reserves niet aanvullen, omdat er in de winter meestal geen bloemen meer bloeien waarvan de vlinder de nectar kan drinken.
Kom je een vlinder tegen in huis, zet hem dan vooral buiten. Bijvoorbeeld onder een afdakje, in een schuurtje of in een holle boom. De vlinder kan je het beste vangen met behulp van een glas zodat hij zo min mogelijk beschadigt.
En de vlinder in mijn huis? Die heeft het helaas niet overleefd, omdat ik dacht dat het het beste idee was om deze terug op zolder te zetten zodat zij weer terug in winterslaap kon gaan. Mocht ik nog een vlinder tegen komen in huis dan zal ik deze voortaan buiten zetten.
Bron: De Vlinderstichting ©PiepVandaag.nl Lianne Raat
2 Comments
Comments are closed.
Wauw, mooi Jeroen! Dacht iedereen maar zo als jij, dan was de wereld een stuk mooier. Ik doe het ook met alle andere insecten, ook spinnen, pissebedden, motvlinders, noem maar op. Maakt me niet uit wat een ander er van denkt.
Een tijdje geleden was ik in een zalencentrum en zag daar in de hal een vlinder wanhopig tegen de verlichting aanvliegen op zoek naar de buitenlucht. Ik heb een stoel gevraagd en de vlinder snel, maar voorzichtig in mijn holle hand gevangen. Toen ik buiten mijn hand opende vloog hij in het zonlicht vrolijk fladderend weg, de vrijheid tegemoet. Ik volgde hem zolang ik hem kon zien, meer dan 100 meter lang. Het was een prachtig gezicht. Het stond voor mij symbool voor alle dieren die in vrijheid zouden moeten leven.