De Canadese authoriteiten zijn er van overtuigd dat de bevolking, na het ernstigste nucleaire ongeval in 25 jaar, veilig is en geen gezondheidsrisico’s loopt door radioactieve neerslag uit de Fukushima kerncentrale. Volgens hen komt de meeste straling in de oceaan terecht, waardoor het wordt verdund en geen bedreiging meer vormt.
Physicians for Global Survival, een Canadese anti-kernenergiebeweging, is van dat laatste helemaal niet overtuigd. Er komen steeds meer bewijzen binnen dat de gevolgen van de ramp voor de Grote Ocaan veel erger zijn dan verwacht. Metingen van het Japans visserijbureau tonen aan dat in 60 tot 80 % van de visvangsten radioactief cesium wordt aangetroffen. De Canadese Voedsel- en Warenautoriteit zegt dat zij op de hoogte is van deze cijfers, maar dat de gemeten gehaltes laag zijn en dat bovendien de meeste vis die naar Canada wordt geëxporteerd veel verder uit de kust van Japan wordt gevangen en dat de gehaltes aan radioactieve stoffen van deze vis niet hoog zijn.
Maar de Japanse cijfers tonen in diverse naar Canada geëxporteerde vis en andere zeeproducten verhoogde radioactiviteit aan: in november overschreed 18 % van de kabeljauw, 21 % van de paling, 22 % van de tong en 33 % van het zeewier een kort tevoren door Japan ingesteld stralingsplafond.
Besmetting van vis in de Grote Oceaan zou voor miljoenen mensen ver strekkende gevolgen kunnen hebben. De grootste visvangsten van de wereld vinden hier plaats en deze vormen voor alleen al een miljard mensen in Azië de belangrijkste eiwitbron.
Volgens de Canadian Coalition for Nuclear Responsibility is het onjuist om te beweren dat het stralingsniveau veilig of onschadelijk is: de geruststellingen zijn volgens deze organisatie volkomen onverantwoordelijk en beïnvloed door de krachtige nucleaire industrie in Canada.
Op dit moment is nog maar weinig studie verricht over de vraag hoe Fukushima het leven in de Grote Ocaan beïnvloedt. Eén van deze studies, die afgelopen mei in Environmental Science & Technology is gepubliceerd, wees uit dat in vis en schaaldieren die afgelopen maart in de buurt van Fukushima werden gevangen, het veilige stralingsniveau met een factor 10.000 werd overschreden. In micro-algen was deze factor zelfs 19.000. Deze niveaus werden gemeten vóórdat in april vanuit de verwoeste centrale 11.000 ton radioactief water in de Grote Oceaan werd geloosd, en door andere lekken nog enkele honderden tonnen méér.
Maar sedert deze vroege studie is maar weinig gepubliceerd. Een nog niet gepubliceerde studie geeft echter alarmerende resultaten: in mei en juni heeft een door privé geld gefinancierde groep wetenschappers een expeditie van vijftien dagen in de Grote Oceaan uitgevoerd om onderzoek te doen naar het stralingsniveau van water, vis en plankton. De gehaltes aan radioactief cesium bleken 45 miljoen maal hoger te zijn dan vóór het ongeluk en daalden snel, totdat zij onverwachts bleven steken op een niveau van 10.000 maal de niveaus van vóór het ongeluk. Dit kon alleen worden verklaard doordat de straling door het water niet werd verdund zoals verwacht of dat er mogelijk, lang na het ongeluk, nog steeds radioactiviteit in het water terecht kwam, b.v. doordat het grondwater besmet was geraakt of omdat Fukushima toch nog steeds radioactief water lekte. Ook is het mogelijk dat radioactiviteit zich toen al in de voedselketen aan het ophopen was.
Ook andere gevolgen van Fukushima zijn onverwacht. De eerste wrakstukken van de tsunami spoelden medio december al op de Canadese westkust aan, een jaar eerder dan de wetenschappers en de overheid hadden voorspeld. Deze wrakstukken zijn onderdeel van de 18 miljoen ton die na de ramp in de Grote Oceaan terecht is gekomen. Men verwacht dat het grootste gedeelte hiervan zich zal gaan voegen bij de al bestaande hoeveelheid troep die in de “Pacific Gyre” ronddrijft.
Bron: Montreal Gazette