Bij Stichting Melief in Sögel, Duitsland, leven meer dan 1200 dieren. Marc Winters en Lothar Vermeulen geven dieren die verwaarloosd, mishandeld of met de dood bedreigd worden, een fijne en permanente plek. Ze kunnen rustig oud worden bij Stichting Melief en het leven vieren. Onlangs werd de dierenfamilie uitgebreid met vier zuiglammeren, die veel geluk hebben gehad.
Spring is in the air! Veel mensen versieren hun woning om de lente in huis te halen, bijvoorbeeld met takken en paasversieringen. Maar bij het voorjaar denken we ook aan kuikentjes en lammetjes, kortom: nieuw leven.
Degene die het langste van te voren zijn voorbereidingen heeft getroffen voor de lente, is de producent van de schattige lammetjes. Hij laat eind augustus de ram weer bij de ooien, waardoor eind december al de eerste lammetjes worden geboren. Een schaap krijgt meestal 2 lammetjes. Deze kan de boer niet allemaal zelf houden. Ze mogen een tijdje bij de moeder drinken en gaan vervolgens mee met de handelaar. Sowieso de rammetjes natuurlijk, want daar heeft de boer er maar een paar van nodig om zijn ooien te laten dekken.
Zuiglam of Paaslam
Vervolgens worden de diertjes in de volksmond zuiglam of paaslam genoemd. Veel mensen zijn vertederd door deze jonge vrolijke dieren die door de wei dartelen. Maar de dieren verdwijnen al snel in de spreekwoordelijke volksmond… Zuiglam geeft aan dat het lam alleen melk heeft gedronken en nog geen gras heeft gegeten, wat het lamsvlees een zachte, romige smaak geeft. Let wel: het gaat om baby’s van 60 dagen oud… dat waren die vrolijke, dartelende lammetjes…
Vroeger werd diegene, die dit schattigs op tafel toverde, boer genoemd. Als je weet dat het in deze industrie om miljoenen baby-schapen gaat, is producent een betere benaming. Van een dergelijk bedrijf hebben wij vier schapenlammetjes het leven kunnen redden door ze op de Melief-boerderij op te nemen. Het viertal was het zwakke overschot. Zwak doordat het ging om een diertje van een drieling of doordat de moeder geen melk meer had door een uierontsteking. Het viertal mocht zo meegenomen worden, het is arbeidsintensief om ze kunstmelk te geven op een bedrijf met 600 ooien en dus ruim 1200 lammeren, vandaar dat de boer de diertjes liet gaan. Veel boeren kiezen ervoor om de zwakke dieren niet te verzorgen, waarbij we allemaal snappen waar dat letterlijk en figuurlijk voor de diertjes eindigt…
Gelukkig maken de lammetjes het elke dag wat beter. Elio, het kleinste diertje (wit met zwart hoofd) was de eerste dagen echt een zorgenkind. Hij was toen de lammetjes opgehaald werden, zo bij zijn moeder weggehaald. Chiara (wit, zwart hoofd en zwarte borstvlek), Marzia (zwart) en Oliver (crème met zwarte spikkels) deden het beter na de omschakeling van koemelk, wat een goedkope vervanging is van moedermelk die veel schapenboeren gebruiken, naar lammerenmelk, wat een samenstelling heeft die aansluit op wat de jonge dieren nodig hebben.
Adoptie
Alle lammetjes van de boer worden maar 60 dagen oud. Maar de vier lammetjes die bij Melief zijn gekomen, hebben een levensverwachting van 15 tot 20 jaar! Wie adopteert Elio, Marzia, Chiara of Oliver op afstand, zodat zij in hun leven verzekerd zijn van melkvoeding, hooi, stro, diergeneeskundige verzorging, hoefverzorging en anti-parasitaire middelen? Deze diertjes hebben Pasen overleefd en kunnen jouw adoptiedier worden door €12,25 per maand over te maken op IBAN: NL48 TRIO 0212171445, BIC: TRIONL2U t.n.v. Stichting Melief, o.v.v. ‘adoptie’ en de naam van het gekozen dier! Het kraambezoek is iedere zaterdag tussen 14 en 16 uur.
Volg Stichting Melief via:
www.stichtingmelief.nl
www.facebook.com/GnadenhofMelief
www.instagram.com/GnadenhofMelief
www.twitter.com/GnadenhofMelief
Marc Winters, Gnadenhof Melief
@Animals Today
Strijd mee tegen dierenleed!
Related posts
1 Comment
Comments are closed.
Al die mensen die graag lamsvlees eten moeten ze maar eens een lam op schoot zetten en dan vragen of ze het zelf willen bereiden. Denk dat er dan niet veel almsvleeseters overblijven en terecht, want wie eet er nu babies . Net als al die zielige kalveren en bokjes die als afval overblijven uit die walgelijke veehouderij. Mensen hou er toch eens mee op, wij zijn geen aaseters, dat is ons ingeprint door de vlees-industrie.