‘Dat zouden ze eens met de dader moeten doen’, is een veelgehoord commentaar onder berichten over dierenmishandeling. Zo ook bij het nieuws over het doden van overwinterende vleermuizen in een voormalige nazibunker bij Den Haag. Een vleermuis is zelfs doodgemarteld; vastgespijkerd aan een plank en overgoten met heet kaarsvet. In de bunker waren onder meer nazisymbolen op de muur gespoten, aldus Omroep West. Dat zegt iets over de verdorven geesten die dit op hun geweten hebben.

De bunker in het Haagse Westduinpark is tijdens de Tweede Wereldoorlog gebouwd door de Duitse bezetter en was onderdeel van de Atlantikwall. Wat de Tweede Wereldoorlog heeft teweeggebracht is het laatste waarmee je mag dwepen. De politieke symbolen uit die tijd hanteren is respectloos jegens iedereen die het slachtoffer was (en is) van de verdorven nazi-ideologie. Het toont een gebrek aan kennis, intelligentie en beschaving.
Inbraak en vernielingen
Vleermuizen overwinteren graag in oude bunkers. Deze zoogdieren zijn in staat om hun metabolisme te minimaliseren, om zo in een kolonie ondersteboven hangend de winter weg te slapen. Bunkers zijn ideaal vanwege de gelijkblijvende temperatuur, dankzij het dikke beton. Vrijwilligers van de Zoogdierenwerkgroep Zuid-Holland ontdekten medio januari tijdens een vleermuisinventarisatie dat er in de bunker was ingebroken. Constructies waarachter vleermuizen kunnen overwinteren waren met geweld van de muur getrokken. Dit heeft aan meerdere dieren het leven gekost.

‘Verdorven geesten’
Bij die vernielingen eindigde wat sommigen nog ‘onwetende baldadigheid’ zouden noemen. Want een van de vleermuizen is door de daders vastgespijkerd aan een plank en daarna overgoten met heet kaarsvet. Het diertje is letterlijk doodgemarteld. Dan heb je niet te maken met vandalisme, maar met verdorven geesten. Alle alarmbellen moeten afgaan bij familie en politie. Want het is hoog en breed bekend: geweldplegers tegen dieren richten zich ook vaak tegen mensen. De combinatie van het martelen, de nazisymbolen en het gebrek aan inlevingsvermogen zijn een enorme rode vlag. Wethouder Robert Barker (PvdD) schrijft aan de Haagse gemeenteraad:
“Ik ben erg geschrokken van het gruwelijke dierenleed en vandalisme in de bunker. Dit extreme gedrag is onacceptabel. De bunker is juist ingericht om een veilige haven te kunnen zijn voor beschermde vleermuizen. Ik hoop dat de daders snel worden gepakt.”
.

Zoogdierenwerkgroep Zuid-Holland heeft aangifte gedaan bij de politie. Ook is er melding gedaan bij Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid. Barker:
“Naast deze dierenmishandeling waren de muren van de bunker beklad met graffiti, vlaggen en diverse nazisymbolen. Juist op een locatie die ons blijvend herinnert aan de donkere tijden van de Tweede Wereldoorlog zijn deze uitingen verwerpelijk.”

‘Hetzelfde doen met de daders’
Even terug naar de eerste zin, namelijk dat ze hetzelfde bij de daders zouden moeten doen. De reactie is emotioneel begrijpelijk, maar plaatst je op hetzelfde niveau als de verdorven geesten die een overwinterende vleermuis doodmartelden. Daarom een vergelijking. De vleugels van een vleermuis lijken erg op onze eigen armen, met handen en vingers. Alleen bij een vleermuis is alles met een huidvlies verbonden, om meer lucht te kunnen verplaatsen tijdens het vliegen. Onze dunne huid tussen duim en wijsvinger is daarmee een beetje te vergelijken en daarom de ideale plek voor een spijker. Daarna zit je vast, kunt niets, voelt pijn, stress en wilt vluchten, maar je wordt overgoten met heet kaarsvet. De daders vinden het vermoedelijk erg leuk en lachen zich een kriek. Om je dood te lachen.
Bron:
- Omroep West
- Lees ook op AnimalsToday:
.
©AnimalsToday.nl Bart van Riel – eindredacteur AnimalsToday