In januari 2011 maakte de Duitse milieuorganisatie Atlanticblue undercover opnames van een groep gestreepte dolfijnen die onder dekzeilen werden gedood in Taiji, Japan. De video toonde voor het eerst de nieuw ingevoerde methode voor het doden van dolfijnen: ‘pithing’ of ‘spinal cord transection’. Toen de documentaire ‘The Cove‘ werd gefilmd in 2007, werden dolfijnen nog gedood door ze willekeurig te steken met speren of handharpoenen. De nieuwe werkwijze bestaat uit het herhaaldelijk poken van een metalen staaf in de nek van de dolfijnen achter het ademgat, om de ruggengraat te doorboren.
Deze procedure werd voor het eerst getest van december 2000 tot februari 2001 op negen grampers, vier gestreepte dolfijnen, twee slanke dolfijnen en een griend, maar werd pas in 2008 gebruikt om grote groepen gestreepte dolfijnen af te maken. Sinds 2009 wordt een houten plug toegepast om het ontstane gat te dichten en zo het bloeden, dat de Cove rood kleurt, te stoppen.
De undercover beelden werden geanalyseerd door dierenarts Andrew Butterworth en zijn team en de resultaten werden gepubliceerd in een wetenschappelijk rapport, genaamd: “A Veterinary and Behavioral Analysis of Dolphin Killing Methods Currently Used in the ‘Drive Hunt’ in Taiji, Japan.” De conclusies van het rapport konden niet duidelijker zijn:
“De toegepaste methode veroorzaakt schade aan de bloedvaten in de wervelkolom door het inbrengen van de staaf met zware bloedingen als gevolg, maar dit alleen leidt niet tot een snelle dood in een groot zoogdier zoals dit. De werkwijze resulteert in verlamming van het lichaam en dood door trauma en geleidelijk bloedverlies. Deze methode voor het doden voldoet niet aan de erkende eis voor “onmiddellijke gevoelloosheid” en zou niet worden getolereerd of toegestaan in welk gereglementeerd slachthuisproces waar in de ontwikkelde wereld dan ook.”
In het rapport wordt regelmatig verwezen naar de Engelse vertaling van een studie uit 2010 door Toshihide Iwasaki van het Fisheries Research Agency en Yoshifumi Kai van de Taiji Fisheries Association, genaamd: “Improved Method of Killing Dolphins in the Drive Fishery in Taiji, Wakayama Prefecture.” Deze vertaling geeft ons een link tussen dolfijnenmoordenaars uit ver van elkaar verwijderde delen van de aardbol. Iwasaki en Kai geven aan dat de nieuwe methode voor het doden in Taiji werd overgenomen uit de Faeröer:
“In de ‘drijfjacht’ (Oikomi) in Taiji, werden dolfijnen gedood met een speerachtig instrument. Echter, op de Faeröer zijn methoden ontwikkeld om de wervelkolom en de ermee verbonden bloedvaten door te snijden. Deze werkwijze resulteert in een kortere oogsttijd en een verbetering van de arbeidersveiligheid. Wij rapporteren de resultaten van de invoering van deze methode.”
De Faeröer was begonnen met het gebruik van de mønustingari of spinale lans, een nieuw mes met een lang, slank lemmet, ontworpen om de bloedtoevoer naar de hersenen te verbreken en de ruggengraat door te snijden. Maar het is slechts langzaam in algemeen gebruik gekomen, omdat het nieuwe mes een grotere precisie vereist om doeltreffend te zijn, en de moordenaars waarschijnlijk specifiek moeten worden opgeleid om het te gebruiken. Merk op dat Iwasaki en Kai’s interesse niet uitgaat naar humaniteit of dierenwelzijn – ze geven niet om het lijden van de dolfijnen. Verbeterde veiligheid voor de moordenaars en een snelle “oogst” zijn de doelen. Waar deze twee beweren dat de nieuwe methode de doodsstrijd (Time To Death (TTD)) verkort, wordt dit weerlegd door het Engels/Amerikaanse rapport en de Duitse video die een individuele Gestreepte dolfijn toont die een onvoorstelbare 254 seconden blijft bewegen, dat is 4 minuten en 14 seconden, na te zijn gestoken op deze nieuwe “humane” manier.
De immer waakzame ogen van de Cove Guardians zien regelmatig hoe doodgewaande dolfijnen, die aan een touw rond hun staart naar het slachthuis worden gesleept, zich naar de oppervlakte worstelen voor een laatste ademteug voordat ze verdrinken. Iwasaki en Kai delen ons mee dat de toepassing van de houten plug, en dus het voorkomen van het uitbloeden van de lichamen, “geen invloed had op de kwaliteit van het vlees. […] Dit opent de mogelijkheid voor de commerciële benutting van het bloed en voorkomt vervuiling van de zee met bloed.” Wederom is het duidelijk dat Iwasaki en Kai’s prioriteit niet ligt in de vermindering van het lijden. In plaats daarvan maken zij zich zorgen over de kwaliteit van het vlees, de geldelijk gewin en het voorkomen van een rode Cove.
Ze laten weten dat men in Taiji vanuit de Faeröer gewaarschuwd was dat het belemmeren van het uitbloeden zou resulteren in een langere TTD en dus een langer lijden:
“De persoon die de ruggenmergdoorsnijdingstechniek ontwikkeld heeft, heeft erop gewezen dat preventie van het bloeden en intern behoud van het bloed met behulp van de plug leidt tot een verlenging van de tijd tot overlijden. Een aanvullende studie om TTD te vergelijken met die in de Faeröer is vereist.”
Iwasaki en Kai houden vol dat de nieuwe methode menselijker is, terwijl het Engels/Amerikaanse rapport stelt:
“Om het wervelkanaal binnen te dringen, zal de staaf nauwkeurig in de ruimte tussen de wervels (welke een overlappende benige bescherming vormen) moeten worden ingebracht of de wervelkolom zodanig beschadigen dat de zenuwbaan doorbreken word. In beide gevallen is het onwaarschijnlijk dat dit proces na een passage door spier- en andere weefsels met enige precisie kan worden uitgevoerd. Uit de beschikbare video en uit een beschouwing van de anatomie blijkt dat de praktijk neerkomt op de staaf hard en herhaaldelijk in de nek steken, waardoor er uiteindelijk zeer grote schade en trauma zal ontstaan wat uiteindelijk, maar niet onmiddellijk, zal leiden tot de dood van het dier.”
Het rapport is een volledige veroordeling van alle aspecten van de drijfjacht. Met betrekking tot het vastbinden van dolfijnen aan hun staartvinnen, het slepen naar het slachtstrand resulterend in onvrijwillige onderdompeling en de nabijheid van de andere groepsleden, stelt het rapport:
“Deze behandeling zou niet worden getolereerd of geaccepteerd voor commercieel gehouden dieren ter voorbereiding van de slacht in de Verenigde Staten of Europa.”
En:
“Vanuit een wetenschappelijk, humaan en ethisch perspectief is de behandeling van dolfijnen in de drijfjacht volledig in tegenspraak met de huidige normen voor dierenwelzijn zoals die geaccepteerd zijn in de meeste moderne en technologisch geavanceerde samenlevingen.”
Dat dit rapport Taiji veroordeelt betekent dat het ook de Faeröer veroordeelt:
“Deze methode lijkt primair gericht op het veroorzaken van zoveel mogelijk zenuwweefsel schade in de ruggengraat en mogelijk aan de hersenstam. Hierdoor zal aanvankelijk verlamming en uiteindelijk de dood intreden door gebrek aan coördinatie van ademhaling- en motorfuncties. De beschreven methode voldoet aan geen enkel erkend mechanisme voor het toebrengen van de dood als gebruikt in aanvaarde humane slacht of euthanasie praktijken voor grote zoogdieren.”
“Het proces van spinale doorsnijding in een volledig bewuste groot dier is waarschijnlijk uitermate ingrijpend, traumatische en pijnlijk en leidt tot onnodig lijden en angst omdat een volledige doorsnijding moeilijk tot stand te brengen is.”
“Deze methode voor het doden kan niet als humaan aangemerkt worden, omdat het niet voldoet aan de erkende behoefte aan directheid, en in de praktijk kan leiden tot een langdurige en herhaalde toepassing van een gewelddadig en traumatisch fysiek proces gevolgd door een langzame dood door spinale verlamming en bloedverlies. Deze methode zou niet worden erkend of goedgekeurd als een humane of aanvaardbare methode voor het doden van zoogdieren in welke omgeving dan ook.”
Iwasaki en Kai’s studie leunt zwaar op een rapport uit 1999 van de Faeröer Grind apologeet Justines Olsen, Senior Dierenarts in de Faeröer. Zijn rapport heet “Killing methods and equipment in the Faroese Pilot whale hunt”. Na het uiten van zijn mening over hoe traditioneel en cultureel de Grindadrap wel niet is, moet zelfs hij toegeven, hoewel hij niet dezelfde woorden gebruikt, dat er geen humane manier bestaat om een walvisachtige te doden:
“Gezien de omstandigheden van de jacht op grienden, is het traditionele walvisvangstmes het veiligste en meest effectieve gereedschap om walvissen te doden. Echter, daar de slachting handmatig gebeurt kan het [intreden van de dood], per definitie, niet onmiddellijk zijn, wat het ideaal is in alle vormen van slachten, waaronder traditionele slachthuis methoden en jagen.”
Hij vervolgt:
“De Grind in de Faeröer is een vorm van jagen. De best mogelijke slacht techniek zal dan ook afhankelijk zijn van de omgeving waarin de jacht plaatsvindt en de veiligheidseisen voor de mensen die er aan deel nemen.”
Wat hij eigenlijk zegt, is dat, omdat de omstandigheden waaronder het slachten plaatsvindt bestaan uit tot aan je middel in koud water staan, vaak in slecht weer en regelmatig in de schemering, tussen honderden grote, paniekerende, wildbewegende dieren en omdat de veiligheid van de moordenaars eerst komt, we het lijden van de Grienden maar moeten accepteren als onderdeel van de jacht en de Faeröer’s kostbare culturele traditie. Hij, als senior dierenarts, vraagt om dubbele normen voor gedomesticeerde en wilde dieren. Omdat wij in de ontwikkelde wereld grotendeels hebben aanvaard dat lijden ongewenst is voor ieder levend wezen, en regeringen daarom minimum normen voor de behandeling van gedomesticeerde dieren hebben ingesteld, kunnen we niet accepteren dat deze normen worden losgelaten als er in een natuurlijke omgeving niet aan kan worden voldaan. In plaats daarvan moeten we accepteren dat er geen humane manier bestaat om een walvisachtige te doden en we dus deze onmenselijke jachten moeten beëindigen.
Er is nog iets dat Taiji en de Faeröer met elkaar gemeen hebben: de onverdeelde aandacht van de internationale Sea Shepherd beweging en de vastberadenheid om deze barbaarse praktijken te beëindigen.
Mocht je deel willen nemen aan de Grindstop campagne die in Juni begint, klik hier om je op te geven.
Vertaling van het origineel voor Sea Shepherd Conservation Society geschreven artikel: “Links between the murders in Taji and the Faroe Islands”
Erwin Vermeulen is hoofdwerktuigkundige op een schip, fotograaf, vrijwilliger bij Sea Shepherd en woont samen met zijn vriendin Susan, een dove kat, een eenogige kat, een kat met één nier en een dove en blinde hond.
Bronnen: Tandfonline, Cypress ©PiepVandaag.nl Erwin Vermeulen
Strijd mee tegen dierenleed!
Related posts
5 Comments
Comments are closed.
Hoe tragisch ook – het blijft de ver-van-mijn-bed show.
Vanuit Nederland doe je er niks tegen. Net zo min als tegen stierenvechten. Far Oer is Deens.
Om die reden zijn er internationaal werkende organisaties. Dat hoop je tenminste. Niet alleen Sea Sheperd, maar ook WSPA en IFAW. Alleen wordt van die laatste twee weinig vernomen…
Nou Barend lekker gemakkelijk, gelukkig ver weg en laat organisaties het maar oplossen.
Dit soort ellende is er ook bij jou om de hoek, alleen lekker verstopt achter gesloten deuren.
550 miljoen dieren per jaar hier in Nederland, mishandeld en vermoord en waarvoor.
Je loopt iets te hard van stapel Jan.
Ik houd me bezig met binnenlandse ‘onlusten’ en concentreer me daarbij op dierproeven, en wat daarbij komt. Zie mijn blog(s).
1 Miljoen proefdieren per jaar. (Nederland)
“mishandeld en vermoord en waarvoor.”
It is absolutely appalling in a so called “Modern Society” – ANYWHERE that anyone can kill such beautiful and defenseless animals. The killers are living out their worse nightmares and most often for greed. How would they like it if their parents / family were slaughtered like this?
Op zich een interessant artikel, echter zou ik liever zien dat de energie die gestopt wordt in dergelijke onderzoeken naar methoden om te doden, gestopt wordt in het stoppen van deze praktijken in het algemeen. Het doden van weerloze dieren is sowieso fout, of dit nou op een inhumane of ‘humane’ manier gebeurd.