Alfons Aap draagt altijd een jas,
Een lange jas met zakken,
Waarin hij alles wegstopt
Wat zijn apenhandjes pakken:
Wat appels, een paar aardappels,
Een half amandeltaartje,
een asbak vol met appelstroop,
een armband, een vals baardje,
vijf aardbeien, zes aalbessen,
een aardbol met een gaatje,
een album over Afrika
met achtentachtig plaatjes.
Van alles komt Alfons te pas,
al is het nog zo raar
en wordt die lange malle jas
wel allemachtig zwaar.
Als mama “Handen wassen!” roept,
“aan tafel allemaal!”,
Staat alfons in de achtertuin
Als een lantaarnpaal.
Het aapje kan geen kant meer op.
Wat is het toch een apenkop.
Mensje van Keulen
Auteur
Uit de gedichtenbundel “Van Aap tot Zet”
Strijd mee tegen dierenleed!
Mensje van Keulen
Related posts
Blog Karen Soeters
Strijd mee tegen dierenleed!
Door (maandelijkse) donateur te worden, bied je een constante stroom van hulp die essentieel is voor redding en verzorging van oorlogsdieren in Oekraïne. Elke bijdrage, groot of klein, eenmalig of periodiek, maakt een verschil. Help je ook mee?
Comments are closed.