Op 2 februari werd voor het eerst in tachtig jaar een schijfslak gevonden in Oosterschelde. Het weekdiertje werd als ‘uitgestorven’ beschouwd. Onderzoekers kijken nu of het dier een uniek exemplaar is, of dat deze slak is teruggekeerd naar Nederland. Mogelijk is het een nieuw soort, zeggen onderzoekers.
Verstopt
De naaktslak van 3,5 millimeter zat verstopt aan de onderkant van een steen op mosdiertjes. Hier leeft het dier waarschijnlijk van. De enige soort schijfslak die in Nederland voorkwam, was de Zuiderzee-schijfslak (Corambe obscura). En die is al meer dan tachtig jaar niet meer gezien in Nederland. Het dier verdween toen in 1932 de Zuiderzee werd afgesloten. In 1940 werd het dier dan ook als uitgestorven verklaard.
Het dier heeft zijn Nederlandse naam te danken aan het gebied waar het vroeger werd gevonden: de Zuiderzee. De Zuiderzee-schijfslak wordt maximaal zeven millimeter lang en is ovaalgevormd. De mantel van de meeste dieren is geelgroen met donkere vlekjes, maar er zijn ook donkerbruine of zwarte slakken. De slakken eten mosdiertjes zoals palingbrood en zeekantwerk.
Bijzonder
De Zuiderzee-schijfslak is een brakwatersoort en was te vinden in Urk, de Waddenzee en Durgerdam. Brakwatergebieden hebben een mengsel van zoet- en zeewater. Na het afsluiten van de Zuiderzee veranderde het brakwatergebied in het zoete IJsselmeer en werd het diertje bijna nooit meer gevonden. Dat maakt de nieuwe waarneming ook bijzonder. Het Oosterscheldewater is namelijk zout, terwijl de Zuiderzee-schijfslak een brakwatersoort is. Het is dus heel goed mogelijk dat het hier om een nieuwe soort schijfslak gaat, maar daarvoor moeten onderzoekers nog meer onderzoek doen. Schijfslakken zijn relatief weinig onderzocht omdat ze zo zeldzaam en klein zijn. Daarom zou het goed kunnen dat er meer Corambe-soorten bestaan dan bekend zijn.
Bronnen:
© AnimalsToday.nl Sophie Jongma
