Voor de Utrechtse natuur is volgend jaar ruim twintig miljoen euro beschikbaar. Voor natuurbehoud en het ontwikkelen van nieuwe natuur trekt de provincie volgend jaar bijna vijftien miljoen euro uit. Nieuw is dat er ruim 1,2 miljoen beschikbaar komt voor het verbeteren van weidevogelreservaten en kwaliteitsverbetering van natuurterreinen.
Verder steekt de provincie geld in de aanleg van nieuwe natuurterreinen, het herstellen en verbeteren van Natura 2000-gebieden en het beheer van natuurterreinen. Dat heeft het provinciebestuur op voorstel van gedeputeerde Mirjam Maasdam (natuur & landschap) besloten. “Met deze subsidies investeert Utrecht niet alleen in natuurbehoud, maar ook in nieuwe natuur”, aldus de gedeputeerde.
De uitvoering doet de provincie niet zelf, maar eigenaren van natuurterreinen zoals Natuurmonumenten, Utrechts Landschap en Staatsbosbeheer. Het geld komt uit drie provinciale subsidieregelingen, de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer 2016 (SVNL2016), de ‘oude’ Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer (SNL) en de Subsidieregeling kwaliteitsimpuls natuur en landschap (SKNL).
De bijna 15 miljoen euro voor de Utrechtse natuur is nog exclusief de 5,4 miljoen voor agrarisch natuur- en waterbeheer. Voor agrarisch natuurbeheer is in 2019 4,7 miljoen beschikbaar, voor de helft gefinancierd met Europese POP3-subsidies en voor de andere helft uit provinciale middelen. Voor agrarisch waterbeheer is 0,7 miljoen beschikbaar, voor de helft betaald met POP3-subsidies en voor de andere helft door de waterschappen.
Provinciegrenswijziging
Overigens dienen natuureigenaren in de nu nog Zuid-Hollandse gemeenten Zederik en Leerdam ook voor 2019 nog subsidie aan te vragen bij Zuid-Holland. Weliswaar fuseren Zederik en Leerdam op 1 januari tot de nieuwe Utrechtse gemeente Vijfheerenlanden, met Zuid-Holland is afgesproken dat Zederik en Leerdam voor natuursubsidies nog bij hun oude provincie moeten aankloppen.
Persbericht Provincie Utrecht