In Spaans-Amerika worden steeds meer wilde dieren gestroopt, volgens nieuw onderzoek. Een groot deel van de gevangen dieren gaat naar mensen die zich, mede onder invloed van sociale media, willen onderscheiden door het houden van een exotisch huisdier.

Spaans-Amerika
Toename van handel in wilde dieren in Spaans-Amerika | Foto: Pixabay

Volgens een nieuw rapport over wildlife crime in Spaans-Amerika (Wildlife Crime in Hispanic America: An analysis of seizures and poaching incidents) in opdracht van de dierenbeschermingsorganisatie International Fund for Animal Welfare (IFAW), is er een enorme toename van stroperij en handel in wilde dieren in Spaans-Amerika te zien. Het onderzoek is uitgevoerd in achttien Spaans-Amerikaanse landen tussen 1 januari 2017 en 31 december 2022.

In totaal zijn er bijna tweeduizend inbeslagnames en gevallen van stroperij onderzocht waarbij meer dan honderdduizend wilde dieren betrokken waren. Het aantal gevallen van stroperij is hierbij bijna verdubbeld van ruim 257 tot 431.

Mexico koploper in Spaans-Amerika

Mexico is de absolute koploper van deze landen, verantwoordelijk voor 27,9 procent van alle gevallen van stroperij- en 45 procent van alle in beslag genomen of gestroopte dieren. De cijfers in dit rapport zijn alleen nog maar de officiële meldingen, de werkelijke aantallen liggen vele malen hoger.

Liefst 92,5 procent van de inbeslagnames betrof levende wilde dieren bestemd voor de handel in huisdieren. Het overgrote deel bestond uit reptielen (59 procent), gevolgd door vogels (27,5 procent), amfibieën (9,5 procent) en zoogdieren (4 procent).

Hoewel het grootste deel van de handel voor binnenlandse en regionale markten bedoeld is, was 2,6 procent van de inbeslagnames bestemd voor de VS, Azië en Europa.

Dennis J.
Ara’s | Foto: Pixabay

Europese handelaren

Europese handelaren weten inmiddels dat ze het minste risico lopen met de handel in niet-CITES soorten. CITES (Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Fauna and Flora) is een in 1975 opgericht verdrag, dat uitsterven van bedreigde dieren en planten moet voorkomen. De handel in CITES-diersoorten is een illegale zwarte markt. Bovendien kan het leiden tot hoge geldboetes en/of gevangenisstraffen, maar binnen de EU worden slechts lage straffen opgelegd.

Maar ondanks allerlei maatregelen, zoals opgenomen in het CITES-verdrag, groeit de illegale handel in wilde dieren nog steeds. Juist de schaarste van bepaalde diersoorten drijft de prijs op. De lucratieve handel wordt ook steeds makkelijker qua communicatie en infrastructuur. Een simpel appje, een vliegtuig voor de smokkel is zo geregeld. Bovendien is de pakkans nog steeds heel klein, en zijn de boetes en straffen laag. Het maakt de wildlife handel in Spaans-Amerika zeer aantrekkelijk voor criminelen.

Georganiseerde misdaadgroepen die het eerst alleen hielden bij drugs- en mensenhandel, gaan nu wilde dieren gebruiken voor onder andere ruilhandel (ruilen tegen fentanyl en meth) en het witwassen van geld.

Toename stroperij en handel wereldwijd

Wereldwijd wordt de illegale handel in wilde dieren geschat op een waarde van zeven tot drieëntwintig miljard US dollar per jaar. Dit maakt het de vierde grootste illegale handel ter wereld, na de handel in drugs, namaakproducten en mensen.

De huidige escalatie van stroperij en handel veroorzaakt steeds meer dierenleed, verlaagt de biodiversiteit, leidt tot meer diersoorten die met uitsterven bedreigd worden en vergroot het risico op zoönotische ziektes (ziektes die van dier op mens kunnen overgaan) als COVID-19, SARS, MERS, Zika en Ebola.

Bronnen:

©Animals Today, Rita Knol