De vogelgriep die vogels en zeezoogdieren op vijf continenten heeft verwoest, heeft nu ook het Galápagos National Park in Ecuador bereikt, waar soorten leven die nergens anders voorkomen. De parkautoriteiten beperken nu de toegang tot sommige gebieden om te voorkomen dat het virus zich per ongeluk verspreidt. De toekomst van dieren op de Galápagoseilanden wordt bedreigd door vogelgriep.
Tot nu toe zijn slechts enkele dieren positief getest op het H5N1-virus, dat trekvogels over lange afstanden kunnen overbrengen. Maar de zeer besmettelijke ziekteverwekker zal zich waarschijnlijk snel verspreiden door de dichte kolonies zeevogels, zeehonden en zeeleeuwen op de Galápagoseilanden. Marcela Uhart, dierenarts aan de University of California (UC) in Davis:
“Het is uiterst zorgwekkend vanuit het oogpunt van natuurbehoud. Uitbraken kunnen een acute bedreiging vormen voor de toekomst van deze inheemse soorten.”
H5N1-virus
Het H5N1-virus circuleert al tientallen jaren in Europa, Afrika en Azië en veroorzaakt soms grote verliezen onder pluimvee. Eind 2021 dook een nieuwe, bijzonder agressieve subvariant op in Noord-Amerika en verspreidde zich al snel – voor het eerst – naar Zuid-Amerika. Dierenarts Gustavo Jiménez-Uzcátegui bij de Charles Darwin Foundation:
“Op de Galápagoseilanden waren we gewoon aan het wachten, ons afvragend wanneer [een uitbraak] gaat plaatsvinden?”
.
Vorige week merkten toeristische gidsen dode zeevogels op, waaronder fregatvogels en roodvoetgenten, op twee eilanden in de archipel. Parkwachters en technici van het Ecuadoraanse Galápagos Biosecurity Agency verzamelden vijf kadavers: drie testten positief. Jiménez-Uzcátegui:
“We weten dat dit het topje van de ijsberg is. We hebben ogen die de hele archipel in de gaten houden, waaronder parkwachters, onderzoekers en toeristische gidsen.”
Mogelijk nieuwe variant
Biologen hebben nog niet vastgesteld welke variant de vogels heeft besmet. Volgens viroloog Thijs Kuiken van het Erasmus Universitair Medisch Centrum is het waarschijnlijk de hoog pathogene variant 2.3.4.4b. Die variant ‘raast door Zuid-Amerika’, zoals wildviroloog Wendy Puryear van Tufts University het omschrijft. Boeren hebben het bevel gekregen om miljoenen besmette kippen te doden en zeeleeuwen en pelsrobben zijn zwaar getroffen in Peru, Chili, Argentinië en Uruguay.
.
.
Volgens zeevogelspecialist Ralph Vanstreels aan UC Davis kan het virus de Galápagoseilanden hebben bereikt met een trekvogel, of toen zeevogels die daar leven andere besmette vogels tegenkwamen, terwijl ze dicht bij het vasteland foerageerden. In mei testte een dode Galápagosalbatros, een ernstig bedreigde soort die op de Galápagoseilanden broedt, positief op H5N1 in Peru. Virusmutatie kan in het wild plaatsvinden, maar ook in de pluimvee-industrie, waarna wilde vogels weer besmet kunnen worden en zo de nieuwe variant verder verspreiden. De menselijke factor is ook niet uitgesloten bij de overdracht van het vogelgriepvirus.
Bezoekers worden geweerd
Wildviriloog Puryear is niet optimistisch gestemd. Het indammen van vogelgriep in het wild is een vrijwel onmogelijke opgave:
“Beheerders hebben weinig opties om de verspreiding van H5N1 te vertragen. Het snel verwijderen van kadavers lijkt te hebben geholpen bij enkele uitbraken elders. “
Omdat het virus zich op schoenen kan verspreiden, hebben de parkautoriteiten al bezoekerslocaties op de eilanden Genovesa en San Cristóbal waar dode vogels zijn gevonden, gesloten. Ze hebben ook twee belangrijke broedkolonies op het eiland Española gesloten, ook al zijn daar geen vogels positief getest. Jiménez-Uzcátegui vindt dat bezoekers ook tijdelijk geweerd moeten worden van andere belangrijke broedplaatsen.
Onderzoekers die de kolonies bestuderen nemen ook voorzorgsmaatregelen, zoals op afstand blijven van de vogels. Ambtenaren van het park en van de bioveiligheidsdienst zullen bijeenkomen met universiteiten en anderen om het toezicht en onderzoek te coördineren. De California Academy of Sciences probeert erachter te komen hoe de situatie van invloed zal zijn op een expeditie naar het eiland Floreana die gepland staat voor november. Een groot jaarlijks onderzoek naar zeevogels en zeeleeuwen op de Galápagoseilanden staat nog steeds gepland voor die maand.
Risico op uitsterven groter
Een voortdurende zorg is dat het virus zal overspringen van soorten waarvan bekend is dat ze gevoelig zijn, zoals meeuwen, naar andere soorten die tot nu toe minder getroffen zijn. De 18 soorten Galápagosvinken, beroemd geworden door Charles Darwin, leven bijvoorbeeld in nauw contact met grote zeevogelkolonies. Kuiken waarschuwt:
“Ziekten zijn geen veel voorkomende oorzaak van uitsterven, maar besmettelijke ziekteverwekkers kunnen kleine populaties tot het punt brengen waarop ze niet meer terug kunnen.”
Het risico op uitsterven is groter voor soorten die maar op één plaats voorkomen, zoals de Galápagos lavameeuw – ’s werelds zeldzaamste meeuw met slechts 300 broedparen. De Galápagospinguïn komt ook alleen voor op de eilanden. Deze is verwant aan de Humboldtpinguïn, die een hoge sterfte heeft gehad door H5N1 in Zuid-Amerika.
Zorgen voor de toekomst
De komende El Niño maakt de bezorgdheid nog groter. Warmere zeeën zijn het gevolg van dit natuurverschijnsel. El Niño verstoort vaak de populaties van vis, inktvis en andere prooidieren die pinguïns, aalscholvers en zeeleeuwen zoeken. Voedseltekorten kunnen het immuunsysteem verzwakken en de dieren vatbaarder maken voor ziektes. Gelukkig wordt niet verwacht dat deze El Niño bijzonder ernstig zal zijn. Ook zijn de pinguïn- en aalscholverpopulaties robuust na 3 jaar van een La Niña weerpatroon – in principe het tegenovergestelde van El Niño – dat een overvloed aan prooi bracht. Uhart:
“Om de stress te verminderen bij soorten die te maken krijgen met uitbraken, moeten managers hun inspanningen voor natuurbehoud opvoeren, zoals het verminderen van de bijvangst uit de visserij en het voorkomen van ongereguleerd toerisme. Getroffen wilde dieren zullen alle hulp nodig hebben die we kunnen bieden.”
Jaime Chaves, een evolutiebioloog aan de San Francisco State University die al meer dan tien jaar vogels bestudeert op de Galápagoseilanden, gaat met zijn zorgen om door onderzoek te plannen. De Galápagoseilanden zijn altijd een laboratorium voor evolutie geweest en Chaves wil in de gaten houden hoe het virus daar ook evolueert:
“Evolutie gaat in deze nieuwe omgeving opnieuw haar gang. “
Op de korte termijn is dat echter niet veel troost.
Bron:
©AnimalsToday.nl Aurora van de Loo