Naar schatting een miljoen plant- en diersoorten worden met uitsterven bedreigd. Een inktzwart getal en reden voor zowel droefenis als keiharde actie. Soms leidt dat tot successen, waar we even bij stil mogen staan om inspiratie uit te halen. Maak hier kennis met een willekeurige keuze van tien soorten die in de afgelopen eeuw, als gevolg van de inspanningen van natuurbeschermende organisaties en gemeenschappen, níet zijn verdwenen.
De slechtvalk
Deze razendsnelle duikjager doet het voornamelijk goed in stedelijke gebieden, zoals New York en Londen, maar hij komt ook voor in berg-, kust- en woestijngebieden. Ondanks zijn aanpassingsvermogen ging het halverwege de vorige eeuw bergafwaarts, met name door het gebruik van pesticiden. Er waren ook andere factoren in het spel, zoals nestverstoring en de jacht, maar het was wellicht het verbod op DDT in 1972 dat het herstel op gang hielp.
De balearenpad
Toen in 1977 een fossiel werd gevonden van de balearenpad, nam men aan dat hij was uitgestorven. Maar een aantal jaren later dook hij toch weer op in Mallorca. De balearenpad is een van de kleinste padden ter wereld, en heeft een geheel eigen manier van voortplanting waarbij de vrouwtjes hun eieren in een slinger leggen, die vervolgens door het mannetje op zijn rug wordt gedragen totdat ze uitkomen. Helaas kan de pad moeilijk wennen aan veranderingen in hun leefomgeving, en met de komst van de uitheemse ringslang, werd de pad teruggedrongen tot enkele afgelegen berggebieden. Fok- en beschermingsprogramma’s hebben geholpen bij zijn terugkomst, en nu is hij als enige amfibie afgeschaald op de beschermde soortenlijst van IUCN, van kritiek naar kwetsbaar.
De zeeotter
Zeeotters spelen een centrale rol in de kustecosystemen in de noordelijke en oostelijke Stille Oceaan. Hij voedt zich met ongewervelde dieren, zoals zee-egels en mossels, die in groten getale een risico zouden vormen voor de kelpvelden in de zee. En die zijn weer van cruciaal belang voor andere soorten die er zuurstof of beschutting vinden. Kelpvelden slaan ook stikstof op, en beschermen kustgebieden tegen stormschade. De otter is dus een belangrijke schakel in dit systeem, maar helaas werd er vanwege hun dikke vacht te veel op hen gejaagd. Tegen het begin van de vorige eeuw waren er naar schatting nog maar tweeduizend dieren over. Dankzij een internationaal verbod op die jacht en uitgebreide herintroductieprogramma’s is de populatie nu weer terug op ongeveer tweederde van hun oorspronkelijke aantal en leefgebied. Ze worden nog wel als bedreigd geclassificeerd.
De groenknolorchis
Deze orchideesoort, ook wel sturmia genoemd, behoort tot de meest bedreigde wildbloemen in Europa. De kleine vaalgele bloemetjes komen alleen voor in duinzand en in open veengebied, waar het zich nestelt op plukjes turf- of zegge mos. Door afname van hun habitat bleven er slechts enkele exemplaren over in Wales en Norfolk, Groot-Brittannië. Een tiental jaren beschermingsactiviteiten en een juridisch beschermde status, hebben geleid tot vierduizend plantjes in 2019, geteld door natuurbeschermers van Plantlife.
De blauwe vinvis
Op het grootste dier ter aarde, de blauwe vinvis, werd zo veel gejaagd dat ze bijna waren uitgestorven. Van het vet en de olie uit zijn lichaam maakte men zeep, margarine en lampolie, de sterke doch buigzame baleinen dienden voor allerlei constructies, en werden verwerkt in corsetten. Dit kostte honderdduizenden blauwe vinvissen het leven in de eerste helft van de vorige eeuw, op de piek van de walvisjacht. Daar kwam in 1966 een einde aan met een internationaal jachtverbod. Hun aantal is toegenomen, maar is nog lang niet op het oude niveau.
De eilandnachthagedis
In tegenstelling doet wat zijn naam doet vermoeden, is dit reptiel geen nachtdier en jaagt hij overdag op spinnen en insecten. En hij heeft nog iets opmerkelijks: hij legt geen eieren zoals andere hagedissen doen, maar baart levende jongen. Het beestje kwam in de problemen toen mensen exoten introduceerden in zijn leefgebied op enkele eilanden voor de Californische kust. Geiten en varkens vernielden hun habitat, katten en ratten jaagden op ze. Hun opneming op de lijst van bedreigde diersoorten in 1977 was het startschot voor hun bescherming: de uitheemse dieren werden afgevoerd en de lokale bevolking werd beter geïnformeerd. Met succes, de 21 miljoen dieren zijn niet langer meer bedreigd.
De rodriguesvleerhond
De rodriguesvleerhond dankt zijn naam aan zijn woongebied in de Indische Oceaan, maar hij wordt ook wel vliegende vos genoemd. De dieren spelen een onmisbare rol in het verspreiden van zaden en pitten, die ze uitspugen, nadat ze de bloemen en vruchten van hun dieet hebben opgepeuzeld. Helaas heeft de vleerhond last van ontbossing en fragmentatie van regenwoud, waardoor ze minder goed beschermd zijn tegen de in het gebied regelmatig voorkomende cyclonen. Men probeert dit tegen te gaan door educatie en voorlichting van de lokale bevolking. De vleerhond is echter het meest gebaat bij wereldwijde fokprogramma’s in dierentuinen. In het wild blijft hij door zijn kleine verspreidingsgebied uiterst kwetsbaar.
De gortyna borelii
Een nachtvlinder die extreem hoge eisen stelt aan zijn leefomgeving. Hij eet alleen maar varkensvenkel, een wilde slingerplant die dichtbij zee voorkomt, maar niet tegen zout water kan, en hij legt zijn eitjes alleen maar in kort grasland. De balans tussenbeide moet perfect zijn, want te veel of te weinig van een van beide, maakt het de gortyna onmogelijk om zich voort te planten. En dat is niet alles: de varkensvenkel moet precies drie jaar oud zijn. Geen sinecure dus om deze mot tevreden te houden. Met afbraak van zijn kustgebied en onder dreiging van de stijgende zeespiegel, leek zijn beste tijd geweest. Er wordt nu met man en macht gewerkt om de mot te behouden, met succes op verschillende locaties in Engeland.
De Rwandese waterlelie
De nymphaea thermarum heeft geen populaire naam gekregen, maar wordt onofficieel Rwandese waterlelie genoemd. De kleinste waterlelie ter wereld kwam voor in de buurt van een heetwaterbron in Rwanda, op vochtige modder van precies 25 graden, waar de plant de perfecte mix van zuurstof en koolstof vond. Helaas was de heetwaterbron ook populair bij de mens, die het plantje verdreef. Een botanist ter plekke redde enkele plantjes en zond ze naar botanische tuinen in Duitsland en iEngeland. Daar is de soort nu behouden voor de toekomst.
De kortsnuitsteur
De kortsnuitsteur is een prehistorische vis uit de tijd van de dinosauriërs. In plaats van schubben heeft de vis beenplaten, en samen met de grijzige, bruinige kleur lijkt het alsof hij een harnas draagt. De vis kan zowel in zoet als in zout water leven, maar door overbevissing, vervuiling en de bouw van dammen, ging het lange tijd niet goed met hem. In 1967 werd hij als bedreigde soort gekenmerkt, waarna bescherming en onderzoek leidden tot de geboorte van een sterke generatie die nu op 41 locaties in Noord-Amerika leeft.
Bron:
© AnimalsToday.nl Laura Lancée