Een nieuw project hoopt een beter beeld te krijgen van het aantal walrussen op aarde door ze vanuit de ruimte te tellen. Hiervoor zullen door vrijwilligers duizenden satellietbeelden worden bekeken waarbij zij op zoek gaan naar zichtbare walrussen met slagtanden. Het WWF voert het “Walrus From Space” project uit in samenwerking met de British Antarctic Survey (BAS), een groep met expertise in satellietopnames van de fauna in poolgebieden. Het doel is om in de komende vijf jaar meer dan 500.000 vrijwilligers te rekruteren.
Burgerwetenschap voor betere populatiegegevens
Het onderzoek, dat ten minste vijf jaar zal duren, concentreert zich op de Atlantische ondersoort en een enigszins geïsoleerde groep dieren in het gebied van de Laptevzee. De huidige schatting is dat het totale aantal dieren zo rond de 30.000 ligt. De hoop is dat het project meer zekerheid geeft over de populatiegrootte. Wetenschappers hebben de gegevens nodig om in te kunnen schatten hoe deze belangrijke diersoort door klimaatverandering wordt getroffen. Walrussen zijn namelijk sterk afhankelijk van het zee-ijs, dat zich de afgelopen jaren sterk heeft teruggetrokken.
“We zien een verlies van ongeveer 13% van het zee-ijs in de zomer per decennium,” zegt Rod Downie, hoofd van de pooladviesraad van de milieuactiegroep WWF.
“Eén van de gevolgen van het ontbreken van zee-ijs – door walrussen gebruikt als rustplaats – is dat walrussen steeds langer aan land blijven. En dat brengt een aantal gevolgen met zich mee, waaronder overbevolking met de mogelijkheid dat kalveren worden geplet tijdens een stormloop. Dit gebeurt. Maar ook vormt het uitputten van lokale voedselbronnen een groot gevaar.”
Niet eerder mogelijk
Eerdere studies hebben al gespeeld met het idee om de dieren met behulp van satellietbeelden te volgen, maar met beperkt succes. De satellieten hebben pas sinds kort een resolutie die hoog genoeg is om walrussen nauwkeurig te tellen. “Satellieten zijn zoveel beter geworden wat betreft hun ruimtelijke resolutie,” legt Hannah Cubaynes uit, die verbonden is aan zowel de universiteit van Cambridge als BAS.
“Voor het eerst zijn we in staat om kenmerken te zien die echt karakteristiek zijn.”
Voor deze nieuwe aanpak is gebruik gemaakt van beelden van het WorldView-3 ruimtevaartuig van het Amerikaanse bedrijf DigitalGlobe. WorldView-3 kan dingen op het aardoppervlak waarnemen met een doorsnede van 31 cm; dat is ongeveer de grootte van een A4’tje. Zelfs vanaf 620 km hoogte zijn deze beelden scherp genoeg om de kenmerkende vormen van de verschillende soorten vast te leggen. Alleen beperkte militaire systemen zien nog meer details.
Waarnemingen niet altijd makkelijk
Het onderzoek gaat ook gepaard met bepaalde beperkingen. Het type satelliet dat wordt gebruikt heeft bijvoorbeeld geen zicht op het aardoppervlak wanneer het bewolkt is. Bovendien zijn walrussen niet statisch; zij bewegen en verplaatsen zich. Maar met deze factoren wordt rekening gehouden in de methodologie en modellen die de wetenschappers gebruiken. Bovendien worden ze ondersteund door de kennis van de inheemse gemeenschappen die zij aan zij leven met de walrussen.
De feedback van vrijwilligers is positief, al zijn de waarnemingen niet altijd makkelijk te doen. Zelfs op superscherpe foto’s is het soms moeilijk om de walrussen te identificeren. “Het is vrij moeilijk omdat er roestige vaten en rotsen zijn die van zo hoog wel op walrussen lijken”, vertelde een vrijwilliger. Maar de verschillende deelnemers, waaronder veel kinderen, vinden de uitdaging ook heel leuk.
Registreren en meedoen kan via de site van het WWF.
Bronnen:
©AnimalsToday.nl Meia van der Zee