De Tasmaanse duivel wordt al een paar decennia lang ernstig bedreigd door zeer besmettelijke gelaatstumoren. Ondanks vele onderzoeken naar de ziekte, het creëren van beschermde leefgebieden voor gezonde dieren en fokprogramma’s, is de populatie inmiddels al met ruim 90 procent afgenomen, waardoor de diersoort met uitsterven bedreigd wordt. Wetenschappers ontdekten echter dat het DNA en de genetische kenmerken van de dieren zich bijzonder snel hebben aangepast aan de kanker. Het lijkt erop dat de Tasmaanse duivel zichzelf redt van de ondergang.
De Tasmaanse duivel komt alleen voor op Tasmanië en in 1996 werd in het noordoosten van het eiland voor het eerst de ziekte devil facial tumour disease (DFTD) vastgesteld. Dit is een gelaatskanker die voorkomt en ontstaan is in Tasmaanse duivels door genmutaties. Het gaat om een extreem zeldzame, besmettelijke vorm van kanker, zonder dat er sprake is van een virus. De ziekte verspreid zich wanneer duivels elkaar in het aangezicht bijten waarop zich een tumor rond de nek of gezicht vormt.
Besmette dieren sterven na 6 tot 24 maanden. In 2014 ontdekten biologen in het zuidoosten van het eiland een tweede besmettelijke kanker (DFT2) bij Tasmaanse duivels. Die leek erg op de eerste, met gezwellen aan de kop en in de mond, maar onder de microscoop en bij genetische analyse bleek deze toch anders.
Kanker overwinnen
Deze onsterfelijke kanker leek het einde te betekenen voor deze bijzondere diersoort, maar recentelijk kwam een internationaal team van wetenschappers uit Australië, het Verenigd Koninkrijk, de VS en Frankrijk met bijzonder goed nieuws; het immuunsysteem van de dieren evolueert dusdanig dat het zelf de ziekte kan bestrijden. Zonder enige menselijke interventie is het verschillende duivels gelukt een hogere tolerantie en betere resistentie voor infecties te ontwikkelen. Daarnaast concludeerde het team dat er bij 23 duivels sprake was van tumorregressie, wat erop wijst dat de dieren ook in staat zijn om tegen de ziekte te vechten en ervan te herstellen. Rodrigo Hamede van de Universiteit van Tasmanië:
“Natuurlijke selectie probeert het probleem zelf op te lossen door de voorkeur te geven aan diegenen die de tumor kunnen overleven, dus we hebben vandaag meer hoop dan ooit tevoren.”
Het DNA en de genetische kenmerken van de dieren hebben zich aangepast aan de besmettelijke kanker. Opvallend is dat dit bijzonder snel gebeurde: in amper zestien jaar tijd of slechts acht generaties van Tasmaanse duivels.
Strategieën ter bescherming van Tasmaanse duivels
Eind 2017 was er al hoopvol nieuws voor de duivels. Het creëren van afgeschermde gebieden voor gezonde dieren leek te werken. De intentie was om gezonde dieren af te zonderen van zieke dieren in de hoop dat deze een grotere overlevingskans hadden en zich meer voort gingen planten. Wat bleek was dat meerdere dieren in gewicht toenamen en zich weer gingen voortplanten. Dit kon echter alleen door middel van menselijke interventie en dat was volgens Hamede in het verleden ook nodig om uitroeiing te voorkomen. Hamede:
“Nu gaan we geleidelijk over tot een adaptieve beheersstrategie die de selectieve aanpassingen verbetert, zodat de duivels en DFTD uiteindelijk naast elkaar kunnen bestaan.”
Toekomstscenario
Het team van Hamede verzamelt al tien jaar informatie over de epidemie en werkte een reeks scenario’s uit voor de besmettingen van de duivels in het wild over de volgende 100 jaar. Volgens 57 procent van die scenario’s zal DFTD geleidelijk verdwijnen, in 22 procent van de scenario’s zullen de Tasmaanse duivels en de ziekte naast elkaar bestaan.
Bronnen:
©AnimalsToday.nl Rianne Kingma