De Tanzaniaanse overheid heeft een verzoek van de Verenigde Staten afgewezen om haar voorraad in beslag genomen gestroopt ivoor te vernietigen. De druk op Afrikaanse landen neemt toe om onderschept illegaal ivoor te verbranden als symbolische actie voor het behoud van de olifant.
Algemeen wordt aangenomen dat Tanzania de grootste hoeveelheid illegaal ivoor in opslag heeft: het gaat om meer dan 34.000 slagtanden met een totaalgewicht van 125 ton. Naar schatting zou dit 460 miljard dollar waard zijn op de Chinese zwarte markt, en het ivoor ligt dan ook in een zwaar bewaakt magazijn in het ministerie. Amerikaanse autoriteiten op het gebied van wildbehoud stellen dat het verbranden van in beslag genomen ivoor een effectieve manier is om ivoorhandel tegen te gaan en de olifant overal ter wereld van de ondergang te redden.
Ivoor nodig voor onderzoek en vervolging
Het verzoek om een deel van de ivoorstapel te vernietigen en de wereld te laten zien dat Tanzania zich hard maakt voor de strijd tegen de stropers kwam van de Amerikaanse ambassadeur Mark Childress tijdens een bezoek aan het ministerie van milieu en toerisme in Dar es Salaam. Maar de minister, prof. Jumanne Maghembe, liet weten dat het land niet van plan is zijn illegale ivoorstapel te vernietigen. Volgens hem is de Tanzaniaanse ivoorvoorraad van belang voor wetenschappelijk onderzoek en dient het als bewijs in strafprocessen tegen de olifantenstropers.
Afrikaanse landen zien winst
In januari stemde Zuid-Afrika tegen een resolutie voor de vernietiging van ivoor dat overheden in beslag hebben genomen van stropers en zwarthandelaars. Deze resolutie was opgesteld ter ere van de Convention on International Trade in Endangered Species (CITES, congres voor internationale handel in bedreigde diersoorten), waaraan 175 landen deelnamen. Naast Zuid-Afrika zijn ook Botswana en Zimbabwe het niet eens met dit idee, nadat CITES in 2008 een eenmalige verkoop aan China en Japan toestond en de drie landen op die manier geld verdienden aan hun ivoorstapel. Tegenstanders zeggen dat die actie de oorzaak is van de huidige piek in de olifantenstroperij. Jaarlijks worden inmiddels zo’n 30.000 dieren gedood. CITES is er echter wel van overtuigd dat de verbranding van illegaal ivoor uitstekend werkt als ontmoediging voor potentiële kopers van ivoorproducten. Sinds 2011 zijn er 11 ivoorstapels in 10 landen vernietigd: Kenia, Gabon, de Filipijnen, India, de Verenigde Staten, China (inclusief Hongkong), Frankrijk, Tsjaad, België en Portugal.
Burenruzie
Malawi, buurland van Tanzania, verbrandde vorige week 2,6 ton ivoor dat vanuit Tanzania het land binnen was gesmokkeld. De twee landen waren het er niet over eens geworden of de slagtanden bewaard moesten blijven als strafrechtelijk bewijs tegen stropers. Tanzania had de vernietiging al sinds september weten uit te stellen, maar de rechter in Malawi gelastte de wildbeheerinstantie om de 781 stukken ivoor – met een waarde van bijna 3 miljoen dollar – in het openbaar te vernietigen.
Tanzania is grootleverancier
Volgens Interpol is een ‘significante hoeveelheid’ ivoor dat op de internationale markt te koop is afkomstig van olifanten uit Tanzania. Het land lijdt zwaar onder de wereldwijde toename van stroperij. In 2009 liepen er nog zo’n 109.000 olifanten rond in het land, nu is de populatie geslonken naar zo’n 43.000 dieren. En dat terwijl het land sterk afhankelijk is van de inkomsten uit het safaritoerisme. President John Magufuli heeft beloofd stroperij uit te roeien, als onderdeel van zijn nationale strijd tegen corruptie. Het gerechtshof in Dar es Salaam heeft vorige week twee Chinese mannen veroordeeld tot 35 jaar cel voor het smokkelen van 706 stukken ivoor. In oktober vorig jaar klaagde het land de prominente Chinese zakenvrouw Yang Feng Glan (66), oftewel ‘de Ivory Queen’, aan voor het runnen van een netwerk waarmee slagtanden van 350 olifanten het land uit waren gesmokkeld.
Bron ©PiepVandaag.nl Anne Douqué
