In zowel Nederland als België worden vangkooien gebruikt om kraaiachtigen, zoals kraaien, kauwen en eksters mee in de val te lokken. Deze middelen worden ingezet om wilde vogels te vangen en vervolgens te doden. Vangkooien worden door jagers en boeren een effectief middel genoemd om schade aan bijvoorbeeld fruitbomen te beperken. Teken de petitie tegen het jagen met lokdieren

kraaiachtigen
Stop gebruik vangkooien voor kraaien (petitie) | Foto: Pixabay

Jessica Smit, campagneleider Animal Rights:

“Al sinds de middeleeuwen worden kraaiachtigen vervolgd. Het vangen en opsluiten van wilde vogels is een ingrijpende gebeurtenis die zorgt voor stress, angst en ongerief. In veel gevallen zorgt het wegvangen van vogels niet voor minder schade, maar is er slechts sprake van symboolpolitiek. De menselijke gemoederen worden gesust.”

Vrijheid ontnomen

De meest gebruikte vangkooi is de trechterkooi of trechterval. Als een vogel op het dak van de vangkooi landt ziet hij het aas in de kooi. Om bij het voer te kunnen komen, moet hij naar de opening (invalladder) in het midden. Als hij eenmaal binnen is kan hij er niet meer uit. De openingen zijn te klein om door naar buiten te vliegen. In veel gevallen wordt er ook een levende (gefokte) lokvogel gebruikt om soortgenoten te lokken.

Het vangen van wilde vogels kan zorgen voor (chronische) stress, angst en ongerief. Zodra wilde dieren hun vrijheid wordt ontnomen, zullen ze niet meer hun natuurlijke gedrag kunnen vertonen. Het vangen van vogels heeft negatieve gevolgen voor dierenwelzijn en impliceert een integriteitsaantasting, daar moeten volgens de Raad voor Dieraangelegenheden zwaarwegende belangen tegenover staan.

kraaien
Kraaien zijn intelligent en hebben probleemoplossend vermogen | Foto: Vilda natuurfotografen

De ene kraai is de andere niet

Er zijn belangrijke verschillen in de sociale structuur tussen kraaiachtigen. Deze structuur is van groot belang om de effecten van maatregelen te begrijpen. Roeken en kauwen zijn de twee sociale soorten. Zij broeden in kolonies en foerageren in groepen. Een grote tegenstelling vormen de sociale structuur van eksters en zwarte kraaien. Bij deze soorten verdedigen de paartjes een territorium. Een paartje eksters heeft bijvoorbeeld een territorium van ca 5 ha. die ze verdedigen tegen indringers.

Eksters zijn intelligente vogels met een fascinerende leefwijze. Tot hun derde levensjaar leven eksters in ‘jeugdbendes’. Daarin doen ze de ervaring op die een ekster nodig heeft om jongen groot te kunnen brengen. Ook jonge kraaien trekken vaak in groepjes rond, tot ze zich zelf in een territorium weten te vestigen. In het najaar neemt de intolerantie tegen soortgenoten af en kunnen rondzwervende dieren zonder veel verstoring in vastgestelde territoria rondscharrelen.

Vangkooien werken niet

Als bij de territoriale soorten, zoals de zwarte kraai en ekster, een territoriaal paar wordt verwijderd door een vangkooi, zal er een leeg territorium ontstaan. Deze plekken hebben een grote aantrekkingskracht op rondzwervende jonge dieren. Omdat er een grote competitie is tussen de dieren om een territorium te bemachtigen, zal zich snel een nieuw paar vestigen.

Jessica Smit, Animal Rights:

“Het is absurd dat kraaiachtigen in 2020 nog steeds met akelige kooien worden gevangen, terwijl al lang duidelijk is dat deze middelen helemaal niet werken.”

Ook het voorzichtige gedrag van oudere vogels maakt dat deze lastiger te vangen zijn. Als de oude dieren “gespaard” blijven, zal de productie van jongen niet afnemen en ook dan treden er waarschijnlijk geen duidelijke effecten op de populatie op.

Het verwijderen van een paartje territoriale zwarte kraaien kan zelfs leiden tot een toename van het aantal roeken, kauwen en eksters in een gebied. Zo blijken territoriale zwarte kraaien vaak fel kauwen binnen hun territorium aan te vallen en te verjagen. Wanneer het territoriale mannetje in een boom roept, gaan foeragerende kauwen er al vandoor. Een literatuurstudie uit 2007, in opdracht van het Faunafonds, komt dan ook tot de conclusie:

“Met behulp van vangkooien kunnen veel kraaiachtigen gevangen worden. Op een plek vangen heeft echter weinig effect op het aantal kraaien, omdat vogels uit de omgeving de lege plekken opvullen. Het is daarom geen goede methode om op perceelniveau schade te beperken.”