De uitstoot van stikstof heeft ervoor gezorgd dat sinds 1992 het aantal dagvlinders met de helft is afgenomen. Hoewel er ook een toename was van stikstofminnende vlinders, woog dat niet op tegen de enorme afname van vlinders die niet gedijen in een stikstofrijke omgeving. Dat schrijven de Vlinderstichting en SoortenNL op Nature Today.
Vlinders die niet van stikstof houden leven in ‘schrale’ gebieden, zoals duinen of zandverstuivingen. Wanneer daar stikstofdepositie plaatsvindt verdwijnen de vlinders die dit specifieke voedselarme gebied nodig hebben om te overleven. Er komen wel wat soorten voor terug die minder gevoelig zijn voor stikstof, maar dat zijn er veel minder. Terwijl er een kleine groei is waar te nemen van vlinders die zich goed voelen in een stikstofrijke omgeving, is het totale aantal dagvlinders sinds 1992 gehalveerd.
Stikstof tolerante soorten zijn bijvoorbeeld koolwitjes, citroenvlinders, de gehakkelde aurelia en het bont zandoogje. Deze zijn in toenemende mate in tuinen en velden te zien, maar die aantallen wegen in het geheel niet op tegen het verdwijnen van de verdreven soorten. Ruim de helft (27) van de in Nederland voorkomende vlindersoorten is zeer gevoelig voor stikstof, 11 soorten vinden het niet zo erg en 14 soorten zijn er dol op. Volgens de Vlinderstichting is maar een paar soorten echt bestand tegen de overmatige vervuiling.
Naast overbemesting en vervuiling door stikstof is ook de opwarming van het klimaat debet aan de verschuivingen in de vlinderwereld, door het verdwijnen of juist verschijnen van hun ideale leefklimaat.
Bronnen:
©AnimalsToday.nl BVR