Een paartje steppekiekendieven (Circus macrourus) heeft voor het eerst in Nederland gebroed. En met succes, want er kropen vijf jongen uit het ei, waarvan er nu nog vier in leven zijn. Het nest werd aangetroffen op een akkerland met gerst in Groningen, maar uit voorzorg wordt de locatie niet gemeld.
Het was een vrijwilliger van de Werkgroep Grauwe Kiekendief die het nest in mei aantrof tijdens een fietstocht, bedoeld om grauwe kiekendieven te tellen. Aanvankelijk waren er vijf kuikens, maar al snel was er een verdwenen. De resterende jongen zijn allemaal vrouwtjes.
Afgeschermd
De locatie van het nest wordt niet bekendgemaakt, om te voorkomen dat vogelaars massaal afreizen naar de plek om de vogels te fotograferen. Het nest werd door de werkgroep afgeschermd met een kooi om te voorkomen dat de kuikens ten prooi vielen aan roofdieren. Voor het uitvliegen van de jongen zijn ze geringd, zodat ze gevolgd kunnen worden.
De steppekiekendief is 40 tot 50 centimeter lang en heeft een spanwijdte van iets minder dan een meter tot maximaal 120 centimeter. Mannetjes zijn te onderscheiden van grauwe kiekendieven door hun vrijwel egaal grijze vleugels met aan het uiteinde een zwarte vlek. Blauwe kiekendieven hebben meer zwart op de vleugels en zijn groter. Vrouwelijke steppekiekendieven lijken erg op hun grauwe familieleden.
Groot nieuws
Volgens vogelaars is het nest van de steppekiekendieven het eerste in Nederland en dit wordt beschouwd als misschien wel het grootste nieuws op vogelgebied van de afgelopen jaren. De soort broedt normaal gesproken in Zuidoost-Europa en Midden-Azië. In de winter trekken ze naar Afrika, India en Zuidoost-Azië. Wel wordt de vogel de afgelopen jaren steeds vaker waargenomen in Europa, met name in de periode rond eind mei. Tot in de jaren ‘90 was het vooral een dwaalgast, waarna het aantal waarnemingen toenam. In Denemarken wordt de steppekiekendief sinds 1981 ieder jaar gezien en in 1999 voor het eerst in Nederland, maar alleen als doortrekker.
Hoewel de IUCN-status van de steppekiekendief ‘gevoelig’ is door het verdwijnen van geschikte broedgebieden, ligt het door hun grote verspreidingsgebied niet voor de hand dat ze met uitsterven bedreigd gaan worden. Naar schatting leven er wereldwijd 9.ooo tot 15.000 paren van deze voor ons zeer bijzondere vogel.