Bij elke grote stalbrand verschijnen de eerste cijfers al snel in de media. Vaak gaat het over duizenden dode dieren. Schrijnende aantallen die kortstondig, terechte, verontwaardiging oproepen. Maar deze getallen vertellen vaak maar een deel van de waarheid. Want in de officiële tellingen ontbreken structureel dierenlevens: piepjonge biggen die nog bij hun moeder liggen, dieren die de brand ternauwernood overleven maar alsnog naar de slacht gaan, of dieren die simpelweg ‘opeens’ uit beeld verdwijnen.

De werkelijke impact van stalbranden blijkt groter dan wat ons wordt voorgeschoteld. Tussen de stangen in de kraamhokken, liggen de pasgeboren biggetjes dicht tegen hun moeder aan. Ze zijn nog geen vier weken oud, en worden in veel tellingen niet opgenomen als ‘officieel’ slachtoffer. Toch zijn juist zij extreem kwetsbaar bij brand. Wanneer een stal volledig afbrandt, is het onvermijdelijk dat ook zij, net als hun moeder, omkomen – ze kunnen letterlijk geen kant op. Alleen blijft hun dood vaak buiten beeld. Terwijl ze officieel wél geregistreerd zouden moeten zijn.

Niet meegeteld: de allerkleinsten
In sommige gevallen worden jonge dieren, zoals biggen onder een bepaald gewicht, zelfs niet meegenomen in milieuvergunningen. Bij de Knorhof – waar op 27 juli 2017 een verwoestende brand plaatsvond en meer dan 20.000 varkens levend verbrandden – stonden in de vergunning alleen varkens vanaf 25 kilogram vermeld, waardoor duizenden jonge biggen onzichtbaar bleven in de rapportages. Verzekeraars baseren hun uitkeringen in principe op het aantal geregistreerde en verzekerde dieren. De verzekeringspremie zal ook beïnvloed worden door de officiële bedrijfsomvang, wat financiële prikkels creëert om de allerjongste dieren simpelweg niet mee te tellen.
.
Open brief aan burgemeester van Buren: Meer dan 60.000 dieren levend verbrand in megastal de Knorhof
Na de stalbrand: dieren die het ‘overleven’
Niet alle dieren sterven tijdens de brand zelf. Sommigen worden gered of bevinden zich in een nog niet getroffen deel van het gebouw. Maar die overleving is vaak tijdelijk. Veel dieren ademen rook in of raken dusdanig gestrest of gewond dat ze alsnog naar het slachthuis gaan. Ook wanneer hun stal verloren is gegaan, kunnen veehouders ervoor kiezen om ze preventief te laten slachten. Officieel zijn dit geen “slachtoffers van de brand” – maar feitelijk zijn ze dat natuurlijk wel.
.

Waarom telt niemand hen mee?
De rapportages over stalbranden komen vaak van de boer zelf, de brandweer, verzekeraars of brancheorganisaties. In de hectiek van de nasleep – en soms uit economische of politieke motieven – kiest men voor een pragmatische registratie: hoeveel dieren zijn meetbaar omgekomen. Dieren die jonger zijn dan vier weken, of dieren die later worden geëuthanaseerd of geslacht, verdwijnen daardoor uit de statistiek.
.
Slechte cijfers, slecht imago
Ook het publieke imago van de intensieve veehouderij speelt een rol. Een stalbrand waarbij ‘20.000 dieren’ omkwamen klinkt al gruwelijk, maar als blijkt dat het er eigenlijk duizenden meer zijn – inclusief piepjonge biggen en afgevoerde dieren – groeit de maatschappelijke verontwaardiging. Het is dan ook niet ondenkbaar dat lagere cijfers bewust of onbewust worden gebruikt om imagoschade te beperken. Minder slachtoffers betekent minder publieke druk, minder politieke urgentie – en dus minder kans op verplichte investeringen in brandveiligheid.
De gevolgen van die onderrapportage zijn groot: een vertekend beeld van de werkelijkheid én minder druk op de overheid om noodzakelijke maatregelen te nemen.
.
2024: Tienduizenden stalbrandslachtoffers, maatregelen blijven uit
Een vertekend beeld, een vergeten leed
Als de officiële cijfers slechts een deel van de werkelijkheid laten zien, blijven duizenden dierenlevens onzichtbaar. Hun dood wordt niet geregistreerd, niet erkend – en dus ook niet meegewogen in beleid of publieke discussie. Maar cijfers zijn niet neutraal. Ze vormen de basis voor politieke keuzes, voor maatschappelijke verontwaardiging; wat we als samenleving acceptabel vinden. Als we blijven spreken over ‘duizenden slachtoffers’ terwijl het er in werkelijkheid tienduizenden zijn, verdwijnt de noodzaak tot verandering achter een façade van cijfers. Transparantie is geen detail, het is de eerste stap naar recht doen aan alle dierlijke slachtoffers. Elk dier telt – ook de allerkleinsten.
Bronnen:
- Animal Rights [1, 2]
- Lees ook op AnimalsToday: Evenveel stalbranden, maar meer dode dieren in 2024
©AnimalsToday.nl Mariska van Geelen