Als je na lang op het platteland te hebben gewoond nog naar de stad verhuist, kan je daardoor wel eens volkomen veranderen. Voor merels is dat waarschijnlijk ook het geval, want de soort begint nu in tweeën te splitsen.
Merels vind je door heel Noord Europa. Van origine waren het uitsluitend schuwe bosvogels, maar in de jaren dertig van de vorige eeuw begonnen ze naar de steden te verhuizen. Onderzoekers van de Universiteit van Sheffield hebben onlangs van 168 merels uit steden van Spanje tot Estland aan de hand van stoffen op hun snavel en veren onderzocht waar hun voedsel vandaan was gekomen. Hieruit hebben ze kunnen afleiden of dit trekvogels of standvogels waren.
Over het algemeen verlaten merels Noord Europa in de herfst en trekken naar het Middellandse zeegebied; sommige vliegen zelfs helemaal door tot Noord Afrika. Maar de stadsmerels vlogen altijd kortere afstanden dan hun soortgenoten uit het bos, en veel van de noordelijke stadsmerels vertrokken helemaal niet.
De verklaring hiervoor is niet zo moeilijk. In de steden is het in de winter over het algemeen warmer dan op het platteland en bovendien is daar voor de merels veel meer voedsel, zodat deze in slechts weinig generaties zijn veranderd van trekvogel in standsvogel (en dus ook in stadsvogel!). De stadsmerels gaan waarschijnlijk ook eerder broeden. Bosmerels en stadsmerels zouden binnenkort wel eens zo verschillend kunnen worden dat zij als twee verschillende soorten moeten worden beschouwd.
Naar de stad vertrekken is inderdaad wel heel ingrijpend!
Bron: io9