De ochtend beginnen met het vrolijke geluid van tsjilpende huismussen en kwetterende spreeuwen is in de stad een minder vanzelfsprekend tafereel geworden. In 13 jaar is hun aantal en dat van andere ‘stadse’ vogels met 10 procent afgenomen, maar sommige soorten deden het helaas nog veel slechter.
De groep ‘stadsvogels‘ als mussen en spreeuwen heeft helaas niet de grootste daling doorgemaakt in de stad. Vogels die hun leefgebied vinden in struiken en struweel waren in de afgelopen 13 jaar zo’n 30 procent minder te vinden in de Nederlandse steden, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Daarnaast daalde het aantal vogels in bossen en parken met 20 procent. Als deze trend doorzet of versneld, zullen nog veel meer dieren een ander thuis gaan zoeken, in bijvoorbeeld dorpen of op het platteland.
Toevlucht
Omdat gemeenten hun steden door het huizentekort steeds voller moeten bouwen, trekken de meeste vogels naar gezondere omgevingen. Zij zoeken hun toevlucht in bossen, parken en achtertuinen in groene gebieden. Helaas begint het in dorpen ook voller te raken en is de dalende trend ook daar te zien. Volgens de Vogelbescherming zijn vogels ‘de graadmeter voor de kwaliteit van de leefomgeving’. Gaat het goed met de vogels in een stad, dan gaat het goed met het stedelijk groen; ook gezond voor mensen. Deze dieren zorgen niet alleen voor een fijne leefomgeving, maar zijn ook een essentieel onderdeel van de voedselketen.
Positief geluid
Er is een klein lichtpuntje. Moeras- en watervogels namen in dezelfde periode in aantal toe met 30 procent. Goede voorbeelden hiervan zijn de grauwe gans en krakeend. Dit valt te verklaren door de verbeterde waterkwaliteit en het toenemende aantal vogels in de buitengebieden, waardoor zij weer moeten uitwijken naar grachten en kanalen in de stad. Kleine mantelmeeuwen en zilvermeeuwen zoeken hun toevlucht op daken. In hun natuurlijke leefomgeving langs de kust worden zij verdreven door vossen en menselijke verstoring. In de stad valt altijd wel wat te eten en vind je veilige daken om te broeden. Stadsmeeuwen vliegen regelmatig grote afstanden, bijvoorbeeld om een vissersvloot te volgen of om langs de kust te foerageren.
.
Kritieke toekomst stadse vogels
De biodiversiteit in de stad zal de komende tijd sterk veranderen. Meer groen moet plaatsmaken voor bakstenen en beton en zo krimpt de leefomgeving van veel vogelsoorten. Met kleine uitzonderingen als de slechtvalk, die snel zijn territorium vindt op en rond hoge gebouwen in grote steden. Door klimaatverandering en verstening wordende steden ook aanzienlijk warmer, wat het leven voor veel dieren, inclusief mensen, ook niet makkelijker maakt.
Helaas zijn vogels niet de enige dieren die door toedoen van de mens veranderen. De vogelpopulatie is er één die fungeert als indicator voor de rest van de dierenwereld in de stad, die steeds moeilijker zijn weg kan vinden. Als er nog meer vogelsoorten de stad verlaten moet er verder gekeken worden naar alle dieren en planten waarmee zij in de biotoop verbonden zijn, of waren. Hopelijk zijn er dan gemeenten die het tij willen keren en zo de vogel terug verwelkomen in hun groenere stad.
Bronnen:
- Nu.nl
- Sovon
- RTL Nieuws
- De Vogelbescherming
- Lees ook op AnimalsToday.nl:
.
Stadsmerels worden ouder dan bosmerels maar zijn minder gezond
©AnimalsToday.nl Maury Senden