De Patagonische tandvis is een grote, bodemroofvis die meer dan twee meter lang en ouder dan 50 jaar kan worden. Volwassen dieren leven op grote diepte, vaak meer dan twee duizend meter, in koud water. Het leven van deze vis wordt gekenmerkt door een langzame groei, late volwassenheid en trage voortplanting. Dit maakt de soort extreem kwetsbaar voor overbevissing.
Deze tandvis leeft langs de kusten van Patagonië, rondom de sub-Antarctische eilanden en op onderwaterbergen en -banken in de Zuidelijke oceaan. Ze voeden zich voornamelijk met andere vis, inktvis en kreeftachtigen en vormen zelf het voedsel voor Orka’s, Potvissen, Zeeolifanten en reuzenpijlinktvissen.
Van de levenscyclus van deze vis, voortplanting, migratie, en dergelijke, weten we heel erg weinig. De Antarctische tandvis is nauw verwant en van het zelfde formaat, maar leeft verder naar het zuiden langs de kust van Antarctica. De namen in het Nederlands zijn verwarrend, beiden komen uit de ijskabeljauwfamilie en worden beiden ook ijsvissen genoemd, terwijl de benaming voor Patagonische tandvis officieel Antarctische diepzeeheek is. Ik houd voor de eenvoud de letterlijke vertaling uit het Engels van Patagonian en Antarctic toothfish aan.
De Antarctische tandvis wordt bestudeerd vanwege de antivrieseiwitten die ze produceren, om te voorkomen dat hun bloed bevriest, maar ook van deze vis is verder weinig bekend. Te weinig kennis zou je zeggen, om een duurzame visserij op te baseren. Daarnaast is geen mens ooit afhankelijk geweest van deze vis om te overleven; sterker nog, 30 jaar geleden wist, met uitzondering van een enkele wetenschapper, bijna niemand van het bestaan ervan.
Het is geen vis die de hongerige massa’s van deze planeet gaat voeden; het is een luxe vis voor de rijken onder ons.
Toch begon begin jaren negentig een grootschalige visserij voor deze soort, toen andere wit-vleesvissoorten overbevist begonnen te raken. Vanwege het stevige witte vlees en het geringe aantal graten won de vis snel aan populariteit in de duurdere, trendy restaurants in de VS en Japan. Vanwege de snel groeiende vraag en de hoge betaalde prijzen, kwam de vis in de industriële visserij al snel bekend te staan als het ‘witte goud’.
In de jaren 90 zorgde de invoering van steeds meer visserijquota’s voor het exporteren van visserijovercapaciteit naar ongereguleerde gebieden. Samen met de hoge prijs voor tandvis en de afgelegenheid van de visgronden zorgde dit ervoor dat de stroperij van tandvis een van de meest lucratieve vormen van illegale visserij werd.
Tegen 1997 besloeg de geschatte, illegale vangst meer dan tweederde van de totale vangst. In 1998 zeker de helft, maar er zijn schattingen die spreken van zes maal de legale vangst. De legale commerciële visserij voor tandvis wordt gereguleerd vanuit de internationale organisatie CCAMLR (Commission for the Conservation of Antarctic Marine Living Resources). De organisatie zag de vernietiging van de tandvispopulaties en voerde maatregelen in, waarmee schepen gelokaliseerd en gevolgd kunnen worden en verplichtte documentatie die de vis moet begeleiden van vishaak tot supermarkt. Helaas zijn er nog altijd veel mazen in de regelgeving; vooral omdat het de vlagstaat is die moet toezien op naleving. De nieuwe maatregelen in combinatie met toegenomen patrouilles in een deel van het CCAMLR gebied, leidden tot een daling van het IUU (Illegal, Unregulated and Unreported) aandeel van de tandvis-visserij tot 5 a 10% van het totaal. De overgebleven stropers verdwenen in de schaduwgebieden waar zelden iemand anders komt.
CCAMLR publiceert ieder jaar een zwarte lijst met IUU vissersschepen. Van de schepen op deze lijst is volgens COLTO, de organisatie van legale tandvisvissers, de ‘Perlon’ in een Indonesische haven en is er van de ‘Viking’ (de voormalige ‘Snake’) en de ‘Lana’ al een tijd niets meer vernomen. De drie schepen Chang Bai, Chengdu en Nihewan, die zich in Thaise havens bevonden, zouden onder weg zijn naar het CCAMLR-gebied voorzien van nieuwe namen: Taishan, Jianfeng en Yunnan, respectievelijk. Het illegale koelschip de Tiantai, dat met deze vissersschepen samenwerkten, verging met ‘man en muis’ in Februari van dit jaar. De eigenaar is nog steeds onbekend.
Dit waren niet de eerste doden die vielen in de jacht op het ‘witte goud’. De ‘Amur’ zonk ten westen van Heard Island in 2000 en nam 14 man mee de diepte in. 22 Anderen stierven toen in 2010 de ‘No. 1 Insung’ zonk in de Ross Zee.
Op dit moment zijn er minimaal zes schepen actief, die jaar in jaar uit de Zuidelijke Oceaan plunderen op zoek naar het ‘witte goud’ en daar begint het verhaal voor Sea Shepherd.
De afgelopen tien jaar heeft Sea Shepherd campagnes gevoerd in Antarctica tegen de Japanse walvisvangst. Tijdens de omzwervingen in de Zuidelijke Oceaan kwamen de Sea Shepherdschepen regelmatig verdachte vissersschepen en visgerij tegen, maar de mogelijkheden om daar iets tegen te doen waren beperkt, omdat de prioriteit lag bij de opsporing van de ‘wetenschappelijke’ walvisstropers. De overwinning bij het internationaal gerechtshof in Den Haag, dat afgelopen Maart de Japanse Antarctische walvisjacht illegaal verklaarde en de daar opvolgende aankondiging van Japan dat ze in het seizoen 2014-15 geen walvissen zouden doden in de zeeën rondom Antarctica, maakte de weg vrij voor Sea Shepherd om eindelijk iets te doen tegen de illegale visserij van tandvis.
Twee weken na vertrek uit Hobart, Tasmanië, kwam de Bob Barker aan op de Banzare Bank, een van de schaduwgebieden die in de jaren ’90 waren leeggevist en sindsdien geen quota van CCAMLR meer toegewezen heeft gekregen. Vanwege de afwezigheid van andere vissersschepen en de afgelegen ligging, de ideale locatie voor stropers. Ondanks het feit dat ‘experts’ ons er op wezen dat de IUU-visserij praktisch onder controle is en we zouden zoeken naar een speld in een hooiberg, vonden we binnen twee dagen het schip dat boven aan onze lijst stond: de Thunder.
Toen de Bob Barker het schip vond had het illegale kieuwnetten uitstaan, maar liet deze achter en sloeg op de vlucht. Kieuwnetten zijn verboden in het CCAMLR gebied, vanwege de grote kans op bijvangst en het feit dat ze oneindig doorvissen als spooknetten, nadat ze zijn verloren of achtergelaten. Het Sea Shepherdschip Sam Simon gaat in de komende dagen proberen het net van de Thunder op te sporen en te bergen.
We informeerden de Spaanssprekende kapitein van de Thunder dat zijn schip onder burgerarrest stond en droegen hem op om koers te zetten naar Fremantle in West Australië, om zich over te geven aan de autoriteiten aldaar. Voorlopig vaart de Thunder in de tegenovergestelde richting, waaronder een dag lang door het ijs, alsmaar verder naar het Westen. We hebben de autoriteiten in Australië en andere betrokken of geïnteresseerde landen op de hoogte gebracht en ook Interpol. Interpol heeft in 2013 een zogenaamde ‘purple notice’ uitgevaardigd, een verzoek om meer informatie, voor de schepen Snake en Thunder, die verdacht worden van illegale visserij.
De Thunder vaart onder Nigeriaanse vlag en heeft een lange geschiedenis van illegaal vissen in deze regio. Het deed dat onder verscheidene namen, Wuhan 4, Kuko en Typhoon I, en voorzien van de ‘goedkope’ vlaggen van Nigeria, Mongolië en Togo.
De Thunder werd in April 2013 gespot nabij Christmas Island door een Australisch kustwachtvliegtuig. Vervolgens werd het schip de toegang geweigerd tot de haven van Penang in Maleisië en tot Bali. Dit werd gevierd als een overwinning. In Mei 2014 werd het schip in Maleisië in beslag genomen in een samenwerkingsverband tussen Australië en Maleisië. Opnieuw was er gejuich te horen.
Het is voorlopig onduidelijk hoe het schip toch weer in de Zuidelijke Oceaan terecht is gekomen. Wij gaan er vanuit dat deze Sea Shepherdcampagne, genaamd Operation Icefish, er voor gaat zorgen dat het nu de laatste keer is. We zullen het schip volgen, waarheen het ook gaat en fysiek ingrijpen als het opnieuw probeert te vissen.
Voor meer informatie: www.seashepherdglobal.org/icefish
©PiepVandaag.nl Erwin Vermeulen