Minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit NVWA houden nauwelijks toezicht op de konijnenindustrie. Dat blijkt uit de beantwoording van de feitelijke vragen over het jaarplan van de NVWA over 2020. “Het is een grof schandaal dat de minister niet eens de sterftecijfers in deze controversiële industrie weet te noemen,” zegt Animal Rights campagneleider Erwin Vermeulen.
In de tweede week van december 2019 brachten Animal Rights en Konijn in Nood schokkende beelden naar buiten uit de konijnenindustrie. De dierenrechtenorganisaties onderzochten een jaar lang de commerciële konijnenhouderij in Nederland. De aangetroffen omstandigheden zijn ronduit schokkend. Op veel locaties worden konijnen nog steeds gehouden in kleine, volgepakte kooien die alleen te vergelijken zijn met de reeds verboden legbatterijen voor hennen of de per 2024 verboden nertsen kooien. Maar ook bij de hoogste welzijnsstandaard van de zogenaamde ‘parkkooien’ tonen de beelden een ongelofelijke hoeveelheid dierenleed.
De Partij voor de Dieren en de Socialistische Partij stelden naar aanleiding van de beelden Kamervragen. “Deze zijn vijf maanden later nog steeds niet beantwoord,” verzucht Vermeulen. “Dit geeft eens te meer de houding van de minister weer tegenover de misstanden in de konijnenfokkerij.” Op 1 mei beantwoordde minister Carola Schouten wel feitelijke vragen over het jaarplan 2020 van de NVWA. Een aantal van die vragen ging over de konijnenindustrie, maar uit de antwoorden blijkt vooral dat de minister en dus de NVWA nauwelijks toezicht houden op de konijnenfokkerij:
Zo kan de minister niet vertellen hoeveel commercieel gehouden konijnen er op jaarbasis buiten de slachthuizen geslacht worden.
De minister moet gokken – “hoogstwaarschijnlijk door tijdelijke of definitieve leegstand” – bij de vraag hoe het mogelijk is dat 40 konijnenbedrijven informatie hebben aangeleverd aan de Autoriteit Dierengeneesmiddelen (SDa) voor het onderzoek naar antibioticagebruik, terwijl er volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) 47 konijnenhouderijen zijn in Nederland.
In 2019 wordt één transport met konijnen gecontroleerd.
De minister kan niet aangegeven hoe vaak de NVWA controles heeft uitgevoerd op stations voor kunstmatige inseminatie waar fokrammen worden gehouden voor de verzameling van zaadcellen voor de konijnenhouderij, noch wat voor soort overtredingen er eventueel zijn geconstateerd en welke sancties hierbij zouden zijn opgelegd.
Ze heeft geen cijfers met betrekking tot letsel als gevolg van het afnemen van zaad bij een fokram of het insemineren van een voedster.
De minister moet toegeven dat sterftecijfers niet centraal worden geregistreerd en dat de aantallen daarom niet bekend zijn.
De vraag “Op welke manier wordt er gecontroleerd of konijnenhouders daadwerkelijk een dierenarts inschakelen op het moment dat meer dan 10% van de gespeende konijnen, voedsters of opfokkonijnen vroegtijdig sterft in hun stallen en waarom wordt dit pas vereist bij een sterfte van meer dan 10%” ontduikt ze volledig.
Er is weinig mogelijkheid voor commercieel gehouden konijnen, in welk houderijsysteem dan ook, om hun natuurlijk gedrag te uiten. Er is niet of nauwelijks ruimte voor huppelen en rennen, geen mogelijkheid tot graven. Deze konijnen komen nooit buiten en zien nooit daglicht. Ze leven niet in natuurlijke groepssamenstellingen, lopen over een gespleten ondergrond, bevinden zich continu boven hun eigen uitwerpselen en ademen daarvan de ammoniaklucht in. Daarnaast is er de continue herrie van de mechanische ventilatie en muziekinstallaties. Er is vaak een schrijnende afwezigheid van verrijkings- en schuilmateriaal. De moederdieren leven eenzaam in hun kooien wanneer ze geen jongen hebben, evenals de rammen.
Vermeulen:
“Animal Rights streeft dan ook naar een konijnenhouderijverbod in navolging van het verbod op legbatterijen en de pelsdierhouderij.”
Bronnen:
- Persbericht Animal Rights