Aan het doodschieten van drachtige en zogende zwijnen moet een einde komen. Tweede Kamerlid Anja Hazekamp heeft daarom staatssecretaris Bleker gevraagd een landelijk verbod in te stellen op het schieten van zwijnen, in elk geval gedurende de draag- en zoogtijd.
In verschillende delen van de Veluwe is de periode waarin zwijnen mogen worden afgeschoten met enkele weken verlengd, terwijl de eerste jonge wilde zwijnen al op 1 februari van dit jaar zijn gesignaleerd door personeel van Staatsbosbeheer. Dat betekent dat jonge zwijnen de kans lopen dat hun moeder wordt afgeschoten.
Hazekamp vindt dat hierdoor onaanvaardbaar dierenleed dreigt: “Jonge zwijntjes zijn nog volledig afhankelijk van hun moeder. Wanneer die wordt gedood, staat de kleintjes een gruwelijke hongerdood te wachten. Het is stuitend om dieren af te schieten in de periode dat ze zo kwetsbaar zijn. Zeker omdat de natuur het allemaal heel goed zelf kan regelen. Daar moeten we wat meer vertrouwen in hebben.” Bovendien dienen we het lijden van dieren zoveel mogelijk te voorkomen en hebben we een zorgplicht volgens de Flora en Faunawet.
Om wilde zwijnen weg te houden van woonwijken en landbouwgewassen is preventie, zoals het aanleggen van rasters, een betere oplossing. Daarmee kan schade en overlast door wilde zwijnen écht worden voorkomen, terwijl afschot van dieren dat juist niet doet. Hazekamp wil daarom een nauwkeurig overzicht hebben van de preventieve maatregelen die zijn genomen om de overlast te beperken.