Veel mensen voelen mee met dieren net zoals met hun medemensen. Zij leven in een wereld waarin ze veel dierenleed zien waar ze verdrietig en boos over worden terwijl anderen hun schouders erover ophalen. Roos Vonk is een van hen en is voor deze mensen een Facebook-community gestart: Animal People Alliance. Dit is haar laatste blog van deze pagina.

calimero

Vanmorgen heb ik drie keer radio-reclame gehoord van supermarkten met barbecue-aanbiedingen. Daar ben ik chagrijnig van geworden. Het herinnert me er telkens aan dat de wereld is ingesteld op vleeseten en dat iedereen die diervriendelijk wil eten buiten de boot valt. Ja, het kan wel, maar je moet er meer moeite voor doen, je moet voor jezelf opkomen om niet vergeten te worden – en vaak word je dan als een zeikerd gezien –, en je moet meestal meer betalen.

Ik vind het ongelofelijk onrechtvaardig dat diervriendelijke producten relatief duur zijn, om drie redenen:

1) Logischerwijs zouden plantaardige producten goedkoper moeten zijn dan dierlijke, want de cyclus van grondstof naar product is korter/directer. Bijvoorbeeld: de stap van soja naar sojamelk is veel korter dan: soja à koe eet soja à krijgt kalf à koe maakt melk (voor het kalf!! maar dat is weer ander verhaal) à mens pikt het in. Hier zit de koe tussen soja en eindproduct. Die koe moet eten, wonen, leven en dat kost geld. Toch is het dierlijke product goedkoper. Dat komt deels doordat die dieren zo goedkoop (slecht, onbehoorlijk) gehouden worden, deels doordat het op veel grotere schaal geproduceerd wordt, en deels doordat de supermarkten hier kleinere marges op maken. Op de kiloknaller verdienen ze bv. nauwelijks, die wordt gebruikt om klanten de winkel in te trekken.

2) Om die smalle marges te compenseren, hebben andere producten juist weer hogere marges. Zoals ecologische producten! De mensen die dat kopen zijn vaak hoger opgeleid, dus verdienen meer, dus geven makkelijker meer geld uit. Daarom is eko-wc-papier zo duur terwijl het natuurlijk juist goedkoop zou moeten zijn: wc-papier van hergebruikt materiaal! Maar de supermarkt moet die kiloknaller terugverdienen, en wie mag dat betalen? De consumenten die zich betrokken voelen bij dierenwelzijn, milieu en duurzaamheid en daar extra geld voor over hebben.

3) Dat is nog eens extra onrechtvaardig omdat de werkelijke maatschappelijke kosten van die dieronvriendelijke producten niet in de prijs verwerkt zijn. Denk aan o.a. CO2-uitstoot, water- en bodemverontreiniging, fijnstof, dierziekten en ‘ruimingen’ (zoals die 2500 kalfjes afgelopen week, na het zoveelste schandaal met veevoer), ziekten bij de mens zoals Q-koorts (uitgebroken bij de mens doordat de toenmalige minister Gerda Verburg niet ingreep en het economisch belang van de geitensector voorop stelde) en antibiotica-resistentie. (Ik heb die kosten ooit op een rij gezet, zie http://roosvonk.nl/vee-industrie. Ik heb toenmalig staatssecretaris Henk Bleker gevraagd of hij wilde meewerken aan het goed in kaart brengen van al die kosten. Dat wilde hij niet, het inventariseren daarvan zou namelijk te duur zijn…). Dit betekent dat wij, dier- en milieuvriendelijke consumenten, niet alleen in de winkel meer betalen voor onze producten, maar dat wij óók nog eens (via belastingen) meebetalen aan bijvoorbeeld de reiniging van water dat vervuild is met meststoffen uit de veehouderij. Terwijl wij zelf helemaal niet bijdragen aan die vervuiling!

Na het paardenvlees-schandaal heeft de overheid een “taskforce” ingesteld om het vertrouwen van de consument in voedsel terug te winnen. De leden komen uit de vlees- en zuivelketen, retail en diervoederproductie en van de overheid; er zit niemand in die zich bekommert om de dieren, het gaat erom dat de business door moet draaien. Dus: terwijl de vleesmaffia onbekommerd doorgaat met sjoemelen om hun onfrisse, vervuilende producten goedkoop te houden, betalen wij met z’n allen mee aan kosten die de overheid maakt voor het herstel van hun reputatie  – het “voedselvertrouwen”, dat natuurlijk eerst en vooral is aangetast door de vele vleesschandalen (die overigens onverminderd doorgaan).

Dit is eigenlijk net zo onrechtvaardig als wat er bij de banken is gebeurd: zij verknallen het door winstbejag, en de staat (dus de belastingbetalende burger) draait op voor de schade. In ons geval gaat het om een kleinere minderheid van mensen die nota bene hun best doen om de wereld beter te maken, die daar extra geld, tijd en aandacht in investeren, maar wel meebetalen aan de rotzooi die de rest maakt uit gemakzucht en zuinigheid.

Wat zou het heerlijk zijn als de overheid besloot om niet meer de kastanjes uit het vuur te halen voor de vleesmaffia, en in plaats daarvan geld te investeren in de ontwikkeling en promotie van producten waarmee de wereld beter af is, zoals dier- en natuurvriendelijk voedsel. Dan zou dat even goedkoop en zelfs goedkoper kunnen worden. Dan zouden meer mensen het gaan eten. Dan zou het overal in de supermarkten liggen. Ik vind een bezoek aan de gewone supermarkt vaak zo frustrerend. Overal zie je snacks en nieuwe dingen die je zou willen uitproberen, maar bijna nooit is het vegetarisch, laat staan veganistisch. De hele supermarkt schreeuwt mij toe: Jij hoort er niet bij!

Ik wilde hierover in gesprek met staatssecretaris Sharon Dijksma. Zij leek mij een weldenkender, rechtvaardiger politicus dan haar voorgangers. Zij kan toch ook niet menen dat deze enorme onrechtvaardigheid goed is en voortgezet moet worden? Ik had meer dan 17.000 medestanders achter me: de ondertekenaars van het hooglerarenpleidooi voor duurzame veeteelt (nu nog te vinden op http://www.duurzameveeteelt.nl). Helaas, ergens in de ‘lijn’ (een lage ambtenaar geeft het verzoek door aan een hogere, en zo passeert het de bureau’s van diverse medewerkers voordat het bij de staatssecretaris zelf komt) is mijn verzoek blijven steken en kwam de mededeling dat Mw Dijksma geen tijd had. Het is om moedeloos van te worden.

En toch: opgeven is geen optie. Ik denk dat velen dit herkennen. Als je eenmaal hebt gezien wat er gebeurt, écht gezien, met je hart, dan kun je niet meer doen alsof het niet bestaat. Nog helemaal los van de invloed van je eigen keuzes op anderen, je kunt het gewoon niet voor jezelf. Het helpt om dit in gedachten te houden op die Calimero-momenten, vind ik. “Zij zijn groot”, en de wereld is onrechtvaardig, maar ik ben trouw aan wat ik weet, wat ik voel en waar ik in geloof. Dat vind ik heel belangrijk; ik zou nooit iemand willen zijn die zichzelf de hele tijd voor de gek moet houden – iemand die zich moet afwenden van informatie over hoe ons voedsel gemaakt is, die Facebook- en Twitter-berichten moet wegklikken – en dan vaak ook nog irritatie voelt t.o. de verzender – omdat erin staat wat er gebeurt in onze ‘beschaafde’ wereld.

Je doet het om jezelf recht in de ogen te kunnen kijken, en dat geeft ook kracht. En uiteindelijk kun je daarmee ook anderen beïnvloeden. “Hou vast aan je idealen” – want ze bieden ook echt houvast in een wereld die enorm onzeker is geworden, mede door het gesjoemel van anderen. Het lijkt soms een hopeloze missie, bijvoorbeeld als ik bij Albert Heijn sta en ik tel 32 kant-en-klaar maaltijden in het schap, waarvan 1 vegetarisch (niet veganistisch) – dat klopt niet eens met de verhoudingen van hoe vaak mensen vega eten in Nederland. Maar als ik terugkijk, zie ik dat er toch heel veel is veranderd sinds de tijd dat ik als twintiger vegetarier werd en in een restaurant alleen maar een kaasplak of een omelet kon bestellen.

De aanhouder wint. En onze Calimero is nog maar net uit het ei gekropen, hij ligt nog maar in de wieg. Hij is in topconditie, hij wordt héél groot!

Roos Vonk is hoogleraar psychologie en auteur en schreef “Je bent wat je doet”. Haar Facebook-community voor dierenvrienden is Animal People Alliance.

©PiepVandaag.nl