Bij roofvogelvervolging denk je al snel aan ‘middeleeuwse praktijken’, maar niets is minder waar. Nog altijd worden in Nederland roofvogels gedood, omdat sommige mensen ze beschouwen als concurrent van de jacht, of omdat ze de tanende weidevogelpopulatie zouden veroorzaken, samen met vossen, kraaien en katten. Daarbij gaan die mensen voorbij aan onze eigen, overheersende rol in dat verhaal. De schuld bij een ander leggen om de gevolgen van je eigen gedrag te verbloemen kost in ons land jaarlijks aan honderden roofvogels het leven.
Roofvogels kun je in alle landschappen waarnemen. De verschillende soorten hebben daarbij een duidelijke voorkeur voor een type landschap. De havik bijvoorbeeld leeft vooral in het bos, terwijl een torenvalk de voorkeur geeft aan het boerenland. Dit betekent niet dat je deze vogels niet op andere plekken kunt aantreffen. Haviken worden bijvoorbeeld ook in moerasgebieden, weilanden en dorpen waargenomen. Verspreid over de wereld leven er meer dan 560 soorten roofvogels.
Roofvogels jagen op en voeden zich met dieren, zoals konijnen, knaagdieren, vissen, hagedissen en andere vogels. Roofvogels worden gekenmerkt door hun scherpe zicht, waarmee zij hun prooi op grote afstand kunnen zien. Vervolgens vangen ze het ‘slachtoffer’ met hun evenzo scherpe klauwen en kromme snavel, vaak in de vlucht, of op de vlucht.
15 soorten in Nederland
Door de grote afwisseling van landschappen telt Nederland zo’n vijftien roofvogelsoorten: havik, sperwer, buizerd, wespendief, torenvalk, boomvalk, slechtvalk, bruine kiekendief, blauwe kiekendief, grauwe kiekendief, steppekiekendief, rode wouw, zwarte wouw, zeearend en visarend. Als regelmatige wintergast en doortrekker komen smelleken, roodpootvalk en ruigpootbuizerd voor. Daarnaast zijn er geregeld dwaalgasten (dieren die zelden worden gesignaleerd) zoals de grijze wouw en groepen vale gieren in ons land te vinden.
De functie van roofvogels in de natuur
Los van het feit dat roofvogels natuurlijk prachtige dieren zijn, spelen ze een heel belangrijke rol in het behoud van de ecologische balans van hun natuurlijke leefgebied. Ze elimineren de zwakkere individuen uit de dierenpopulaties. In de meeste gevallen zijn de jongeren de klos; oudere dieren zijn meer ervaren in het ontvluchten van roofvogels. Volgens prooigegevens van roofvogels zijn de meeste prooien minder dan 1 jaar oud! Roofvogels zijn echter niet de grootste veroorzakers van sterfte onder prooidieren; de meest voorkomende doodsoorzaken van prooidieren zijn parasieten, ziektes en voedselschaarste. Dieren die niet gepakt worden door roofvogels hebben door hun ervaring grotere kans om te overleven.
Roofvogelvervolging
In de afgelopen eeuwen werden roofvogels intensief vervolgd, aanvankelijk zelfs aangemoedigd met een premiestelsel. De roofvogelstand was net wat aan het herstellen van de klappen die in de jaren zestig en zeventig waren uitgedeeld met landbouwgif, toen opnieuw werd overgegaan tot vervolging van roofvogels. De haat tegen roofvogels bleek diepgeworteld. Vooral vergiftigen, nestvernielingen en afschot werden gebruikt om te proberen de aantallen roofvogels in te perken.
De provincies Drenthe, Friesland, Noord-Brabant en Limburg waren – voor zover bekend – in de jaren ’80 van de vorige eeuw bolwerken van roofvogelvervolging. Maar ook in Noord- en Zuid-Holland, het domein van klein jachtwild zoals fazanten, patrijzen, konijnen en hazen was de vervolging niet mis.
.
.
Jagers zien roofvogels (maar ook vossen) als concurrenten – en dus als bedreiging voor ‘hun’ wild. Opmerkelijk voor een groep mensen die beweert dat ze niet voor hun plezier jagen, maar om het wild te ‘reguleren’.
Vergiftigd aas
Door fazanten voor de jacht te kweken, creëerden jachtopzieners aantrekkelijke voerplaatsen voor roofvogels, en het was daarom eerder regel dan uitzondering dat er rond die locaties met vergiftigd aas werd gewerkt. Daarnaast werden roofvogelnesten doorgeschoten en werden klemmen geplaatst.
In grote delen van Friesland is het nu nog – tegen de wet in – gebruikelijk dat roofvogels worden beschoten, nesten van roofvogels uit de boom worden geschoten, eieren kapot gegooid, jongen vertrapt, nestbomen omgezaagd, slapende vogels op hun rustplaats afgeschoten en riet in brand gestoken om nesten van kiekendieven te vernietigen. Ook worden jongen uit het nest gehaald voor gebruik als jachtvogel door valkeniers of als siervogel voor de roofvogelhandel.
.
Weidevogels
In toenemende mate blijken ook weidevogelbeschermers roofvogels te vervolgen, voornamelijk in Friesland, waar roofvogels (maar ook vossen en kraaien) de schuld krijgen van de steeds verdere afname van sommige weidevogelsoorten. Terwijl weidevogels al eeuwen in ‘harmonie’ met roofvogels en vossen leven zonder dat ze uitsterven. De werkelijke oorzaak voor deze uitsterving is de mens die veranderingen in het landschap aanbrengt en giftige agrarische methoden toepast. Nesten worden verstoord of vernield en vogels worden bejaagd of opzettelijke vergiftigd.
Roofvogelstand
De meeste roofvogelsoorten zijn de laatste decennia in aantal aan het dalen, na een eerdere sterke stijging. Op de grauwe kiekendief en de slechtvalk na: de slechtvalk – ooit bijna uitgestorven – nam toe: over heel Nederland nu zo’n 200-300 paar. De grauwe kiekendief is alleen maar dankzij intensieve soortbescherming met slechts enkele tientallen paren nog aanwezig in Nederland. De buizerd is redelijk stabiel, en met zeker 10.000 paar onze talrijkste roofvogel, maar inmiddels dalende in aantal. De blauwe kiekendief is ernstig bedreigd en het aantal torenvalken nam de afgelopen jaren alleen maar af.
Naast roofvogelvervolging bleek in het verleden DDT, een pesticide die volop in de landbouw werd gebruikt, de oorzaak van de afname van het aantal slechtvalken. Slechtvalken staan aan de top van de voedselketen: slechtvalken eten de vogels die van de gewassen en van de insecten eten. Daardoor kregen zij een opstapeling van dit gif binnen. Door de DDT hardden de eischalen niet meer uit, dus werden er geen kuikens meer geboren. Nadat DDT als landbouwgif werd verboden, werden er projecten opgezet om de slechtvalk weer een kans te geven. In Nederland was ondertussen het landschap veranderd. Er waren veel hoge gebouwen bijgekomen, die de slechtvalken in gebruik namen om te broeden.
Red de roofvogel
Als de Nederlandse overheid NU zou ingrijpen, zou er iets ten positieve kunnen veranderen (zoals dat eerder gebeurde met wettelijke bescherming van roofvogels en uitbanning van persistente pesticiden). Helaas zijn fabrikanten van pesticiden machtig, maar als de hoeveelheid landbouwgif NU sterk zou worden ingedamd, zou er een beetje hoop zijn voor flora en fauna. Het dramatisch gekelderde voedselaanbod – insecten, spinnen, muizen, flora – moet weer op peil worden gebracht. Dat torenvalken zijn gecrasht – voorheen verreweg onze talrijkste roofvogel (specialist op veldmuizen) – is een teken aan de wand. Voor het sterk dalen van het aantal buizerds op zandgronden geldt hetzelfde.
Werkgroep roofvogels Nederland
In 1982 werd de Werkgroep Roofvogels Nederland (WRN) opgericht, een regionale werkgroep (vanaf 1993 landelijk) die een einde wil maken aan de vervolging van roofvogels. Het onderzoek naar roofvogels neemt binnen de beschermingsactiviteiten een steeds grotere plaats in. Kennis over levenswijze en broedbiologie bleek onontbeerlijk. Rob Bijlsma, ornitholoog, onderzoeker en publicist:
“Roofvogels hebben hun naam niet mee. ‘Roven’ is een negatief begrip. Vroeger werd gedacht dat roofvogels een bedreiging vormden voor andere dieren. Het opeten van het ene dier door een ander, ook wel predatie genoemd, gebeurt echter uit lijfsbehoud en vormt slechts één van de vele sterfte-oorzaken. Door te jagen vervullen roofvogels een belangrijke (selectie) rol in de natuur. Alle roofvogels zijn sinds 1941 wettelijk beschermd. Toch hebben roofvogels het in Nederland zwaar te verduren. Jaarlijks worden er vele honderden opzettelijk gedood. Roofvogelvervolging gebeurt soms uit onwetendheid, maar meestal is er sprake van vermeend eigenbelang. Het wordt de dieren kwalijk genomen dat ze, naast muizen en insecten, ook jagen op konijnen, fazanten en duiven. Terwijl er toch een wet is die roofvogels beschermt…”
Bijlsma luidt de alarmbel voor (roof)vogels:
“De natuur in Nederland wordt niet goed beheerd.”
.
Fietsend door de omgeving wijst Bijlsma kapvlaktes aan, waar tot de kap wespendieven, buizerds, haviken of sperwers broedden. Terwijl bescherming van leefgebied zo enorm belangrijk is. Bijlsma:
“Ik heb dit jaar maar enkele succesvolle roofvogelnesten ontdekt. En ook al is het vandaag optimaal weer, we zien er niet één jagen. Tien jaar geleden zouden we hier minimaal twee buizerds hebben zien cirkelen.”
De mens is en blijft de grootste vijand van de roofvogel.
Bronnen:
- Boek: Mijn roofvogels – Rob Bijlsma – ISBN/EAN 9789046707777
- Grauwe Kiekendief – Kenniscentrum Akkervogels (GKA)
- Interessante Tijden
- Werkgroep Roofvogels Hoeksche Waard Oost (WR-HW0)
- Werkgroep Roofvogels Nederland (WRN)
- Lees ook op AnimalsToday:
.
©AnimalsToday.nl Marianne Miltenburg
Strijd mee tegen dierenleed!
Related posts
5 Comments
Comments are closed.
Blog Karen Soeters
Strijd mee tegen dierenleed!
Door (maandelijkse) donateur te worden, bied je een constante stroom van hulp die essentieel is voor redding en verzorging van oorlogsdieren in Oekraïne. Elke bijdrage, groot of klein, eenmalig of periodiek, maakt een verschil. Help je ook mee?
Roofvogel bestand krimpt is een lachertje.
De overlast is de laatste jaren toe genomen over al worden kasten geplaatst voor ze zelfs in steden.
Hier door zijn ze een plaag geworden voor de duivenmelkers.
Veel liefhebber zijn gestop van wege de vele verliezen door deze stadrovers.
De vogelhebbers werken elkaar tegen klagen dat de weidevogels afnemen maar wel op grote schaal de roofvogels steunen.
Ook dat jagers deze vogels belagen is een fabel ze raken nu jachtakte kwijt als ze hier op worden betrapt.
De roofvogel is een prachtig vogel maar wel bij maten.
Maar er zijn er teveel
Merkwaardig verhaal. Ik ben zelf jager en herken absoluut niet dat jagers roofvogels zouden bestrijden. Sterker nog: alle jagers die ik ken, dragen deze prachtige dieren een warm hart toe.
Natuurlijk kan ik niet uitsluiten dat dit mogelijk wel eens door een individuele jager gebeurt, maar dat zijn dan toch zeker grote uitzonderingen.
Ik mis in dit artikel volledig een cijfermatige onderbouwing of inhoudeijke bronvermelding. Ik zou het kopje “wetenschappelijk” dat boven het artikel staat dan ook maar weghalen. Heel bijzonder ook dat er in dit stukje direct naar jagers wordt gewezen als dader en dat dit onderbouwd wordt met één veroordeling, 7 jaar geleden.
Ik ben veel in de natuur. Van een slechte roofvogelstand kan ik hier in brabant toch niet spreken.
Graag een inhoudelijke reachtie van jullie kant.
Onderaan het artikel vindt u de brondvermelding voor dit artikel. Het kopje wetenschappelijk laten we staan, door de gebruikte bronnen en ook de onderzoekers waar de informatie vandaan komt. “Veel in de natuur zijn” lijkt ons niet voldoende onderbouwing om te spreken over de roofvogelstand in Nederland. Daarom de kennis van experts en onder meer de Werkgroep Roofvogels Nederland.
Het mens(DOM) graaft zoals bekend, aan z’n eigen Graf!! Het is niet te keren. Kijk naar de hedendaagse situatie!!