Dieren zorgen ervoor dat hun ecosystemen effectiever zijn in het opslaan van koolstof. Dat stelt een recent artikel van Nature Climate Change. Dit doen ze door te bewegen, te eten, te vertrappen, te graven, te poepen en te bouwen. Zo blijkt ook dat wilde dieren verantwoordelijk zijn voor slechts 0,3 procent van de koolstof in de wereldwijde biomassa. Ze kunnen zelf tussen de 15 en 250 procent verschil maken in de hoeveelheid koolstof die wordt opgeslagen in bepaalde ecosystemen.
Koolstof is een chemisch element dat in de natuur voorkomt en essentieel is voor het leven op aarde. Het komt voor in organische moleculen zoals suikers, vetten en eiwitten en speelt een rol in biologische processen zoals fotosynthese en ademhaling. De opslag van koolstof in ecosystemen kan helpen bij het verminderen van de concentratie van koolstofdioxide in de atmosfeer. Dit kan een belangrijke bijdrage leveren aan het verminderen van klimaatverandering.
Opslag koolstof
Onder andere olifanten, otters en walvissen kunnen de hoeveelheid koolstof vergroten die in hun ecosystemen wordt opgeslagen. Olifanten doen dit door het verspreiden van zaden en het creëren van ruimte voor de groei van hogere bomen. Daarnaast eten otters zee-egels, wat de groei van kelp mogelijk maakt. Daarnaast geven walvissen voedingsstoffen af terwijl ze ademen. Hierdoor ontstaan meer fytoplankton.
Er zijn meer diersoorten die een soortgelijk effect hebben op hun omgeving en de hoeveelheid koolstof die ze opslaan die de ecosystemen veranderen. Dieren zoals bevers en nijlpaarden kunnen de waterbeweging vertragen en zo de kans op overstroming verminderen en koolstofopslag vergroten. Deze veranderingen kunnen uiteindelijk klimaatverandering beïnvloeden.
Wildebeesten in Serengeti
Een ander goed voorbeeld zijn wildebeesten die leven in de Serengeti, een uitgestrekte regio van savannes en boslandschappen in Oost-Afrika. De afname van wildebeesten in de Serengeti door ziekte leidde tot verminderd graasgedrag en het vaker ontstaan van bosbranden. Het verminderen van wildebeesten door middel van ziektebeheer resulteerde echter in minder branden en meer koolstofopslag in de Serengeti. Hierdoor blijkt dat het beschermen van diverse diersoorten kan helpen bij het verminderen van klimaatverandering.
Tot slot, een wereld waarin wilde dieren leven, is ook een wereld die veerkrachtiger is en beter in staat is om de opwarming van de aarde te doorstaan. Het welzijn van deze dieren is onlosmakelijk verbonden met de toekomst van de aarde. Het is dus van groot belang dat deze dieren beter worden beschermd. Niet alleen voor hun welzijn, maar ook voor het tegengaan van klimaatverandering.
Bron:
©AnimalsToday.nl Joëlle Schelvis