In maart 2021 sloten alle Nederlandse nertsenfokkerijen definitief wegens bezorgdheid over de volksgezondheid na meldingen van besmette nertsen. Maar wat is de rol van de bontindustrie bij de verspreiding en mutatie van COVID-19 en toekomstige zoönosen eigenlijk? Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) is het risico op verspreiding op Europese fokkerijen in ieder geval hoog.
Zoönosen
Zoönosen zijn ziekten of infecties die van nature overdraagbaar zijn van gewervelde dieren op mensen. Door de snelle wereldwijde ontbossing neemt de kans dat mensen in contact komen met dieren die onbekende virussen dragen sterk toe. Maar ook de legale en illegale handel in wilde dieren en de inrichting van houderijen voor de vee-, bont- en voedselindustrie vergroten de kans op de verspreiding van virussen. Hier worden duizenden dieren in een gesloten omgeving samengebracht, waaronder wilde dieren zoals nertsen.
#Zoonotic disease outbreaks can happen anywhere where humans are in close contact with #animals who aren't treated well: Live #animalmarkets, #factoryfarms, #fur farms, and the #DogCatMeatTrade.
Join us in asking decision-makers to #StopTheNextPandemic.https://t.co/XQYEB1VEOT
— FOUR PAWS Australia (@fourpawsAU) September 1, 2021
Volgens het Amerikaanse Centrum voor Ziektebestrijding en Preventie is tot 75 procent van alle nieuwe of opkomende infectieziekten van oorsprong zoönotisch. COVID-19, Severe Acute Respiratory Syndrome (SARS) en Middle East Respiratory Syndrome (MERS) zijn daar een paar voorbeelden van. Zo werd SARS, dat in 2002 in China opdook, waarschijnlijk overgedragen van hoefijzervleermuizen via een tussengastheer, de Aziatische palmcivetkat. Dit dier werd op grote schaal gefokt en verkocht op Aziatische markten.
Nertsenfokkerijen
Maar ook mensen kunnen dieren besmetten met zoönotische ziekten. In het voorjaar van 2020 kwamen berichten naar buiten van besmette nertsen op Europese nertsenhouderijen. En in mei raakte een Nederlandse werknemer besmet op een houderij. De alarmbellen gingen af, want nertsen zouden zomaar reservoirs kunnen worden voor het virus. Hierdoor zou het virus de kans krijgen om te evolueren dankzij de wederzijdse besmettingen tussen mens en dier. Het coronavirus zou dan nog besmettelijker of ernstiger kunnen worden. Als gevolg hiervan werden miljoenen nertsen geruimd en de nertsenfabrieken in onder andere Denemarken, Spanje en Nederland gesloten.
“De snelle verspreiding van SARS-CoV-2 infecties op en tussen nertsenfokkerijen toont aan dat deze houderijen een risico vormen voor overdracht van het virus. Daarnaast is er bewijs dat werknemers nertsen hebben besmet en vice versa. Daarom is er een zoönotisch riciso,” vertelde Keith Hamilton, hoofd van de afdeling paraatheid en veerkracht van de Wereldorganisatie voor Dierengezondheid (OIE), aan Mongabay.
“Het ontstaan en de verspreiding van zoönotische ziekten zijn onvoorstelbaar gecompliceerd en afhankelijk van een complexe interactie tussen talloze pathogenen, gastheerfactoren en omgevingsfactoren.”
Onderzoek
Uit onderzoek blijkt dat niet-menselijke primaten, katten, fretten, nertsen, hamsters, konijnen en vleermuizen vatbaar zijn voor COVID-19. In de Verenigde Staten zijn zelfs gevallen van gefokte poema’s, leeuwen, otters, sneeuwluipaarden en tijgers met het virus.
Het meest populaire dier in de wereldwijde bonthandel blijft de nerts. Het bont wordt gebruikt in kleding, accessoires en huishoudelijke artikelen zoals luxe dekens. Maar ook vossen, konijnen en chinchilla’s worden veel gefokt voor deze handel. Volgens schattingen komt 95 procent van alle bont van fokkerijen. En al die dieren vormen een risico om ziektebronnen en verspreiders te worden.
Gevangenschap speelt rol
Wetenschappers weten nog steeds niet precies welke rol pelsdierfokkerijen hebben gespeeld in de verspreiding en mutatie van COVID-19, of welke rol ze in de toekomst zullen spelen. Wel merkt de Amerikaanse onderzoeker Dennis Carroll op dat dieren in gevangenschap, zoals varkens en vogels, een belangrijke rol hebben gespeeld in de verspreiding van vele andere virussen.
Ook bioloog Wladimir J. Alonso merkt in het in 2020 verschenen Pandemieën, wereldwijde gezondheid en consumentenkeuzes op dat de manier waarop wilde dieren in houderijen leven, de snelle overdracht van micro-organismen vergemakkelijkt. “De chronische stress die de dieren voelen doordat ze worden opgesloten in kleine ruimtes verslechtert het immuunsysteem en vergemakkelijkt de overdracht van infectieziekten”, zegt hij. Daarnaast komt het functioneren van hun longen in gevaar door de grote hoeveelheden ammoniak in de lucht van hun uitwerpselen.
"Pandemics, global health and consumers choices" Free 📕 by Cynthia Schuck, PhD in Zoology from Oxford and Wladimir J. Alonso, Evolutionary biologist & epidemiologist. PDF: https://t.co/3rIqK7uQr7 issuu: https://t.co/QahLxYPgfm #effectivealtruism #COVID19
— José Ramón Mallén (@JoseRamonMallen) April 11, 2020
In februari 2021 waarschuwde de WHO, OIE en de VN Voedsel- en Gezondheidsorganisatie (FAO) dat:
“Veel pelsdieren bij elkaar worden gehouden op een kleine oppervlakte en dat virusoverdracht in zo’n grote homogene populatie de virusevolutie kan stimuleren.”
Persoonlijke beschermingsmiddelen worden volgens het rapport inconsequent gebruikt of zijn niet beschikbaar voor werknemers. Volgens de studie vormt het gebrek aan een universele standaardisatie voor de omgang met wilde dieren op fokkerijen een probleem.
Vaccin?
De bontindustrie zegt de bestaande regels na te leven en te werken aan een vaccin voor de dieren. Maar volgens James Wood, hoofd van de Diergeneeskunde faculteit van de Universiteit van Cambridge, kan een vaccin geen lange termijn-oplossing zijn.
“We kunnen alleen vaccineren tegen infecties die we kennen. Virussen zoals COVID-19 kunnen ook al veel schade aanrichten voordat er een vaccin beschikbaar is.”
Hoog risico in Europa
De WHO-beoordeling evalueerde ook het risico van overdracht van virussen op commerciële fokkerijen. Onderzoekers keken naar houderijen in 36 landen. Het risico schatten ze in op basis van de hoeveelheid bont die werd geproduceerd en de infectiepercentages vanaf eind 2020. Op basis daarvan werd het risico in Afrika laag geschat, matig in Noord- en Zuid-Amerika, en hoog in Europa.
Europa internationale leider
Voor de uitbraak van COVID-19 was Europa een internationale leider in de bontindustrie, met 5.000 boerderijen in 23 landen en verantwoordelijk voor zo’n 50 procent van de totale industrie. Denemarken (met 17,6 miljoen dieren), Polen (5 miljoen), Nederland (4,5 miljoen), Finland (1,8 miljoen), Griekenland en Litouwen (beide 1,2 miljoen) waren in 2018 de grootste bontproducenten van de EU. Na grootschalige bezorgdheid over dierenwelzijn en volksgezondheid dankzij het virus, gaat de EU nu versneld een overgangsperiode in. Verschillende landen, waaronder Duitsland, België en Tsjechië, hebben pelshouderijen al in de afgelopen paar decennia verboden. Ook Nederland sloot in maart 2021 definitief zijn nertsenfokkerijen en Frankrijk kondigde een verbod voor 2025 aan. Of Denemarken ook definitief stopt met de bontindustrie is nog onbekend.
Vraag en aanbod
China is met 50,5 miljoen huiden de grootste leverancier van bont voor de mode-industrie. Het land is overigens ook de grootste consument van bont en verantwoordelijk voor 80 procent van de consumptie. “China’s pelsdierhouderijen worden ook actief ondersteund door de lokale autoriteiten als een manier om armoede te verminderen en meer arbeiders werk te bieden”, legt Peter J. Li uit, universitair hoofddocent Oost-Aziatische politiek aan de Universiteit van Houston en beleidsadviseur China voor Humane Society International.
Jassen die volledig van bont zijn gemaakt, zijn uit de mode. Maar de industrie heeft zich aangepast en gebruikt bont nu voornamelijk als rand rondom jassen, petten, schoenen en accessoires. “De prijs van bont daalt, waardoor de betaalbaarheid toeneemt. Het houdt de vraag en aanbod in China daardoor op peil”, zei Pei Su, CEO en mede-oprichter van ACTAsia, een organisatie die zich inzet voor dierenwelzijn. Vooral millennials vormen de markt in China, blijkt uit een onderzoek van ACTAsia in 2019. Maar ook in Rusland en de Verenigde Staten blijft bont populair.
Let's Fix Our World! Here are things you can do to help @EndPandemics #2 Don’t buy fur or exotic animal skins. @ACTASIA. #Endpandemics #stopwildlifecrime #stopanimalfurhttps://t.co/Q0mDcQuzYV pic.twitter.com/gK87lRoppY
— EarthTeam (@Earth__Team) April 21, 2021
Veel grote modemerken zijn al gestopt met het gebruiken van echt bont, maar het merk Canada Goose gebruikt nog wel echt bont voor hun jassen. Overigens zijn ze vanaf 2022 van plan bont te recyclen, een schrale troost.
#GNvdD: Kledingmerk Canada Goose stopt eindelijk met bont, maar…
Bronnen:
©AnimalsToday.nl Sophie Jongma