Nieuw onderzoek suggereert dat dieren beter gedijen in door mensen gedomineerde omgevingen als ze de risico’s goed inschatten. Het onderzoek richtte zich op de langstaarttroepiaal, een vogelsoort uit Noord-Amerika die erin slaagt te overleven in de stad.
Alexis Breen van het Max Planck Instituut voor Evolutionaire Antropologie in Leipzig en Dominik Deffner van het Max Planck Instituut voor Menselijke Ontwikkeling in Berlijn onderzochten het gedrag van langstaarttroepialen (Quiscalus mexicanus), een vogelsoort die met succes een groot deel van stedelijk Noord-Amerika is binnengedrongen. Het onderzoek, gepubliceerd in tijdschrift eLife, laat zien dat de mannelijke langstaarttroepiaal de invasie leidt en daarbij terugschrikt voor risico’s, een eigenschap die goed past bij chaotische omgevingen zoals steden. Deze bevindingen bieden een uniek inzicht in hoe en waarom dieren en mensen naast elkaar kunnen bestaan.
Risico’s inschatten helpt dieren
Voor langstaarttroepialen is samenleven met mensen een riskante onderneming, omdat steden voor hen chaotisch zijn. De steden hebben weliswaar meer cafés waar voedsel te halen is, maar ze zitten ook vol met onvoorspelbare mensen en hun huisdieren. Om met deze risico’s om te gaan, zouden langstaarttroepiaal een specifieke strategie gebruiken wanneer ze voedsel proberen te vinden.
De studie maakte gebruik van nieuwe analyses van het foerageergedrag van de vogels. In drie verschillende populaties gingen de onderzoekers eerst na hoe snel de langstaarttroepiaal leerde waar voedsel verborgen was en waar niet. Toen vervolgens de locatie van het voedsel werd verwisseld, keken de onderzoekers hoe snel de langstaarttroepialen erover deden om opnieuw uit te vinden waar ze voedsel konden vinden. De onderzoekers concludeerden dat in alle drie de populaties mannelijke langstaarttroepialen de verdwenen lekkernijen beter konden terugvinden dan de vrouwelijke troepialen. Daarmee bleken ze efficiënte foerageerders te zijn in een onzekere omgeving. Hoe doen ze dat? Deffner en Breen leggen uit:
“In tegenstelling tot vrouwtjes vertonen mannetjes uitgesproken risicogevoelig leren. Zij letten goed op of ze onlangs voedsel hebben gevonden, en als dat zo is, blijven ze zich vrijwel uitsluitend voeden vanaf die locatie zonder te gokken op een andere locatie. Sekseverschillen in het leren van langstaarttroepiaal is biologisch logisch. Bij deze soort zijn het de mannetjes die nieuwe territoria ontdekken. Met andere woorden, zij leiden de stedelijke invasie van hun soort. Daarin moeten ze voorzichtig te werk gaan – nieuwe buurten zullen nieuwe uitdagingen en risico’s met zich meebrengen. Vrouwtjes die later arriveren leren vermoedelijk van deze gevestigde, goed-geïnformeerde mannetjes.”
Stadsvossen brutaler maar niet slimmer dan plattelandsvossen
De onderzoekers simuleerden op de computer ook kunstmatig evolutie, om de soorten leermethoden te onderzoeken die het beste werken in een onvoorspelbare omgeving als de stad. In deze omgeving moeten denkbeeldige dieren leren om voedsel te vinden, met alle risico’s van dien. De leermethode die ze gebruiken om voedsel te vinden, bepaalt hoeveel ze kunnen eten. En hoeveel ze kunnen eten, bepaalt of ze baby’s kunnen krijgen die ook min of meer op dezelfde manier leren. In de loop van vele generaties zullen dan de dieren met de beste leermethode de stedelijke omgeving gaan domineren. Belangrijk is dat deze ‘winnaars’ ons een idee geven van hoe dieren in het algemeen kunnen gedijen in het Antropoceen. Breen:
“Onze studie biedt overtuigend bewijs voor hoe en waarom ten minste troepialen gedijen in onvoorspelbare stedelijke omgevingen. We koppelen seksuele verschillen in de leermethoden van foeragerende troepialen aan seksuele verschillen in wie hun soortinvasie leidt, en we koppelen de leermethode die wordt gebruikt door deze leiders van stedelijke invasies aan waarschijnlijk een goede strategie voor elk dier dat een leven deelt met mensen.”
Om toekomstig onderzoek naar het samenleven van mens en dier te vergemakkelijken, hebben de onderzoekers een online repository ingericht. Dit is een opslagplek waar wetenschappers en publiek vrij toegang hebben tot op maat gemaakte modelleertools. Ze hopen dat deze open-wetenschapsbron nuttig zal zijn voor anderen.
Bronnen:
©AnimalsToday.nl Aurora van de Loo