In Kenia is vorig jaar een recordaantal olifanten geboren dankzij gunstige weersomstandigheden. Dit is goed nieuws, aangezien de Afrikaanse olifant met uitsterven wordt bedreigd. Toch zijn er nog vele uitdagingen met betrekking tot de instandhouding van deze diersoort.
Het Amboseli National Park, vlakbij de Keniaanse hoofdstad Nairobi, herbergde voorheen al rond de 1500 olifanten. In 2020 zijn hier nog 248 jongen bijgekomen en slechts acht hiervan hebben de eerste fase van hun leven niet overleefd. Een bijzonder feit, aangezien normaal gesproken een groot deel overlijdt tijdens de kindertijd. Zelfs twee paren tweelingen zijn het cruciale eerste half jaar van hun leven doorgekomen, iets dat nog zeldzamer is. Meestal kan de moeder namelijk niet genoeg melk produceren om twee jongen te onderhouden. De laatste keer dat een olifantentweeling in leven bleef was in de jaren 90 van de vorige eeuw.
Gunstige weersomstandigheden
Deze babyboom is veroorzaakt door bevorderlijke weersomstandigheden. De afgelopen jaren is droogte frequenter voorgevallen, waarna telkens hevige regenval volgde. De regen zorgde voor een toename in vegetatie, en dus meer voedsel voor de dieren. Hierdoor zijn minder olifanten gestorven door verhongering en uitdroging, en hadden zij meer energie om te paren en jongen te verzorgen. Ook zijn ze vruchtbaarder na natte periodes.
Afname van stroperij
Behalve de toename in geboortes, dragen ook andere factoren bij aan een groei in de olifantenpopulatie in Kenia. Dankzij een succesvol beleid tegen stroperij zijn in 2020 slechts negen olifanten illegaal omgebracht, in tegenstelling tot 80 in 2018. Een decennium geleden ging het zelfs nog om jaarlijks honderden doden.
.
.
De gehele Keniaanse populatie is in de afgelopen 30 jaar verdubbeld, van 16.000 in 1989 tot 34.800 in 2019. Niet alleen het aanpakken van stroperij heeft dit bewerkstelligd, maar ook het veranderen van de afzetmarkt in China. Verschillende non-gouvermentele organisaties hebben daar uitgebreid campagne gevoerd tegen de ivoorindustrie. Zo werden kinderen bijvoorbeeld al jong ingelicht over de verschrikkingen van de illegale handel in wilde dieren. Daarnaast is ivoor nu verboden in China, wat een grote invloed heeft gehad op de ‘legale’ markt, hoewel er nog wel veel vraag naar is via de zwarte markt.
Andere bedreigingen
Ondanks dit goede nieuws zijn er echter nog veel landen waar minder gestreden wordt tegen ivoorhandel. Bovendien bestaan er andere zorgwekkende ontwikkelingen. Hoewel dankzij de COVID-19-crisis de vraag naar ivoor is verminderd door afgenomen toerisme, is als gevolg van de pandemie een toename waargenomen in stroperij voor voedsel. De lokale bevolking heeft immers te kampen met financiële problemen door het wegblijven van toeristen. De dagelijkse strijd om te overleven zorgt ervoor dat inwoners zich genoodzaakt voelen olifanten voor hun vlees om te brengen.
Bovendien leidt de menselijke bevolkingsgroei tot het omzetten van de leefgebieden van olifanten tot landbouwgrond en grond voor andere humane toepassingen. Hierdoor ontstaat vervolgens het risico dat de dieren het vee op hun oorspronkelijke habitat aanvallen. Als gevolg hiervan kunnen zij worden neergeschoten door de boeren. Maar behalve problemen in relatie tot de mens, bestaat ook de angst dat een mogelijke langdurige droogte zou kunnen leiden tot sterfte van de pasgeboren kalveren en andere olifanten.
Er zijn dus nog genoeg uitdagingen om aan te pakken. Vooral buiten Kenia zijn de problemen significant; in heel Afrika is de olifantenpopulatie afgenomen met 33 procent. Ondanks het goede nieuws over de babyboom zou men er dus zeker goed aan doen om deze diersoort te blijven beschermen.
Bronnen:
©AnimalsToday.nl Sacha Hoff