Een rechtbank in Connecticut weigerde om drie olifanten uit een dierentuin te bevrijden, nadat een dierenrechtengroep een verzoekschrift had ingediend waarin hun bevrijding werd geëist. De rechtbank oordeelde dat de olifanten, genaamd Minnie, Beulah en Karen, niet kwalificeren als “personen die recht hebben op vrijheid en gelijkheid” volgens de staatswet.
Olifanten Minnie, Beulah en Karen werden ooit uit het wild gestolen in Azië en verscheept naar Amerika. Inmiddels wonen de olifanten al zo’n 30 jaar in de Commerford Zoo in Connecticut. Hier worden ze elke dag gedwongen tot kunstjes en olifantenritten. Daarnaast worden ze regelmatig verhuurd voor optredens in advertenties, films en bruiloften.
Dierenrechtenadvocaat Steven Wise, van organisatie Nonhuman Rights Project, had namens de drie vrouwelijke olifanten een verzoekschrift ingediend en geëist dat dieren zoals olifanten, die complexe cognitieve en sociale vaardigheden hebben, in de ogen van de wet niet meer als ‘dingen’ mogen worden gezien. Dit betekent namelijk dat de dieren geen enkele rechten hebben. In plaats van ‘ding’ zou een olifant moeten worden gezien als ‘persoonlijkheid’. Zou dit worden toegekend door de rechtbank aan de olifanten, dan zouden de dieren officieel het recht hebben op vrijheid en worden overgeplaatst naar een goede olifantenopvang.
Verzoekschrift afgewezen
Helaas besloot de rechtbank in Connecticut dat het verzoekschrift niet geldig was. Volgens rechter James Bentivegna was de dierenrechtengroep niet bevoegd om het rechtsbeginsel ‘habeas corpus’ aan te vragen voor de olifanten, omdat ze geen significante relatie hebben met de dieren.
De rechtbank bevond het verzoekschrift daarnaast niet geldig, omdat er nooit eerder zo’n zaak was geweest in Connecticut.
Wise reageerde dat de groep hun verzoekschrift bij de rechtbank zal wijzigen en de zaak zal voortzetten.
Bronnen: Nonhuman Rights Project, The Independent, NBC News ©Animals Today Nadine van Wissen