De diepe ellende en slachting van de jonge runderen die werden getransporteerd door de twee transportschepen Karim Allah en Elbeik, staan nog op het netvlies gebrand. De horrorbeelden werden wereldwijd verspreid. Maandenlang dobberden de boten tussen wal en schip met aan boord duizenden runderen die onder erbarmelijke omstandigheden stierven door honger, dorst en uitputting. Bijna zes maanden later is er weinig tot niets veranderd voor de zogenaamde slachtdieren die levend worden vervoerd om duizenden kilometers verderop te worden vetgemest of gelijk bij aankomst afgemaakt.
Wetgeving voor dierenwelzijn
Uit officiële cijfers van het Spaanse ministerie van Landbouw blijkt dat de uitvoer van levende dieren uit Spanje tussen januari en april van dit jaar met 7,3 procent is gestegen in vergelijking met het jaar 2020 in dezelfde periode. Bij navraag of er veranderingen zijn doorgevoerd om soortgelijke rampen met diertransporten in de toekomst te voorkomen, zei het landbouwministerie dat het bezig is met het wijzigen van de Spaanse wetgeving inzake normen voor de gezondheid en bescherming van dieren tijdens het vervoer. De wijzigingen zullen volgens het ministerie de officiële controles versterken, ervoor zorgen dat de voorschriften worden nageleefd en exporteurs van levende dieren verplichten om noodplannen te registreren voor het geval dat de reis onverwachts onderbroken moet worden. In een verwante stap zei het landbouwministerie dat het een overeenkomst zou ondertekenen met de Spaanse koopvaardijvloot om de ondersteuning en de controles rond dieren op zee te verbeteren.
Almost nothing has changed for animals after young cows suffered for months at sea on livestock ships Karim Allah and Elbeik ➡️ https://t.co/uCX3ByIS3t
— FOUR PAWS International (@fourpawsint) September 10, 2021
Bedrieglijk of hoopgevend
Dierenwelzijnsorganisaties waren verontwaardigd over de gebeurtenissen, maar ondanks de vele oproepen om de export van levende dieren te verbieden of beter te reguleren, zijn er nog geen officiële Europese veranderingen doorgevoerd om een soortgelijke situatie te voorkomen. Europarlementslid Tilly Metz:
“De passiviteit kan echter bedrieglijk zijn.”
Metz is momenteel voorzitter van het onderzoek van de ANIT-Committee van het Europees Parlement naar de welzijnsproblemen van dieren tijdens het vervoer.
“Hoewel er officieel nog niets is veranderd, hebben crises zoals die met Elbeik en Karim Allah zowel het publiek als de beleidsmakers bewust gemaakt van de dringende noodzaak om het huidige systeem voor de uitvoer van levende dieren te veranderen, en blijven dat doen.”
Als voorbeeld van waartoe bewustmaking kan leiden, wees Metz op de oproep die drie EU-lidstaten – Duitsland, Nederland en Luxemburg – in juni van dit jaar deden om een einde te maken aan het langeafstandsvervoer van levende dieren. En, zei Metz:
“We hopen dat er meer zullen volgen.”
Vooruitblikkend zei Martina Stephany, directeur boerderijdieren en voeding van de dierenwelzijnsorganisatie Four Paws, dat haar organisatie hoopvol is wanneer het ANIT-Committee later dit jaar zijn eindverslag publiceert:
“Het zal oproepen tot een volledig verbod op de uitvoer van levende dieren.”
Het eindverslag en de aanbevelingen van de ANIT-Committee worden naar verwachting in december gepubliceerd. Daarna moet het Europees Parlement over het verslag stemmen, mogelijk tijdens de vergaderperiode van januari 2022, voordat de voorstellen een wetgeving kunnen worden.
Dobberen op zee
In december vorig jaar verlieten de schepen Karim Allah enElbeik de haven van Spanje met bijna drieduizend runderen als lading. Op weg naar Turkije en Libië. De toegang tot diverse havens werd ontzegd omdat de autoriteiten vreesden dat de runderen de ziekte blauwtong bij zich droegen, een overdraagbare virusziekte dat voornamelijk ‘economische schade’ veroorzaakt. Op 21 december mailde een Turkse dierenarts aan de Spaanse autoriteiten:
“Wij delen u mee dat de dieren in de genoemde lading niet door ons land kunnen worden aanvaard.”
In plaats van dat Spanje de schepen met de runderen onmiddellijk terugriep, liet dit land toe dat de boten de Europese wateren verlieten waardoor de dieren op Karim Allah twee maanden op zee moesten lijden. De hel voor de runderen op de Elbeik duurden maar liefst drie maanden. Maandenlang dobberden de schepen doelloos van de ene haven naar de andere, op zoek naar een opkoper van de dieren en in een later stadium, naar voldoende voedsel en water om de zielen in leven te houden. Grotendeels werden de schepen geweigerd om aan te meren. Maria Boada-Saña, een dierenarts bij de Animal Welfare Foundation (AWF), vertelde aan The Animal Reader toen haar organisatie voor het eerst over deze rampen hoorde:
“We hebben deze schepen bezocht, na een paar dagen zitten de dieren al onder de stront, stel je voor hoe dit is na twee maanden.”
Uiteindelijk, na diverse internationale berichtgevingen en aantijgingen over het lijden van deze dieren, werden de door de EU goedgekeurde veeschepen bevolen om terug te keren naar hun oorspronkelijke vertrekpunt Spanje. Bij aankomst aan land zijn de dieren direct na hun eerste stappen op vaste bodem gedood.
Tot het Europees Parlement stemt blijven runderen ‘slachtoffers’ en worden ze mijlenver over zee verscheept onder erbarmelijke omstandigheden voor het menselijk gewin. Alleen de vrachtboot de Elbeik vaart niet meer. Dit schip is total loss verklaard na een zeer opmerkelijke brand in de Spaanse haven Tarragona op 6 augustus jongstleden. Bemanning en dieren zijn er goed van afgekomen, van het schip is weinig meer heel. Een toevallige brand? Een schip van 54 jaar oud geeft voor de eigenaar waarschijnlijk aanzienlijke hoge kosten na de onverwachte reis van drie maanden met het vee. Het riekt naar een verdachte schadeclaim. Het geluk is nu wel aan de zijde van de runderen omdat de hel op de Elbeik hun bespaart blijft.
Bronnen:
©AnimalsToday.nl Jessica Slotman