De Partij voor de Dieren wil dat het kabinet een einde maakt aan de illegale handel in katten en de jacht op loslopende katten in het buitengebied. Om het zwerfkattenprobleem bij de bron aan te pakken moet zo snel mogelijk een verplicht identificatie- en registratiesysteem worden ingevoerd.
Esther Ouwehand, Tweede Kamerlid voor de PvdD, zal daar vandaag op aandringen in een debat met de nieuwe staatssecretaris van landbouw, Co Verdaas (PvdA). De Tweede Kamer vroeg eerder al het chippen van honden en katten verplicht te stellen. Het vorige kabinet heeft slechts gehoor gegeven aan de helft van die wens: binnenkort wordt wel het verplichte identificatie- en registratiesysteem voor honden van kracht, maar is er voor katten nog steeds niets geregeld. Dit terwijl juist katten in grote aantallen op straat worden gedumpt of in het asiel belanden.
In Nederland leven zo’n 3 miljoen katten. Opvangcentra en dierenasielen luidden de afgelopen jaren herhaaldelijk de noodklok over het groeiend aantal katten dat op straat wordt gedumpt en in asielen belandt of verwildert. Naar schatting gaat het om bijna 100.000 katten per jaar. In plaats van de problemen bij de bron aan te pakken en te voorkomen dat dieren ongestraft kunnen worden gedumpt, verleent de overheid jagers toestemming om duizenden verwilderde katten af te schieten in het buitengebied. De Partij voor de Dieren wil dat het kabinet een einde maakt aan deze wrede jachtpraktijken en katten voortaan gaat beschermen tegen malafide handel, impulsaankopen en verwaarlozing en dumping door eigenaren. Net als voor honden zal voor katten identificatie en registratie (I&R) verplicht moeten worden. Zo kan er beter gecontroleerd worden op fokkerij en handel en wordt het makkelijker om de eigenaar te achterhalen van dieren die op straat gevonden worden.
De Partij voor de Dieren wil dat het kabinet ook andere maatregelen treft om impulsaankopen van dieren tegen te gaan. Dit kan onder meer door het stellen van beperkingen aan verkoopplaatsen en het daarmee onmogelijk maken dat dieren in een opwelling op Marktplaats of in tuincentra worden gekocht en daarna al snel weer worden weggedaan. Verder moet de overheid verantwoordelijkheid nemen voor de opvang van dieren, vindt de partij. Dierenopvangcentra en –asielen zijn vrijwel volledig afhankelijk van vrijwilligers en kampen structureel met een gebrek aan financiële middelen voor de verzorging van dieren in nood. Hoewel gemeenten verplicht zijn te zorgen voor opvang van rondzwervende dieren, laten zij het vaak afweten en weigeren ze financieel bij te dragen aan de opvangcentra die het werk verrichten.
Esther Ouwehand:
“De opvang van dieren is een maatschappelijke taak, waar de overheid zich echter niet druk over lijkt te maken. Dankzij hardwerkende medewerkers en vrijwilligers worden verwaarloosde en gedumpte dieren gelukkig goed verzorgd, maar vrijwel alle asielen en opvangcentra hebben grote financiële problemen omdat de overheid haar verplichtingen niet nakomt. Dat moet nu echt veranderen.”
Persbericht Partij voor de Dieren
Strijd mee tegen dierenleed!
Related posts
1 Comment
Comments are closed.
Blog Karen Soeters
Strijd mee tegen dierenleed!
Door (maandelijkse) donateur te worden, bied je een constante stroom van hulp die essentieel is voor redding en verzorging van oorlogsdieren in Oekraïne. Elke bijdrage, groot of klein, eenmalig of periodiek, maakt een verschil. Help je ook mee?
Is de echte bron van het probleem niet zozeer de registratie, maar meer de hoeveelheid katten die ‘aangeboden’ worden?
Ik zie namelijk twee verschillende situaties mbt de registratie en het ‘aanbod’ van katten.
1) Boerderijen met een dynamische kattenpopulatie die zichzelf in stand houdt, namelijk veel katten die helaas vroegtijdig het leven laten door de gevaren die samenhangen met het buiten loslopen, en waar de poezen af en toe zwanger worden. Maar dat over een langere periode de hoeveelheid katten niet toeneemt. Daar zit geen probleem met het ‘aanbod’ van katten, en registratie is veels te duur. Die katten hebben gemiddeld zo’n korte doorlooptijd dat de kosten schrikbarend hoog zijn. Terwijl ‘dumping’ van katten vanuit dergelijke situaties nul is.
2) Stedelijkere omgeving met katten die veel interactie hebben met andere katten, langer leven, huishoudens/huisvesting waar vaak geen plaats is voor jonge katjes en van waaruit ‘dumping’ helaas meer voorkomt.
In situatie 2 zou je graag willen dat katten gecastreerd of gesteriliseerd worden, zodat ze zichzelf niet voortplanten met andere katten uit de buurt, terwijl er geen plaats voor hun is. Zo kan je dumping voorkomen.
Laat gemeentes identificeren of een locatie (postcodegebied, of hele gemeente) op situatie 1 of 2 lijkt. Indien dit situatie 2 betreft, verplicht dan de registratie. Maar biedt dan bijvoorbeeld bij de registratie een gratis mogelijkheid tot castratie aan (evt zelfs met een korting op het chippen). Dan kan je bereiken dat in situatie 2 er minder onbewuste aanwas van katten meer plaatsvindt, dat als katten worden gedumpt vanuit die situatie de eigenaar terug te vinden is via registratie. En aanvulling van de kattenpopulatie in situatie 2 kan geschieden vanuit de nestjes van situatie 1. (Wat geen probleem is voor de populatie in 1, want als je een kat uit situatie 1 verplaatst naar situatie 2 zal betreffende levensverwachting sterk toenemen)